Weerbaarheid

Je kind leren voor zichzelf op te komen

Wanneer je kind voor zichzelf durft op te komen, zonder daarbij anderen te schaden of respectloos te behandelen, spreken we van weerbaar zijn.

Een weerbaar kind is in staat:

  • zijn of haar grenzen te bewaken
  • zichzelf te verdedigen
  • een eigen mening te hebben
  • ook voor anderen op te komen (durven)
  • zelf om hulp te (durven) vragen
  • om te gaan met kleine tegenslagen.

Een kind dat niet of nauwelijks weerbaar is:

  • durft niet voor zichzelf op te komen
  • heeft een negatief zelfbeeld
  • heeft geen zelfvertrouwen
  • kan zijn of haar eigen grenzen niet goed aangeven
  • laat gemakkelijk over zich heen lopen
  • vindt het moeilijk om zelf iets op te lossen
  • heeft geen eigen mening

Je kind helpen weerbaar te worden.

Op de eerste plaats is het belangrijk je kind te helpen zelfvertrouwen te ontwikkelen.

Dit doe je door:

  • je kind positieve aandacht te geven.
  • je kind dingen zelf te laten proberen.
  • waar nodig complimenten te geven.
  • duidelijk uitleg te geven wanneer iets niet goed gaat.
  • je kind ruimte te geven een eigen mening te hebben.
  • je kind zelf eens een probleempje te laten oplossen.
  • duidelijke regels te stellen en erop toe zien dat die nageleefd worden.
  • je kind de ruimte te geven om voor zijn of haar eigen belang op te komen.
  • naar je kind te luisteren en ook te laten merken dat het gehoord wordt.

Wat je als ouder kunt doen

Belangrijk is dat je als ouder het goede voorbeeld geeft, want goed voorbeeld doet goed volgen. Verwacht daarbij niet te gauw dat ze iedere situatie aankunnen, maar bied waar nodig eventueel een beetje hulp aan.

  • Geef het goede voorbeeld, hoe je een probleem oplost.
  • Geef je kind de kans om fouten te maken. Van fouten kan je immers leren!
  • Geef aan dat je kind altijd om hulp kan vragen.
  • Bereid je kind voor op problemen die zich kunnen voordoen.
    Bespreek vooraf wat je kind kan doen, als het bijvoorbeeld geslagen of geschopt wordt.
    Vertel ook aan je kind wat het kan doen wanneer het zijn ouders kwijtraakt tijdens een uitje (pretpark, strand, stad – een polsbandje met je 06 nummer kan overigens wonderen doen! – ).
  • Leer je kind met verantwoordelijkheden om te gaan:
    Geef het thuis wat taken op, zoals eigen speelgoed opruimen, zorg dragen over het eigen schooltasje, de eigen kamer netjes houden etc.
  • Laat je kind weten als je vindt dat het iets goed kan. Bijvoorbeeld tekenen, spelen, etc. Dat is goed voor zijn of haar zelfbeeld. Pas overigens op voor overdrijving, als je serieus genomen wilt worden.
  • Leer je kind omgaan met frustraties en tegenslagen:
    “Soms gaan dingen anders dan wordt verwacht. Zo is het leven….”.

Hulp van buitenaf

Soms komt het voor dat kinderen problemen blijven houden met het ontwikkelen van een weerbare houding, ook al help je hen daarbij. Misschien is het karakter van je kind te moeilijk en is hulp van buitenaf onmisbaar.