• Het verschil tussen leren en opvoeden

    Er is een groot verschil tussen leren en opvoeden, ook al kunnen ze feitelijk niet zonder elkaar.
    De verantwoordelijkheid voor het leren ligt primair bij de school en de verantwoordelijkheid voor het opvoeden ligt primair bij de ouders.

    Read more »
  • Breng je kind discipline bij

    Discipline is een belangrijke vaardigheid om succesvol te zijn in het leven. Het helpt hen om te gaan met emoties, verantwoordelijkheid te nemen en doelen te stellen en te bereiken.

    Read more »
  • Een school kiezen voor je kind

    Welke school je voor je kind kiest hangt sterk af van je persoonlijke situatie en voorkeuren.  Er is niet één standaard antwoord welke keuze de beste is. Daarom een aantal overwegingen die een rol kunnen spelen. Vaak is de keuze voor kinderopvang overigens al een beetje een keuze voor een school.

    Read more »
  • Oppas opa en oma

    Veel meer nog dan vroeger doen jonge ouders een beroep op de grootouders van hun kinderen voor allerlei praktische zaken, zoals het naar school brengen en ophalen van de kinderen, als kinderoppas en soms nog vele andere dingen. Door gezellige, vaak leerzame dingen te doen kunnen grootouders het leven van hun kleinkinderen verrijken.

    Read more »
  • Montessori onderwijs

    Het Montessorionderwijs is een onderwijsmethode die rond 1900 is ontwikkeld door de Italiaanse arts en pedagoge Maria Montessori. Zij ging ervan uit dat de eerste levensjaren van groot belang zijn voor de ontwikkeling van een kind. Tot op vandaag wordt haar methodiek nog als actueel en relevant beschouwd. 

    Read more »
  • Kerstmis

    Heerlijk die sfeervolle decembermaand! Eerst het Sinterklaasfeest en direct daarna de fantastische kersttijd op school en thuis. Een prima tijd ook, om je kind te helpen zich (verder) te ontwikkelen.

    Read more »
  • Sinterklaasfeest

    Ouders vinden het heerlijk om van het Sinterklaasfeest voor hun kinderen een heuse belevenis te maken. Begin liever niet te vroeg met de spanning op te bouwen, zodat het ook écht een feest is.

    Read more »

Rouwverwerking bij kleuters deel 2

Rouwverwerking bij kleuters (deel 2)

Ondanks hun jonge leeftijd kunnen ook kleuters al een dierbare persoon uit hun leven verliezen. Hoe geef je het verlies emotioneel een plaats en help je je kleuter eventueel de draad weer op te pakken? In een eerder bericht wordt ingegaan op het feitelijke verlies en daarna het afscheid van iemand die veel voor je kind heeft betekend. Afhankelijk van de ernst van het verlies komt er daarna een periode waarin je je kind kunt helpen de pijn te verwerken, zijn of haar leven aan te passen en de draad weer op te pakken.

Emotie

De mate waarin je kind het verlies van een overledene ervaart is uiteraard afhankelijk van de mate waarin deze een rol heeft gespeeld in zijn of haar leven. Is het een opa of oma van ver weg, die af en toe eens langskwam of is het een lid van het eigen gezin of bijvoorbeeld een vertrouwde oppas?

Als ouder merk je het beste of je kind worstelt met pijn, verdriet of vragen. Bedenk daarbij dat een kind dat niet huilt tóch verdriet kan hebben. Verdriet kan zich bijvoorbeeld ook uiten in bijvoorbeeld lichamelijke klachten of negatief gedrag. Kinderen kunnen ook stiller worden of terugvallen op oud gedrag (regressief gedrag), zoals bedplassen. Soms uiten zij hun emoties juist veel nadrukkelijker dan volwassenen en reageren “explosief”.

Vragen

Om te kunnen rouwen moeten kinderen begrijpen wat het verschijnsel “dood” eigenlijk betekent. Kleuters kennen het begrip “dood” en gebruiken dat bijvoorbeeld in hun spel. Maar dat betekent niet dat ze de reikwijdte kunnen bevatten. Ze zien de dood meer als iets tijdelijks. Zij hebben vaak vooral praktische vragen over bijvoorbeeld de lichamelijke en biologische kanten van de dood. Afhankelijk van de leeftijd zit een kind soms met allerlei vragen. Bijvoorbeeld of het zélf misschien schuld heeft aan de dood en of de dood besmettelijk is, maar ook wie er nu voor hem of haar gaat zorgen. Jonge kinderen zijn niet bang voor de dood, maar beseffen ook niet het definitieve karakter.

