Monthly Archives: november 2016

Kringactiviteiten

Samen luisteren, praten, spelen

Tijdens een schooldag zitten de kinderen regelmatig in een kring, samen met de leerkracht. Zij luisteren, praten, doen spelletjes, denken na, krijgen en geven aandacht etc. Kringactiviteiten zijn een vast onderdeel van iedere schooldag in de kleutergroep. De manier waarop ze worden ingevuld kan per school en zelfs per juf of meester verschillen.

Op de meeste scholen wordt begonnen in de kring. De dag wordt geopend met een liedje. Iedereen wordt weer welkom geheten in de klas. Soms begroeten de kinderen elkaar door een hand te geven en elkaar goede morgen te wensen.
Dan wordt vaak iedere dag hetzelfde ritueel gedaan: Welke dag is het vandaag? Wie weet welke datum het is en welke maand? Wat voor weer is het? Voor de meeste onderwerpen is er wel een liedje, zoals een dagen-van-de-weekliedje” of een “weerliedje”.

Allerlei doeleinden

Waarom is de kring zo belangrijk? Daarvoor zijn allerlei praktische redenen:

  • Voor de taalontwikkeling wordt een verhaal verteld of voorgelezen. De kinderen leren om te luisteren, om te concentreren, om te denken (als de juf vragen stelt over het verhaaltje), om hun fantasie te stimuleren. Ze leren ook om naar elkaar te luisteren.
  • Om begrippen te oefenen krijgen de kinderen eenvoudige opdrachten. “steek je handen in de lucht”, “ga eens op je stoel staan, ga eens naast, achter of voor een kind staan” etc.
  • Om kleuren te oefenen worden spelletjes gedaan, zoals “Ik zie, ik zie”……iets roods.
    Kinderen zoeken in de klas iets roods en zetten dat dan in het midden van de kring.
  • Om het geheugen te trainen met behulp van geheugenspelletjes. Daarbij worden bijvoorbeeld voorwerpen op een tafel gelegd in het midden van de kring. Nadat de kinderen goed gekeken hebben, gaat er een doek over. “Wie kan opnoemen wat er onder het doek ligt?” Of telkens een voorwerp weghalen: “Wat is er weg?”
  • Om de waarneming te testen zijn er spelletjes zoals “Ik zie, ik zie”, iets vierkant, iets ronds, etc.
  • Om tijdsbesef bij te brengen  wordt een tijdwijzer gebruikt en wordt aan de kinderen gevraagd “Welke dag is het? “Is het nu morgen of middag?” “Wat doe je ‘s avonds?” “Over hoeveel nachtjes slapen is het feest?” “Noem eens de dagen van de week op” of “Welk seizoen is het nu?”
  • Voor een beetje inzicht in rekenen worden o.a. rekenspelletjes gedaan. Bijvoorbeeld: “Er liggen 4 kastanjes op de tafel, ik haal er eentje weg. Hoeveel liggen er nu nog?” Of “Ik doe er 2 bij hoeveel liggen er dan?”

Aan het einde van de schooldag zitten de kinderen weer in de kring en wordt soms geëvalueerd:

– Wat vond je fijn vandaag en waarom?
– Wat ging er mis en waardoor? Hoe kan het de volgende keer anders?
– Wat heb je vandaag geleerd?
– Wat vond je moeilijk?
– Wat vond je gemakkelijk?
Dan wordt afscheid genomen met een liedje en wenst iedereen elkaar een fijne thuiskomst toe.

Iedere leerkracht pakt kringactiviteiten wel een beetje anders aan, zodat ik heb volstaan met een aantal praktische voorbeelden. Juist dit soort activiteiten doen een groot beroep op de ervaring en het improvisatievermogen van de leerkracht.

Afscheid nemen

Houd het kort

Sommige kinderen kunnen maar moeilijk afscheid nemen van de ouder die hen naar school brengt. Ook voor ouders is het soms niet gemakkelijk hiermee om te gaan. Het beste is, om het kind op het stoeltje te zetten, één kusje te geven en dan weg te gaan. De leerkracht vangt het kind wel op. En meestal gaat het huilen over zodra de ouder uit het zicht is.

