Category Archives: Thuistips

Omgaan met koppig gedrag

Het hoort er allemaal bij…

Ieder jong kind maakt een koppigheidsfase door. Op zich is dat normaal, maar het stelt ouders soms wel voor de nodige uitdagingen. Rond het tweede jaar komt een peuter in de zogenaamde “koppigheidsfase”. Dat is een moeilijke fase voor zowel de ouders als het kind. De peuter is veel aan het ontdekken, wil alles zelf doen en zegt vaak “nee”. Hij of zij is dwars en gaat tegen de regels van de ouders in. Deze fase wordt ook wel de “peuterpuberteit” genoemd.

Deze fase is een noodzakelijk onderdeel van de ontwikkeling van het kind. Het is de eerste stap naar individualisering en zelfstandigheid. Je kind ontdekt wie hij of zij is, met een eigen wil en een eigen mening. Het ene kind kan veel koppiger zijn dan het andere, waarbij het karaktertje ook een belangrijke rol speelt. Ook jouw reactie beïnvloedt het gedrag van je kind.

Maakt het kind deze koopigheidsfase niet door dan kan het later moeilijkheden krijgen met het stellen van grenzen. Het vertoont dan juist bazig gedrag en heeft vaak moeite met de omgang met leeftijdgenoten. Zo’n kind heeft er vaak moeite mee rekening te houden met de wensen van anderen. 

Hoe omgaan met koppig gedrag?

Het omgaan met dergelijk koppig gedrag vraagt het nodige geduld en begrip. Geef dus duidelijke grenzen aan en wees consequent (“nee” blijft “nee”). Probeer als ouder zo min mogelijk boos te worden en leer je kind dat het met huilen of een driftbui niet z’n zin kan doordrijven.

Het is belangrijk:

  • dat de peuter de ruimte krijgt om dingen op zijn of haar eigen manier te doen.
  • dat de peuter voelt dat hij een eigen mening mag hebben en ook weleens “nee” mag zeggen.
  • dat de peuter ook leert dat niet alles kan gaan zoals hij of zij dat wil.
  • dat de peuter rekening moet houden met de wensen van anderen.

Afleiden kan soms heel goed helpen bij het bijsturen van het koppige gedrag van je kind. Geef je peuter het gevoel dat je juist meewerkt. Met wat humor, veel geduld en begrip kunnen ouders en kind prima door deze fase heen komen.

Wat moet je kleuter al kunnen?

Praktische vaardigheden

Als je kind voor het eerst naar de basisschool gaat wordt min of meer verwacht dat het al een paar praktische vaardigheden beheerst. Dat het bijvoorbeeld in staat is om zelf een jas aan- en uit te trekken. Zélf al bepaalde dingen kunnen is belangrijk voor je kind. Het geeft hem of haar veel voldoening en draagt bij aan het zelfvertrouwen.

  • Allereerst wordt er van je kind verwacht dat hij/zij zindelijk is. Dat wil zeggen dat hij/zij alleen naar de wc kan gaan en eventueel ook de billetjes kan afvegen. Ook is het fijn als het kind de wc goed en netjes gebruikt; dus niet naast de pot of op de bril gaat plassen, doortrekt als het klaar is en zelf de handen kan wassen.
  • Het is fijn als een kind zelf z’n jas en schoenen aan en uit kan doen. Dat is met name belangrijk voor de gymles. De juf heeft beslist geen tijd om van alle kinderen de kleren en schoenen aan en uit  te doen.
  • Ook is het belangrijk dat kleuters op hun beurt kunnen wachten. Er zitten in een kleuterklas meestal veel kinderen, waardoor het niet mogelijk is om doorlopend aandacht te geven aan ieder individueel kind.
Tip:
  • Begin bijtijds met het zindelijk maken.
  • Geef een jas die gemakkelijk aan en uit kan.
  • Geef schoenen met klittenband (geen veters, als het nog niet zelf kan strikken)
  • Leer je kind thuis de wc goed te gebruiken. In de pot plassen en doortrekken.
  • Oefen thuis met het uitstellen van aandacht. Maak eerst je eigen dingen af of rond je gesprek af, en geef pas daarna aandacht aan je kind.
Recent Entries »