Rituelen

Op een of andere manier moet je kind het ontstane verdriet verwerken. Daarbij kunnen rituelen een belangrijke rol spelen. Zorg dat de naam van de overledene nog regelmatig genoemd wordt. Stop spullen die aan hem of haar herinneren niet weg en brand eventueel af en toe een kaarsje bij het portret van de overledene. Vraag eventueel aan de leerkracht op school om eens over het thema “dood” te vertellen en lees eens een van de vele boekjes over dit onderwerp. Het spreekt vanzelf dat de school bij gelegenheden als Vaderdag en Moederdag erop alert moet blijven als een kind (een van) de ouders verloren is.

Soms heeft een overlijden directe gevolgen voor het kind. Bijvoorbeeld als het kind gewend was dat het na school door oma werd opgehaald. Als zij overleden is zal het kind moeten wennen aan een nieuwe situatie. Ook in die zin kun je spreken over een veranderd “ritueel”.

Signalen

Let steeds op signalen van je kind. Ga ervan uit dat het niet altijd laat merken als het met het verdriet bezig is. Ga in op eventuele signalen en vraag regelmatig hoe het met je kind gaat, ook als daarvoor niet direct een aanleiding is.

Draad oppakken

Je kunt kinderen helpen stapje voor stapje weer de draad op te pakken. Zij dienen er opnieuw op te vertrouwen dat de vaste mensen wél in hun leven blijven. Dit kost veel tijd, maar gelukkig kunnen kleuters zich relatief snel aan veranderende omstandigheden aanpassen. Het voornaamste is dat je kind altijd bij je terecht kan, wat zijn of haar gedrag dan ook is. Veroordeel het gedrag niet, maar bied je kind altijd de veiligheid om zijn of haar  gedrag op welke wijze dan ook te uiten.

Luizenmoeder

Hallo allemaal, wat fijn dat je er bent…

…en dat je kijkt naar “De Luizenmoeder”; een meesterlijke satire, die steeds nieuwe kijkcijferrecords boekt.  Een hilarische parodie op de basisschool met o.a. de compromisloze juf Ank, de overspannen hulpmoeder Nancy en de naïeve moeder Hannah, de kinderpsycholoog. Als laatstgenoemde voor het eerst haar kind naar school brengt gaat er een nieuwe wereld voor haar open. Een hilarische wereld vol overdrijving en pijnlijke momenten, met een knipoog naar de realiteit.

Ouders

In de serie staan niet de kinderen centraal, maar vooral de ouders en de leerkrachten. Sommige situaties zijn daarbij best herkenbaar. Zo komt het in werkelijkheid bijvoorbeeld voor dat leerkrachten prima kunnen omgaan met kinderen, maar moeite hebben met de omgang met hun ouders. Die ouders lieten zicht vroeger een enkele keer zien bij een rapportbespreking, maar tegenwoordig zijn ze onmisbaar als vrijwilligers in allerlei rollen. En… já, de luizenmoeder bestaat écht! Ze komt na de vakantie de kinderen controleren op de aanwezigheid van hoofdluis. Maar ook zijn er leesmoeders, hulpmoeders bij feestjes op school, bij schoolreisjes, theater- of museumbezoek etc. Ouders, uiteraard ook vaders, worden ondermeer ingeschakeld als chauffeur, toezichthouder en helpende hand. Van een carrière, waarin hulpouders zich opwerken van luizenmoeder via de ouderraad tot in het schoolbestuur is natuurlijk geen sprake!

Afscheid

De situatie waarbij ouders bij het brengen van vooral de kleuters lang doen over het afscheid nemen is heel herkenbaar. De juf moet met zwaaiende ouders wedijveren om de aandacht van de kinderen. Om maar te zwijgen over de drama’s als moeder haar kind voor het eerst bij de juf achterlaat. Juf weet er wel raad mee, maar mamma worstelt vaak met haar eigen emoties. Van leerkrachten wordt de nodige tact gevraagd om de kinderwagens en buggy’s uit het toch al volle klaslokaal te houden en te voorkomen dat meekomende broertjes en zusjes de boel op stelten zetten. Ook moet ze alert zijn op terloopse mededelingen over welke oppas het kind straks komt ophalen, ontvangt ze instructies over een hoestdrankje en moet ze een feestmuts hebben klaarliggen voor de jarige van die dag.

Spitsuur

Hulpmoeder Nancy zet haar huwelijk op het spel voor een goede relatie met de school en vooral de directeur. De taken die de “seizoenmoeders”, of de “groene vingers moeders” laten liggen neemt ze er eenvoudigweg bij. Kennelijk heeft ze meer tijd dan de meeste jonge ouders. Die plannen zich suf om, naast een drukke baan, te kunnen voldoen aan de vele verwachtingen uit hun omgeving. Als vrijwilliger bij de sportclub van hun kinderen bijvoorbeeld of als mantelzorger voor hun ouders. Ze moeten met hun kind naar de oorarts, naar de zwemles of sportclub en maken afspraken met andere ouders waar hun kind gaat spelen. Feitelijk bevinden ze zich in het spitsuur van het leven.

