Rouwverwerking bij kleuters deel 2
Rouwverwerking bij kleuters (deel 2)
Ondanks hun jonge leeftijd kunnen ook kleuters al een dierbare persoon uit hun leven verliezen. Hoe geef je het verlies emotioneel een plaats en help je je kleuter eventueel de draad weer op te pakken? In een eerder bericht wordt ingegaan op het feitelijke verlies en daarna het afscheid van iemand die veel voor je kind heeft betekend. Afhankelijk van de ernst van het verlies komt er daarna een periode waarin je je kind kunt helpen de pijn te verwerken, zijn of haar leven aan te passen en de draad weer op te pakken.
Emotie
De mate waarin je kind het verlies van een overledene ervaart is uiteraard afhankelijk van de mate waarin deze een rol heeft gespeeld in zijn of haar leven. Is het een opa of oma van ver weg, die af en toe eens langskwam of is het een lid van het eigen gezin of bijvoorbeeld een vertrouwde oppas?
Als ouder merk je het beste of je kind worstelt met pijn, verdriet of vragen. Bedenk daarbij dat een kind dat niet huilt tóch verdriet kan hebben. Verdriet kan zich bijvoorbeeld ook uiten in bijvoorbeeld lichamelijke klachten of negatief gedrag. Kinderen kunnen ook stiller worden of terugvallen op oud gedrag (regressief gedrag), zoals bedplassen. Soms uiten zij hun emoties juist veel nadrukkelijker dan volwassenen en reageren “explosief”.
Vragen
Om te kunnen rouwen moeten kinderen begrijpen wat het verschijnsel “dood” eigenlijk betekent. Kleuters kennen het begrip “dood” en gebruiken dat bijvoorbeeld in hun spel. Maar dat betekent niet dat ze de reikwijdte kunnen bevatten. Ze zien de dood meer als iets tijdelijks. Zij hebben vaak vooral praktische vragen over bijvoorbeeld de lichamelijke en biologische kanten van de dood. Afhankelijk van de leeftijd zit een kind soms met allerlei vragen. Bijvoorbeeld of het zélf misschien schuld heeft aan de dood en of de dood besmettelijk is, maar ook wie er nu voor hem of haar gaat zorgen. Jonge kinderen zijn niet bang voor de dood, maar beseffen ook niet het definitieve karakter.
Rituelen
Op een of andere manier moet je kind het ontstane verdriet verwerken. Daarbij kunnen rituelen een belangrijke rol spelen. Zorg dat de naam van de overledene nog regelmatig genoemd wordt. Stop spullen die aan hem of haar herinneren niet weg en brand eventueel af en toe een kaarsje bij het portret van de overledene. Vraag eventueel aan de leerkracht op school om eens over het thema “dood” te vertellen en lees eens een van de vele boekjes over dit onderwerp. Het spreekt vanzelf dat de school bij gelegenheden als Vaderdag en Moederdag erop alert moet blijven als een kind (een van) de ouders verloren is.
Soms heeft een overlijden directe gevolgen voor het kind. Bijvoorbeeld als het kind gewend was dat het na school door oma werd opgehaald. Als zij overleden is zal het kind moeten wennen aan een nieuwe situatie. Ook in die zin kun je spreken over een veranderd “ritueel”.
Signalen
Let steeds op signalen van je kind. Ga ervan uit dat het niet altijd laat merken als het met het verdriet bezig is. Ga in op eventuele signalen en vraag regelmatig hoe het met je kind gaat, ook als daarvoor niet direct een aanleiding is.
Draad oppakken
Je kunt kinderen helpen stapje voor stapje weer de draad op te pakken. Zij dienen er opnieuw op te vertrouwen dat de vaste mensen wél in hun leven blijven. Dit kost veel tijd, maar gelukkig kunnen kleuters zich relatief snel aan veranderende omstandigheden aanpassen. Het voornaamste is dat je kind altijd bij je terecht kan, wat zijn of haar gedrag dan ook is. Veroordeel het gedrag niet, maar bied je kind altijd de veiligheid om zijn of haar gedrag op welke wijze dan ook te uiten.