Spel

Spelenderwijs oefenen

Je kind heeft veel beweging nodig. Spelenderwijs oefent het zo zijn of haar zintuigen en motoriek. Ook leert het plannen bedenken om nieuwe vaardigheden te leren. Maar ook krijgt het te maken met afspraken en ontdekt het wat het al dan niet leuk vindt, wat het wel en niet kan en leert het rekening te houden met anderen…. Ongemerkt maakt je kind zich zo de vaardigheden eigen die het in het hele verdere leven nodig heeft.

Op school maakt je kind kennis met kindgerichte bewegingsactiviteiten en wordt het begeleid in zijn of haar kinderspel.

Bewegen met kleuters

Door te bewegen ontwikkelt je kind zijn bedrevenheid. Het handelt, denkt en beleeft in een bewegingssituatie. De ene keer is het een dravend paard, de andere keer een vliegtuig of chauffeur. Al bewegend komt je kind tot denken.

Je kind bedenkt bijvoorbeeld een plan om een nieuwe vaardigheid te leren, maar wordt ook geconfronteerd met afspraken. Het ontdekt wat het al dan niet leuk vindt, wat het wel of niet kan en leeft rekening te houden met anderen….

Spelenderwijs oefent je kind zo spieren, zintuigen en motoriek en ongemerkt leert het de vaardigheden, die het de rest van zijn of haar leven nodig heeft. Met kindgerichte bewegingsactiviteiten begeleidt de school de jonge kinderen in hun kinderspelen.

Vanaf de leeftijd van 3 jaar krijgt ieder kind meer interesse om met andere kinderen te spelen. Via bewegingsspelen leert het zich sociaal te gedragen. Maar ook dat er voor verschillende situaties verschillende regels gelden, wat gewenst en ongewenst is, wat leuk en niet leuk is.

Het is belangrijk dat je kind zichzelf kan zijn en de kans krijgt om deel te nemen. Speelpleinen, bewegingsmateriaal, contact met andere kinderen en een goede begeleiding zorgen daarbij voor de nodige bewegingsprikkels en -variatie.

Invalshoeken

Het bewegingsgedrag van kinderen kun je vanuit verschillende invalshoeken bekijken.

Bijvoorbeeld het lichamelijk bewegen, waarbij zaken centraal staan als het ontdekken van het eigen lichaam, lichaamshoudingen, reactievermogen, twee dingen tegelijk doen, rustig bewegen en dergelijke.

Verder het bewegen in ruimte en tijd. De kinderen leren daarbij omgaan met bijvoorbeeld richtingen, afstand, voorwerpen als een bal of kar, het omgaan met tijd, tijdsvolgorde en tempo.

Verder leren de kleuters over de betekenis van bewegen door verstoppen, kruipen en het zelf bedenken wat je kunt doen met bijvoorbeeld dozen.

Om de fitheid van de kinderen te bevorderen worden ze uitgedaagd om hun snelheid, kracht en uithoudingsvermogen te ontwikkelen en soepel te leren bewegen.

Verder wordt aandacht besteed aan zaken zoals expressie en sensorische prikkels, door spelletjes waarin ze moeten luisteren of dingen betasten.