Ouders onderling

Soms is het fijn als de ouders van een vriendje of vriendinnetje je kind een keer van de school willen ophalen om te spelen of zelfs voor een kinderfeestje. Dat kan gemakkelijk zijn en biedt soms ook de gelegenheid om ervaringen uit te wisselen over bijvoorbeeld de omgang met de kinderen. Soms zitten er aan de omgang met ouders en kinderen ook wat haken en ogen. Bijvoorbeeld als je kind wat klasgenootjes mag uitnodigen voor een verjaardagsfeestje. Vooral kleuters hebben vaak nog geen duidelijke voorkeur voor bepaalde vriendjes of vriendinnetjes. Naarmate de tijd vordert wordt dat wel duidelijker, maar voor “grensgevallen” blijft dat soms moeilijk. Soms is een beetje tactische sturing door de ouders geen overbodige luxe.

Veranderingen

Op politiek incorrecte wijze zet “De Luizenmoeder” een aantal pijnlijke situaties met ouders neer. Bijvoorbeeld als een kind twee vaders blijkt te hebben. In de praktijk gaan maatschappelijke veranderingen dan ook niet aan de school voorbij. Zo zijn bijvoorbeeld kleurrijke spekkies een gangbare kindertraktatie, maar niet voor islamitische kinderen, omdat ze niet halal zijn. Veel scholen besteden aandacht aan islamitische feesten en de Ramadan. Als vroeger een kind in z’n ontwikkeling achterbleef werd het al gauw als “dom” bestempeld. Tegenwoordig wordt gezocht naar de oorzaak, zoals ADHD, pdd nos, dyslexie, dyscalculie en dergelijke. Soms wat te vroeg, maar vaak heel terecht. Ook op andere terreinen is de wereld veranderd. Wat de denken van “patchwork” gezinnen, waarin een kind te maken krijgt met meerdere vaders, moeders, opa’s en oma’s? Soms dringen geschillen tussen ouders ook de school binnen. Bijvoorbeeld als beide ouders op 10 minutengesprek willen komen, maar niet samen. “Nee, dat vinden we helemaal niet rraaarrr, maar wel heel bijzonder.”…

Rouwverwerking bij kleuters

Rouwverwerking bij kleuters (deel 1)

Ouders zouden hun kind het liefst beschermen tegen iedere vorm van verdriet en pijn, maar soms is dat onmogelijk. Bijvoorbeeld als iemand uit de directe omgeving van het kind overlijdt. Opa of oma, of nog dichterbij een van de ouders of een broertje of zusje. Het zal niet gemakkelijk zijn, maar Je kunt je kind helpen het verlies te aanvaarden en de pijn te verwerken. Ook kun je je kind helpen zich aan te passen aan een leven zonder de overledene, het verlies geleidelijk een plaatsje te geven en de draad van het leven weer op te pakken.

Kleuters hebben maar een beperkt begrip van de dood. Ze beseffen dat dood en verdriet met elkaar te maken hebben, maar bijvoorbeeld niet dat de dood onherroepelijk is en in sommige gevallen hun leven (heel) direct kan raken. Daarom is het belangrijk je kind helder uit te leggen wat er gebeurd is. Vertel de feiten en omstandigheden van het overlijden, ook als die dramatisch zijn. Wees zorgvuldig in de manier waarop je dit doet en probeer zo eerlijk mogelijk antwoord te geven op alle vragen.

Wat kan je kind bevatten?

Houd rekening met wat je kind al kan bevatten. Het begrippenkader van jonge kinderen is vaak nog heel beperkt. Kleuters halen vaak werkelijkheid en fantasie nog sterk door elkaar. Ze hebben nog geen direct besef van wat er feitelijk gebeurt. Zo nemen zij uitspraken bijvoorbeeld vaak letterlijk. Als je bijvoorbeeld zegt “die papa en mama hebben een kind verloren” dan denkt een kleuter misschien “waarom gaan ze dan niet zoeken?”

Kinderen van alle leeftijden, dus ook kleuters, zijn onder de indruk van het verdriet van hun ouders en begeleiders en worden daardoor uiteraard ook beïnvloed. Vertel kinderen daarom zoveel mogelijk over de feiten en omstandigheden van het overlijden, ook als die omstandigheden dramatisch zijn. Houd er daarbij rekening mee dat de fantasie van kinderen veel erger kan zijn dan de werkelijkheid.

Afhankelijk van de situatie is het vaak goed je kind(eren) zoveel mogelijk te betrekken bij alles wat geregeld moet worden. Vooral als je kinderen altijd een nauwe band hadden met de overledene is hun inbreng belangrijk. Om hun betrokkenheid bij het afscheid te vergroten kun je ze bijvoorbeeld taken geven. Ga in ieder geval afscheid nemen van de overledene, ook wanneer je kind(eren) daar tegenop zien. Praat daar met hen over, maar gebruik geen onnodige dwang.