  • Bereid je kind thuis al voor: “ik geef je straks één kusje en dan ga ik echt weg.” Dat is voor je kind in het begin misschien nog even moeilijk, maar je zult merken dat het eventuele verdriet snel overgaat.
  • Herhaal dagelijks dit ritueel, tot je vanzelf merkt dat het niet meer nodig is.
  • Ga altijd op tijd naar school. Het is gemakkelijker afscheid nemen als de klas nog niet vol is.

Soorten basisscholen

Kies met zorg

Afhankelijk van de regio waar je woont is het mogelijk voor je kinderen een school te kiezen, die zoveel mogelijk aansluit bij jouw levensbeschouwing of andere voorkeuren.

Verreweg de meeste ouders kiezen voor hun kinderen een school in of dichtbij de wijk waar ze wonen. Eventueel kiezen ze dan een school die aansluit bij hun religie of andere levensbeschouwing. Vaak bestaat daarnaast de mogelijkheid te kiezen voor verschillende onderwijskundige richtingen. Voor sommige ouders zijn deze keuzes zo belangrijk dat ze bereid zijn een school te kiezen buiten de eigen wijk of zelfs buiten de stad of het dorp waar ze wonen.

  • Bijzondere scholen richten het onderwijs in volgens een klassiek model en werken met een specifieke levensovertuiging (bijvoorbeeld Rooms Katholiek, Christelijk od Islamitisch).
  • Openbare scholen richten het onderwijs eveneens in volgens een klassiek model en werken zonder een specifieke levensovertuiging.

Naast de hiervoor genoemde categorie van “bijzonder onderwijs” of “openbaar onderwijs” is het vaak mogelijk te kiezen voor een school, waarvan het onderwijs nadrukkelijk is ingericht volgens bepaalde onderwijskundige grondprincipes.
De belangrijkste voorbeelden hiervan zijn:

  • De Montessorischool  is gebaseerd op een door Maria Montessori ontwikkelde onderwijsmethode waarin de zelfstandige ontwikkeling voorop staat. Er wordt veel in niveaugroepen gewerkt.
  • Het Daltononderwijs gaat ervan uit dat elk mens in staat is verantwoordelijkheid te dragen voor zichzelf en zijn omgeving. De onderwijsmethode is er dan ook op gericht dat een kind vrijheid kan hanteren en eigen keuzes kan maken.
  • De Jenaplanschool werkt met niveaugroepen. Leerlingen die in leeftijd één tot drie jaar van elkaar verschillen, zitten samen in de zogenoemde stamgroepen. Jenaplan is geen systeem met vaste vormen en maakt onder meer gebruik van ervaringsgericht onderwijs.
  • De vrije School geeft onderwijs vanuit de antroposofie. Dit is een levensovertuiging (ontwikkeld door Rudolf Steiner), waarin men zich bewust wil worden wat “het mens zijn” betekent. In deze vorm van onderwijs wordt grote waarde gehecht aan de ontwikkeling van sociale vaardigheden en creativiteit. Leerkrachten kijken daarom extra gericht naar de mogelijkheden die elk kind in zich draagt.

Naast de hiervoor genoemde varianten op de klassieke basisschool zijn er nog diverse andere, meestal minder bekende varianten, zoals bijvoorbeeld de “Nutsschool”, de “Iederwijs school”, “de Freinetschool”, de “Steve Jobs (I-pad) school”, de “flexibele school” en dergelijke. Ik laat deze hier vooralsnog buiten beschouwing.

Controle

De kwaliteit van een basisschool wordt gecontroleerd door de Onderwijsinspectie. Naast de Cito-scores, het aantal zittenblijvers en het lesmateriaal kijkt deze ook naar de sfeer op school en naar de manier van lesgeven. Soms wordt een school als zwak beoordeeld en komt onder toezicht van de inspectie te staan. 

