Algemeen

Waarom zijn spel en beweging zo belangrijk?

Spel en beweging zijn heel belangrijk voor de totale ontwikkeling van het kind. Ze dragen bij aan de ontwikkeling van:

  • het lichaam,
  • het verstand,
  • de taal,
  • het gedrag,
  • de gevoelens,
  • de fantasie
  • de mogelijkheid zelf vorm aan hun spel te geven en zich uit te drukken.

Eigenlijk zijn al deze onderdelen niet helemaal los van elkaar te zien.

Lichamelijke ontwikkeling:

Door te rollen, te kruipen, te hollen, te springen, te klauteren en te tillen oefenen kinderen hun lijf, hun armen en benen, handen en voeten. Ze leren die steeds beter gebruiken en ze worden behendiger.

De kinderen rapen soms heel kleine dingen op, lopen op de tenen, luisteren naar verhalen, kijken naar plaatjes en vaak stoppen ze nog iets in hun mond (kinderen gebruiken om hun mond om bepaalde dingen te voelen). Zo oefenen de kinderen hun vingers, tenen, ogen, oren en mond. Ze leren steeds beter de mogelijkheden kennen.

Verstandelijke ontwikkeling:

Door te zien, te horen, te proeven, te ruiken en te voelen ervaren kinderen dat dingen heel verschillend zijn. Ze merken dat het ene ding glad is en het andere ruw, dat iets heel koud aanvoelt en het andere juist warm, dat iets hard of zacht is, nat of droog.
Ze leren dat iets hoog is of laag, dichtbij of veraf, groot of klein. Ze merken dat bij een actie een reactie volgt. Als je bijvoorbeeld een bal gooit dan rolt die weg, maar gooi je een blok, dan blijft die liggen. Als je water pakt heb je natte handen, als je zand pakt heb je een volle, droge hand. Als je bij het bouwen van een toren begint met grote blokken, dan blijft hij beter staan dan wanneer je met kleine blokken begint. Als je op een dikke tak gaat staan breekt die niet af en een dunne wel. Ze doen daardoor steeds meer ervaringen op, die ze kunnen gebruiken als het nodig is.

Bij het spelen ontwikkelen kinderen ook hun taal. Daarom is het heel goed om met baby’s en peuters al te praten, bijvoorbeeld bij het eten geven, het knuffelen of het aankleden, ook al kunnen ze nog niets terugzeggen. Zo leren ze dat dingen een naam hebben en ook wat ze voelen en beleven.

Sociaal-emotionele ontwikkeling:

Als kinderen spelen merken ze dat ze rekening moeten houden met anderen. Dat er regels zijn. Ook in huis, op straat en op school.

Een tekening maak je op papier en niet op een muur. Als je buiten speelt, moet je soms op de stoep blijven. Als je je fiets uitleent, vinden ze je lief. Als je gezien wordt bij het verstoppertje spelen, dan ben je erbij. Wanneer je je speelgoed opruimt vinden ze je knap. Je gaat je beter gedragen.

In verschillende spelsituaties kunnen kinderen zich verschillend voelen.
Als ze een prachtig bouwwerk gemaakt hebben, voelen ze zich trots. Als de toren blijft omvallen, worden ze ongeduldiger en boos. Als ze met een spel verliezen, zijn ze verdrietig. Zo leren ze met hun gevoelens om te gaan.
Een beetje teleurstelling of tegenslag op z’n tijd is heel goed voor de zelfstandigheid en weerbaarheid van je kind.
Je bewijst het beslist geen dienst met een té beschermende houding. Je ontneemt hem of haar dan immers de kans om óók uit negatieve ervaringen te leren!

Kinderen kunnen ook hun gevoelens verwerken door het spel. Ze kunnen bijvoorbeeld een ziekenhuisopname verwerken door telkens ziekenhuisje te spelen, er tekeningen over te maken of hun verhaal te vertellen.

Fantasie:

Bij het spel ontwikkelen kinderen hun fantasie. Ze spelen vadertje en moedertje, of doktertje. Stoelen op een rijtje vormen een trein. Ze doen alsof ze een leeuw zijn. Ze verbeelden zich dat ze een piraat zijn of een prinses.

Creativiteit en expressie:

Als kinderen spelen ontwikkelen ze hun mogelijkheid zelf aan hun gedachten vorm te geven en zich uit te drukken. Ze kunnen zo maar een blauwe zon tekenen of het gras rood kleuren.
Zelf vormgeven kan met verf, zand of klei, maar ook met blokken, met Lego of afvalmateriaal. Kinderen kunnen zich uitdrukken door sierlijk of wild te dansen, hard of zacht te zingen of door op allerlei manieren geluid of muziek te maken.

Spel en beweging kunnen veel meer zijn dan een spontane actie van het kind. Ze kunnen gebruikt worden om allerlei eigenschappen op een speelse manier (verder) tot ontwikkeling te brengen, zonder dat dit door het kind als “leren” wordt ervaren.