Neem je kind mee naar de condoleance (maar vermijd het bekijken van de overledene). Dit is niet alleen een belangrijke stap om het overlijden een plaatsje te geven, maar het leert ook van verdriet, troosten en getroost worden. Lees ook eens een boek voor over doodgaan. Kleuters identificeren zich altijd met hoofdpersonen uit boeken. En vaak wordt er ook, begrijpelijk voor kinderen, uitleg gegeven. Zie onderaan dit stuk enkele bruikbare (prenten)boeken.

Aangepaste dienst

Neem je kleuter gerust mee naar de uitvaartdienst, zeker als deze is aangepast aan de aanwezigheid van kinderen. Dat geldt met name bij de uitvaart van bijvoorbeeld opa of oma of anderen die een belangrijke rol in het leven van je kind hebben gespeeld.

Vooral wanneer het over een van de ouders gaat of over een broertje of zusje is het raadzaam met degene die de afscheidsdienst leidt te overleggen om deze af te stemmen op de aanwezigheid van kinderen. Dat bijvoorbeeld af en toe het woord rechtstreeks tot de kinderen gericht wordt. Misschien kunnen de kinderen zelfs een kleine taak krijgen in de dienst, zoals het aansteken van de kaarsen of het rond de kist leggen van de bloemen of het loslaten van witte ballonnetjes bij het graf.

Als je als ouder sterk emotioneel bij de overledene betrokken bent is het misschien raadzaam tijdens de afscheidsdienst iemand in de buurt te hebben die mede toezicht op de kinderen houdt.

Na het feitelijke afscheid is de periode van rouw niet afgelopen en de pijn nog niet verwerkt. Daarna zullen ouder(s) en kind(eren) zich moeten aanpassen aan een leven zonder de overledene. Ook is er tijd nodig om de overledene emotioneel een plaats te geven en de draad van het leven weer op te pakken. Vanaf 20 november 2017 meer daarover in een volgend bericht.

Ook is het verstandig de school en juf /meester op de hoogte te brengen . Zij kunnen vaak in de klas meehelpen het rouwproces te verzachten; door er met elkaar over te praten, eventuele boeken over doodgaan aan te bieden, een stiltehoek  creëren met kaarsje en/of foto. Om op die manier het kind  toch wat meer besef bij te brengen en er mee leren om te gaan.

BOEKEN VOOR KLEUTERS EN KINDEREN TOT 8 JAAR

Als je dood bent, word je dan nooit meer beter? / P. Breebaart en J. Breebaart. – Rotterdam : Lemniscaat, 1993
Prentenboek waarin wordt verteld wat het konijntje Fred voelt en meemaakt als zijn kleine broertje Joep onverwacht ziek wordt en dood gaat. Zijn dood, de begrafenis en de zorg van allemaal wordt beschreven. Het verhaal ontstond na de dood van de tweejarige Remi, het zoontje en broertje van Piet en Joerie.

Lieve oma pluis,
Dick Bruna. – Amsterdam : Mercis publishing, z.j.
Oma Pluis is dood en ook opa heeft verdriet. Oma wordt begraven en Nijntje gaat af en toe haar graf mooi maken.

Doodgaan is geen feest. Over doodgaan, cremeren en rouwen. / Riet Fiddelaers-Jaspers, ill. Jet Willems – Heeze : In de Wolken, 2003
In vrijwel alle kinderboeken over de dood wordt de overledene begraven terwijl de helft van de kinderen met crematie te maken krijgt. In dit prentenboek wordt aan de hand van de dood van een papa ingegaan op wat doodgaan is, op cremeren en op het rouwen van kinderen.

Gewoon met z’n drieën / Alma Post. – Amsterdam : Sjaloom, 1997
Na het overlijden van de papa van Siem en Tom moeten de twee jongens er zich samen met hun moeder doorheen slaan. De pijn van het gemis is in het boekje af en toe sterk voelbaar. Door eenvoudig, helder taalgebruik met korte zinnen is het boekje geschikt om voor te lezen vanaf vier jaar en zelfstandig te lezen vanaf acht jaar.

Nooit meer is voor altijd / Tannia Sels, ills. Joke Pype. – Hasselt : Clavis, 2000
De papa van Lotte is dood gegaan. ‘Papa komt nooit meer bij ons terug,’ zegt mama. Maar hoe lang is nooit meer? Prentenboek om met kinderen bespreekbaar te maken wat er verandert thuis en op school na de dood. Vooral de depressie van de moeder wordt goed in kindertaal uitgelegd.

Derk Das blijft altijd bij ons, Susan Varley. – Rotterdam : Lemniscaat, 1984
Derk Das is een vriend van alle dieren. Hij is al oud en hij weet dat hij niet lang meer kan blijven. Hij droomt dat hij door een tunnel gaat en niets meer van ouderdom voelt. De dood van Derk Das is een schok voor alle dieren, maar het helpt als velen over hun problemen praten en kunnen lachen om de herinneringen.