De inspectierapporten van alle scholen staan op het internet (www.owinsp.nl). Zeker ouders die nog een school voor hun kinderen gaan kiezen raad ik beslist een bezoekje aan deze website aan.

Schoolkeuze

De beste school bestaat niet

Een basisschool kiezen voor je kind is niet gemakkelijk. Want hoe weet je wat het beste past bij je kind, waar moet je op letten en hoe kom je aan de juiste informatie? De beste school bestaat niet! Het gaat erom welke school het best past bij jouw kind en jou als ouder en opvoeder. Welke school dat is, hangt af van jouw persoonlijke criteria en welke verwachtingen jij hebt ten aanzien van de basisschooltijd en de ontwikkeling van je kind(eren).

Waar moet je op letten als je een school voor je kind gaat kiezen?
De volgende vragen kunnen je hierbij misschien helpen.

  1. Is het een bijzondere of openbare school?
  2. Hoe is de sfeer op de school?
  3. Ziet de school er netjes uit?
  4. Hoe groot zijn de groepen?
  5. Zijn er voldoende leerkrachten?
  6. Is er extra zorg op school en hoe is die geregeld?
  7. Gaan de kleuters meteen hele dagen naar school?
  8. Zijn er wen-ochtenden voor de kleuters?
  9. Hoe is de communicatie met de ouders over problemen en vorderingen?
  10. Hoe worden de leerlingen beoordeeld?
  11. Wat verwacht de school van ouders?
  12. Welke onderwijsmethode wordt er gebruikt?
  13. Is er een leerlingvolgsysteem?
  14. Doet de school mee aan de Cito-eindtoets?
  15. Beschikt de school over een pestprotocol?
  16. Krijgen de leerlingen huiswerk en zo ja, vanaf welke groep?
  17. Wat doet de school aan kunst en cultuur?
  18. Heeft de school goede afspraken met een naschoolse opvang?
  19. Hoe is de kwaliteit van de school volgens de Onderwijsinspectie?

Aarzel niet om bij scholen in de buurt hun schoolgids en schoolplan op te vragen. Daarin staan allerlei nuttige gegevens, die je doorgaans een goed beeld geven van de school. Dat geldt zeker als je deze informatie bij meerdere scholen opvraagt.

Herfstkinderen

Nieuwe mogelijkheid

In 2005 werd voor alle basisscholen het begrip “herfstkinderen” geïntroduceerd, om nog meer de behoeften en ontwikkeling van kinderen centraal te stellen. Sindsdien mogen kinderen die in oktober, november of december 4 jaar worden direct naar groep 1.  In uitzonderlijke gevallen krijgen kinderen die zich direct positief onderscheiden daardoor de kans al het volgende schooljaar door te gaan naar groep 2. Vroeger bestond deze mogelijkheid niet en moesten deze kinderen na de zomer in principe in groep 1 blijven.

Emotionele ontwikkeling

In de groepen 1 en 2 zijn de emotionele ontwikkeling en het spelen en werken heel belangrijk. Het gaat dus niet alleen om bijvoorbeeld taal en rekenen, hoewel ook deze vaardigheden voldoende moeten worden ontwikkeld.

Het is niet zonder risico voor de verdere schoolcarrière van een kind, als het te vroeg doorstroomt naar een hogere groep. De groei en ontwikkeling in de eerste schooljaren vormen namelijk een belangrijk fundament voor het zelfbeeld en het zelfvertrouwen van het kind. Als voor herfstkinderen de leertijd in groep 1 wordt verlengd, kunnen zij voldoende groei- en ontwikkelingsvoordeel opdoen. Zij krijgen zogezegd voldoende tijd om te rijpen.

Pas tussen het 6e en 7e jaar is het zenuwstelsel van een kind voldoende uitgebalanceerd om serieus te gaan leren. Daarom kunnen herfstkinderen die in het najaar in groep 1 zijn gekomen alleen in zeer uitzonderlijke gevallen al direct het volgende schooljaar naar groep 2!!