Monthly Archives: augustus 2023

Vrijeschool onderwijs

Niet alle ouders kiezen zondermeer voor het reguliere basisonderwijs. Soms kiezen ze bewust voor een school met een eigen visie op het onderwijs, zoals de Vrijeschool. Met de aanduiding “vrijeschool” wordt bedoeld dat een leerling zich in vrijheid op elk vlak van zijn of haar persoonlijkheid moet kunnen ontwikkelen. Daarom zijn er naast de gewone leervakken ook standaard veel creatieve en doe-vakken. Dit concept wordt aangeboden in zowel in het basis als voortgezet onderwijs en heeft als uitgangspunt dat onderwijzen ook opvoeden is. Onderwijs gaat verder dan alleen goed leren lezen of rekenen en staat ook in dienst van de persoonlijkheidsvorming, zowel individueel als in relatie tot de sociale gemeenschap.

De vrijeschool kent de volgende klassenindeling:
– de kleuterklas, kinderen van 4 tot 6 jaar
– de onderbouw van klas 1 t/m klas 6
– de middenbouw klas 7 en 8
– de bovenbouw kinderen van 12 tot 18 jaar

Als onderwijsvorm is de vrijeschool gebaseerd op de antroposofische pedagogiek van Rudolf Steiner. De vrijeschoolpedagogiek is gericht op de ontwikkeling van het hele kind, zowel geestelijk, lichamelijk als emotioneel. Het onderwijs gaat ervan uit dat elk kind uniek is en zijn eigen unieke pad van ontwikkeling heeft. De pedagogiek is gericht op het helpen van kinderen om hun volledige potentieel te bereiken en een zinvol leven te leiden. De nadruk ligt op de natuur en natuurlijke materialen zoals wol, steen, hout of bijenwas. Zo is het meubilair ook van natuurlijk materiaal (hout) gemaakt. Op die manier leren kinderen hoe de natuur in elkaar zit en tegelijkertijd wordt de zintuiglijke ontwikkeling gestimuleerd. Ook expressie en fantasie spelen een belangrijke rol. Het kind leert zich uiten en ontwikkelt zich tot een creatief mens. Alles wat het kind doet, is vrije expressie.

Enkele onderscheidende kenmerken van de vrijeschool zijn:

Een vrije leeromgeving: Kinderen op de vrijeschool hebben veel vrijheid om te leren op hun eigen manier en in hun eigen tempo. Er is geen sprake van verplichte lesstof of toetsen.
Een holistische benadering: De vrijeschoolpedagogiek is gericht op de ontwikkeling van het hele kind, zowel geestelijk, lichamelijk als emotioneel. Er wordt aandacht besteed aan alle aspecten van de ontwikkeling van het kind, zoals leren, spelen, bewegen, creatief zijn en sociale contacten leggen.
Een ritmisch jaarritme: De vrijeschool is gebaseerd op een ritmisch jaarritme. Dit betekent dat de lessen en activiteiten worden afgestemd op de seizoenen en de natuur.
Een kunstzinnige benadering: De vrijeschoolpedagogiek is kunstzinnig van aard. Er wordt veel aandacht besteed aan creatieve activiteiten, zoals tekenen, schilderen, muziek maken, dansen en toneelspelen.
Een gemeenschapsgevoel: De vrijeschool is een gemeenschapsschool. Kinderen, ouders en leerkrachten werken samen om een ​​veilige en ondersteunende leeromgeving te creëren.

Op een vrijeschool leren de kinderen met hoofd, hart en handen. Zij streven ernaar dat een kind uitgroeit tot een volwassene die beschikt over:
– het vermogen tot denken en begrijpen vergroten (hoofd)
– het gevoelsleven,  betrokkenheid, inlevingsvermogen (hart)
– het vermogen wilskrachtig te handelen, lichamelijk en motoriek (handen)

In de huidige Westerse samenleving wordt vooral veel aandacht besteed aan het denkvermogen. Op reguliere scholen gaat vaak meer aandacht uit naar cognitieve prestaties, zoals rekenen en taal, en minder naar het gevoelslevenen het wilskrachtige handelen van kinderen. Op een vrijeschool is het de taak van de leerkracht om aan alle drie de dimensies evenveel aandacht te besteden.                                                              

De vrijeschool biedt een breed onderwijspakket aan. Kinderen leren niet alleen lezen en rekenen, maar ook vreemde talen spreken, dansen, toneelspelen, zingen, schilderen. Ze werken in de tuin en vieren feest.  De vrijeschool wil kinderen al die bagage meegeven, zodat zij later van alle markten thuis zijn. 