– Kikker en het vogeltje, Max Velthuijs. – Amsterdam : Leopold, 1991
Kikker vindt een vogeltje aan de kant van de weg. Haas vertelt hem dat de vogel dood is en dan gaan ze met de andere dieren de vogel begraven. Daarna spelen ze samen verder.

Ik mis je, Paul Verrept. – Hasselt : Clavis, 1998
Een prentenboek met prachtige tekeningen. Wat is missen? Mis je je vriendinnetje als dat gaat verhuizen? Mist opa oma die dood is? En is dat hetzelfde? Als je je vriendin mist, ga je gewoon op bezoek. Dus doe je dat ook bij oma? En waarom kan dat niet? Wel naar het kerkhof natuurlijk. En gelukkig zijn er mensen die je vasthouden en troosten als je verdriet hebt. Een boek dat kracht uitstraalt door de eenvoud.

Dat is heel wat voor een kat, vind je niet? / J. Viorst. – Haarlem : Gottmer, 1992
Als Roetje de poes is gestorven, heeft zijn baasje erg veel verdriet. Door tien dingen te verzinnen waarom hij zijn poes zo lief vond, verwerkt hij zijn verdriet. Hij weet negen dingen te noemen, maar het tiende is moeilijker. Tot dat hij of zij bedenkt dat de dood van Roetje meehelpt om te zorgen voor de bloemen, de bomen en het gras. Dat is het tiende ding, en dat is heel wat voor een kat, vind je niet?

Een opa om nooit te vergeten, Bette Westera, ills. Harmen van Straaten.- Amsterdam: Hillen, Leuven : Davidsfonds/Infodok, 2000
Een prentenboek voor kinderen vanaf vier jaar. Het boek begint op de dag van de uitvaart van de opa van Joost. Er gebeurt van  alles dat Joost nog nooit meegemaakt heeft. Hij heeft veel vragen ‘is het donker in de kist, doet dood gaan pijn?’ maar heeft toch vooral veel herinneringen. En als de tranen komen helpt de zakdoek van opa.

Het misverstand van de “tablet school”

Het misverstand van de “tablet school”

Computers en tablets zijn volkomen terecht niet meer weg te denken uit het basisonderwijs, ook aan kleuters. Maar hoe ver wil je gaan met ICT in de klas? Opiniepeiler Maurice de Hond introduceerde in Nederland de zogenaamde Steve Jobs scholen; basisscholen waar het gebruik van ICT centraal staat. De afgelopen 4 jaren zijn in Nederland circa 46 basisscholen op deze werkwijze overgestapt, waarvan er inmiddels 25 met de methode zijn gestopt. Al belangrijkste reden wijzen ze op de hoge kosten die met het concept gepaard gaan.

Er zijn echter ook berichten dat zowel bij de ontwikkelaars als de gebruikers van de “Steve Jobs methode” er nogal grote verschillen van mening bestaan over de ingeslagen weg. Sommige scholen zijn zeer tevreden, maar kennelijk geldt dat niet voor de bijna 50 procent afhakers.

Doorgeslagen

Er is alle reden voor wantrouwen als buitenstaanders zich gaan bemoeien met de aanpak en de inhoud van het onderwijs, ook als ze verstand hebben van ICT. Je laat toch ook niet je blindedarm verwijderen door een slager, hoe handig die ook het mes hanteert. Maurice de Hond zei tegen de Volkskrant “Onze methode werkt niet als je het half doet.” En dáár liggen nou precies de grootste bedenkingen tegen de scholen waar ICT centraal staat. Namelijk, het gevaar dat scholen doorslaan in hun geloof in de automatisering.

Geleidelijk

Het is heel positief als ook kleuters vertrouwd raken met bijvoorbeeld de PC en tablet. Mocht de school die mogelijkheid (nog) niet bieden, dan doen de ouders dat wel. De kinderen genieten van de kleurige spelletjes, muziekjes, filmpjes etc. Zonder menselijke hulp zijn ze interactief in de weer.
Wat is er meer geschikt voor onderwijs dan een spelletje waarbij een kind 1 op 1 met de PC of tablet zijn grenzen kan verleggen? Vooral als dat spelletje ook nog de resultaten vastlegt en analyseert. Wanneer het de sterktes en zwaktes beoordeelt en nog eens een filmpje met uitleg laat zien, gevolgd door nieuwe “uitdagingen”. Dit is nog maar een kleine greep uit de mogelijkheden. Heel belangrijk is dat ze geleidelijk in het onderwijs worden ingepast in de bestaande werkwijze.

Revolutionair

Telkens dienen zich nieuwe onderwijsstromingen aan die ongeveer alle gangbare normen overboord zetten. Nieuwe inzichten worden dan opeens zo rigoureus doorgevoerd dat de consequenties niet of nauwelijks te overzien zijn. Vaak verdwijnen ze nog sneller dan ze gekomen zijn, omdat ze volkomen voorbijgaan aan de kennis en ervaring die het onderwijsveld in vele generaties heeft opgebouwd.

Het leidt geen enkele twijfel dat de informatie- en communicatietechnologie de komend decennia een verdere revolutie teweeg zullen brengen, óók binnen het basisonderwijs! Maar hardlopers zijn doodlopers. Van de ene dag op de andere overschakelen op een fundamenteel andere aanpak heeft (ook) binnen het onderwijs nog nooit tot iets goeds geleid.

Vaardigheden zoals schrijven, (hoofd)rekenen, ontwikkeling van de grove en fijne motoriek, sociale vaardigheden etc. zijn en blijven onontbeerlijk, ook in een maatschappij met de meest geavanceerde technologie. Wie denkt het onderwijs van de ene op de andere dag revolutionair te gaan veranderen zal bedrogen uitkomen. Vernieuwingen zéker! Maar wél geleidelijk en met voldoende draagvlak bij alle betrokkenen. Feitelijk heeft zich onder de basisscholen de afgelopen jaren al een geleidelijke “digitale revolutie” voltrokken. Moderne communicatiemiddelen als een website, Facebook, E-mail en dergelijke deden hun intrede, maar ook bijvoorbeeld leerlingvolgsystemen en dergelijke.
Uitzonderingen daargelaten lopen de basisscholen daardoor, qua organisatie en onderwijsaanbod prima in de pas met de ICT-ontwikkelingen van deze tijd. Er is vooralsnog geen enkele reden om te vrezen dat de kinderen die vandaag de basisscholen bevolken onvoldoende worden voorbereid op de maatschappij van morgen.

Nieuwjaar en de tijd

De tijd

Als er ook maar één moment in het hele jaar is waarop de tijd centraal staat is het wel op oudejaarsavond, als de klok 12.00u slaat. Een prima gelegenheid dus om eens met je kleuter te praten over “de tijd” en alles wat daarmee te maken heeft. Dus niet alleen het leren klokkijken (analoog en digitaal…) maar ook begrippen leren zoals “straks”, “morgen”, “het begin van de week” “in de lente” en dergelijke.

Begrip

Voor kleuters is het begrip “tijd” nog erg moeilijk. Zo zeggen kleuters vaak “morgen” als ze bijvoorbeeld gisteren of zelfs een vorige keer bedoelen. Soms zeggen we “even wachten”, maar hoelang duurt dan “even”? Straks gaan we naar oma, maar wanneer is “straks”? Voor een kleuter zijn die begrippen vaak nog heel lastig. Het is voor je kind duidelijker als je zegt: “straks, als je je brood op hebt, gaan we naar oma.” Je kunt gerust de begrippen gebruiken, maar geef er dan wel een goede uitleg bij. “Morgen, nadat het donker is geweest en we allemaal geslapen hebben, dan gaan we naar het bos”. Zo leert je kind bijvoorbeeld dat “morgen” eigenlijk verder weg is dan “straks”.

Dagritme

In de kleuterklas hangen daarom ook de zogenaamde “dagritmekaartjes”. Daarop kunnen de kinderen zien wat er die dag (ochtend en middag) voor hen op het programma staat.  Zo leren ze spelenderwijs om die tijdsaanduidingen te begrijpen. Ze ervaren feitelijk in de praktijk de tijd om in de kring te zitten, samen te werken, te eten en te drinken, buiten te spelen etc. In sommige klassen wordt gebruikt gemaakt van planningsborden voor ieder kind apart, zodat ieder kind voor zich kan zien wat hij/zij die dag moet doen: bijvoorbeeld in de bouwhoek spelen of aan de tafel een werkje doen.

Weekdagen

Vaak is in het kleuteronderwijs het opdreunen van de dagen van de week onderdeel van een ochtendritueel. Maak vaak kunnen de kinderen de dagen al opzeggen of zingen, maar weten dan nog niet wanneer het welke dag is. Daarom worden de dagen op een weekschema met een kleurtje aangeduid en leren de kinderen dat zo’n dag bestaat uit een ochtend- en een middag. Ook leren ze langzaamaan dat na een dag weer een nieuwe dag komt. Ook leren ze dat maandag altijd het “begin” (eerste dag) van de week is en vrijdag het “einde” (laatste dag van de schoolweek). Ook wordt uitgelegd wat bedoeld wordt met het weekend.
Vaak wordt ook gekeken hoe het weer is op een dag, en of het klopt met het seizoen. Ook worden de begrippen “vroeger” en “later” gebruikt in thema’s over baby-zijn of thema’s over opa’s en oma’s of in kringgesprekjes wat ze later willen worden als ze groot zijn.

Seizoenen

De seizoenen komen ook uitgebreid aan de orde en worden vaak in thema’s verwerkt. Een herfsttafel in de herfst bijvoorbeeld en alles wat met de herfst te maken heeft. Zo ook het maken van sneeuwpoppen in de winter, het tekenen van lentebloemen in de lente en leuke verhalen over het strand en de vakantie in de zomer.