Ritme en beweging versterken het geheugen, geven houvast, veiligheid en herkenning. Daarom zie je ritme zie je terug in de dagindeling, de weekindeling en de jaarindeling.
De dagindeling verloopt volgens een vast patroon en volgens vaste rituelen: bijvoorbeeld altijd op dezelfde manier samen eten en drinken.
De weekindeling heeft steeds terugkerende activiteiten: de school heeft op maandag een weekbegin en op vrijdag een afsluiting,
De jaarindeling volgt de seizoenen en de jaarfeesten: Sint-Nicolaas, Sint-Maarten, kerstmis, Pasen, driekoningen en Pinksteren worden gevierd.

Kleuters leren vanuit de nabootsing en het spelen. De voornaamste bezigheid van kleuters is dan ook spelen. Daarmee worden de creativiteit en de fantasie geprikkeld. Ook in het leren neemt het vrije spel een belangrijke plaats in. Met het luisteren naar verhalen, het nazeggen en meespelen van rijmpjes, versjes, taalspelletjes en het kijken naar prentenboeken maken de kleuters spelenderwijs kennis met taal. Tijdens deeg kneden, brood bakken, tellen in de kring, meten met lappen en passen met blokken, wordt voorbereidend gerekend.

Kleinzerig gedrag bij kinderen

Kinderen gaan heel verschillend om met kleine tegenslagen, zoals een geschaafde knie of een bult op het voorhoofd, na een keertje vallen. De een schreeuwt moord en brand en de ander verwerkt dit kleine leed in relatieve stilte. Maar hoe kun je nou het beste met dit soort situaties omgaan? Van jou als ouder mag op z’n minst enige empathie worden verwacht, maar hoe breng je een kind bij dat het wel wat flinker mag zijn?

Laten we vooropstellen dat geen enkel kind denkt “ik ga me eens lekker flink aanstellen”. Nee, ieder kind is op zo’n moment bedroefd. Maar hoe het reageert hangt erg af van de gevoeligheid, die per kind kan verschillen. Maar soms komt er ook een stukje vermoeidheid of spanning bij het kind naar boven. Het ene moment incasseert het kind moeiteloos zijn of haar verdriet en het andere moment zet het ’n keel op. Let maar eens op. Soms is het even stil, ademt het kind diep in en schreeuwt het vervolgens z’n frustratie uit. Waarom?  Och, misschien wil het kind alleen maar even door z’n ouders geknuffeld worden en mag er ook wel een vleugje “aanstellerij” bij zitten.

Wijs nooit de frustraties van je kind af door opmerkingen als “stel je niet zo aan” of “stelt niks voor”. Nee, sta open voor dit soort verklaarbare emoties en wees blij dat het ermee bij jou komt. Het is vervolgens aan jou om het kind bijvoorbeeld te troosten of aan te sporen flink te zijn. Tussen de aanmoediging om maar flink te zijn en het meegaan in de “dramaqueenmodus” zitten nog vele andere mogelijkheden om te reageren. Laat je kind blijken dat je begrijpt dat het verdrietig is. Vraag even waar het pijn doet en of het al een beetje over gaat, maar beperk een beetje de ruimte voor al te veel aanstellerij.

Heel jonge kinderen, zoals peuters en kleuters willen nog graag getroost en geknuffeld worden en ook als ouder heb je daar feitelijk wel een beetje behoefte aan. Maar probeer ervoor te zorgen dat het kind z’n eigen humeur verpest door er veel te lang in te blijven hangen. Lee4r je kind bijvoorbeeld eens om de hand op de zere plek te leggen en eens goed te voelen. Vaak beseffen ze dan zélf dat het allemaal wel meevalt. Probeer anders eens je kind af te leiden door bijvoorbeeld iets leuks te gaan doen. Als het kind er aan toe is kun je misschien vragen wat er nodig is om zich beter te voelen en of je daarbij kunt helpen.

Eventueel kun je achteraf nog eens met je kind terugkijken naar wat er gebeurde. Daarbij kun je ze misschien helpen wat te relativeren. Bijvoorbeeld door het kleine schrammetje te vergelijken met veel ergere dingen, zoals een gebroken arm of been. Durf er achteraf ook eens een grapje over te maken, bijvoorbeeld door heel overdreven voor te doen hoe het eruit zou zien als pappa of mamma zo tekeer zou gaan bij een klein ongelukje.