Tijdsbeleving en tijdsbesef

Ook thuis wordt de tijd beleefd. Er is een tijd om te eten, een tijd om naar bed te gaan, een tijd om tv te kijken, een tijd om op visite te gaan, etc. Het tijdsbesef is voor het kind dus nog wel erg gekoppeld aan een activiteit. Zo betekent bijvoorbeeld dat naar voetbal gaan dat het vrijdag is, als papa je van school komt halen dan is het maandag, niet naar school gaan betekent het is weekend.

Ook wordt het tijdsbesef ontwikkeld door samen met je kind te praten over gebeurtenissen die op een vast tijdstip plaatsvinden, zoals naar school gaan, naar zwemles, op een bepaalde tijd eten, slapen, tv kijken, aankleden, nog één nachtje slapen, dan…etc. En misschien is het voor kinderen een houvast als er thuis ook dagritmekaartjes gebruikt worden, natuurlijk speciaal gericht op thuissituaties.

Houd als ouder altijd in gedachten dat je kind niet iedere tijdsaanduiding zomaar begrijpt. Dat bijvoorbeeld “straks” vaak om een nadere aanduiding vraagt. Je zult zien dat je kind dan geleidelijk een steeds beter begrip van de tijd ontwikkelt.

Woorden die met tijd te maken hebben.

Straks, even, later, vroeger, zo dadelijk, onmiddellijk, nu, binnenkort, daarna, eerst, laatst, beginnen,
vandaag, (over) morgen, (eer)gisteren, vorige (week), volgende (week), verleden (jaar), ’s morgens, middag, ’s avonds, ‘s nachts, tenslotte., eindigen.

Seizoen winter

Seizoen winter

Het winterseizoen biedt tal van mogelijkheden om de kinderen iets te leren over de winter. De bomen zijn inmiddels kaal en het is koud, nat en guur. Een prima tijd om je kleuter tegenstellingen te leren. Het is vroeger donker en later licht. Binnen is het lekker warm en buiten is het koud. De kinderen hebben geen dunne kleren meer aan, maar dikke. Een gezellige tijd dus om leuke activiteiten te doen met je kleuter. Zowel binnenshuis als buiten.

Buiten spelen

Als er sneeuw ligt is het natuurlijk heerlijk om met je kleuter buiten te zijn. Sneeuwballen maken en gooien, een sneeuwpop maken, sleetje rijden etc. Maar ook gewoon door de sneeuw lopen is voor je kleuter al een hele ervaring. De sneeuw kraakt onder je schoenen, je moet uitkijken dat je niet wegglijdt, er moeten grote stappen gemaakt worden, want je zakt weg in de sneeuw. Je staat er zelf niet bij stil, maar stiekem zijn het allemaal goede oefeningen voor de fijne maar ook de grove motoriek. Helemaal leuk wordt het als de voor de kinderen een sleetje kunt kopen en / of samen met hen sneeuw gaat ruimen. Laat de kinderen de koude tinteling van sneeuw maar eens aan hun handen voelen en laat ze zichzelf of een ander eens met sneeuw “inzepen”. Maak samen lol. Laat ze de sneeuw eens in een potje doen en meenemen naar binnen. Wat gebeurt er dan met de sneeuw? Of zet een potje met water een nachtje buiten, als het vriest. Wat gebeurt er met het water? Smelten en dooien zijn niet alleen tegenstellingen, maar voor je kind zijn het ook nieuwe woorden.

Als het vriest en de sloot is bevroren, kun je gaan schaatsen. Er zijn speciale schaatsen met 2 bladen, die je onder de laarzen/schoenen kunt binden. Zo kunnen de kinderen leren om op het ijs te “schaatsen” en hun vaardigheden verbeteren. Eerst eventueel met gebruikmaking van een krukje of stoel. Later kun je eventueel speciale kinderschaatsjes kopen in de winkel of misschien overnemen van andere ouders met ouders kinderen. Je kind moet dan al wel een beetje kunnen schaatsen. Is het nog te vroeg om al te schaatsen, gebruik dan eens een sleetje, maar grijp beslist de kans aan om je kind met sneeuw en ijs kennis te laten maken. Dat lukt immers toch al niet zo vaak!

Maak met je kind ook eens een voederketting voor vogels, met behulp van naald en draad, pinda’s en een prikpen en mat. Rijg de draad aan de naald. Leg een pinda op de prikmat en prik de naald door de pinda. Haal het touw erdoorheen en doe dit net zolang totdat de ketting vol zit met pinda’s. Zoek een mooi plekje buiten om de voederketting op te hangen.

Binnen spelen

Ook voorlezen of zelf met je kleuter boekjes bekijken, is een leuke bezigheid. Enkele suggesties voor winterboeken:
’t is winter – Jolanda Dijkmeijer
Het grote voorleesboek van de winter  – Saskia Noort en Tineke van der Stelt
Het vrolijk voorleesboek – Marianne Busser en Ron Schroder
Wat een winter (kijk en zoekboek) – Rotraut Susannne Berner
Wauw het is winter – Vivian den Hollander

Knutselactiviteiten

Tekenen en kleuren met potloden of krijtjes, knippen en plakken, schilderen, prikken, etc. Laat de kinderen leuke voorstellingen maken van de winter.
Lekker puzzelen of gewoon spelen met het speelgoed is ook leuk bezig zijn. Laat je kind dan ook eens alleen spelen, zonder dat jij het moet bezighouden.
Verzin leuke opdrachten; bijv.
– Maak die puzzel eens in tien minuten af, en zet de keukenklok op tien minuten. Lukt het niet in 10 minuten, doe je er dan 10 erbij. Lukt het wel, laat een moeilijkere puzzel doen in die tijd.
– Maak een tekening met drie sneeuwmannen met ieder drie knopen op z’n buik, een wortelneus, ogen en mond en een hoedje op z’n hoofd. (Kan ook met knippen en plakken) Hang het resultaat op.
– Kleed je poppen ook eens dik aan.
– Maak een zelf bedachte autobaan en laat je auto’s rijden.
– Bekijk een prentenboek en verzin een eigen verhaaltje. Vertel het onder het eten.
– Zoek in een prentenboek alle letters met een -m- (of andere letter die het al kent). Hoeveel zijn er dat?

Samen in de keuken iets bakken

Bijvoorbeeld smeltende sneeuwmannen. Daarvoor gebruik je kleine cakejes, wit glazuur marsepein (verschillende kleuren), een een cake decoratie food pen.
Doe op de cakejes wat wit glazuur. Maak van de marsepein een sjaal, hoed, wantjes, het hoofdje en de neus. Het gezicht kun je tekenen met een cake decoratie food pen. De cakejes kun je of zelf maken of kant en klaar kopen.

Natuurlijk kun je ook naar de bioscoop of theater gaan. Allemaal manieren om gezellig met je kleuter de winter door te komen!

Kerstmis

Kerstmis: gezellig, maar ook leerzaam

Heerlijk die sfeervolle decembermaand! Eerst het Sinterklaasfeest en direct daarna de fantastische kersttijd op school en thuis. Een prima tijd ook, om je kind te helpen zich (verder) te ontwikkelen. Het sprookje, met fraai verlichte winkels en straten, begint al bij het sinterklaasfeest voor de kleuters. En de gehele familie geniet mee! Zodra de Goedheiligman is vertrokken breekt de knusse kersttijd aan.

Wennen

Voor kleuters zijn deze drukke weken extra gezellig. Ze leren veel op school in deze periode. Bijvoorbeeld hoe ze beter en socialer met elkaar om kunnen gaan en zelfstandig dingen kunnen doen. De kinderen wennen al een beetje aan de school en hebben meestal geen moeite meer met het “afscheid nemen” van hun ouders. De meesten gaan graag iedere dag naar school, waar hen een voorspelbaar, overzichtelijk en veilig programma wacht.

Tóch zit iedere dag voor het kind weer vol nieuwe dingen. Omdat ze handiger en “mondiger” worden gaan ze daar steeds beter mee om. Ze wennen bovendien aan de groep, doormiddel van kringgesprekken, het kiezen van vriendjes en/of vriendinnetjes en het samen doen van werkjes.

Voorbereidingen

In december zijn de voorbereidingen voor het kerstfeest in volle gang, zowel op school als thuis. Voor je kleuter ook spannend, want in en om het huis wordt alles in kerstsfeer gebracht met lichtjes, kaarsjes, belletjes, kersttakken en kerststukken. En ook de kerstboom mag natuurlijk niet ontbreken. Het kerstfeest is immers het feest van het licht, zoals de religieuze betekenis aangeeft. Het licht symboliseert daarbij de geboorte van Jezus. Daarom wordt ook in vele huizen een kerststal geplaatst.

Op vrijwel alle scholen wordt volop aandacht besteed aan het kerstfeest. In de hal en vaak ook in iedere klas wordt een boom gezet. Kerstliedjes worden aangeleerd, het kerstverhaal verteld en kerstversieringen gemaakt. De school wordt fraai versierd, vaak ook met dingen die de kinderen zélf mogen maken. De meeste scholen organiseren een speciale kerstviering. Vaak in de vorm van een kerstmusicals, of het naspelen van het kerstverhaal door kinderen en/of leerkrachten. En op bijna iedere school mogen de kinderen ‘s avonds terugkomen om het kerstfeest samen met de klas te vieren. Er wordt dan stilgestaan bij het kerstverhaal en de ouders verzorgen een “kerstdiner”. Een gezellig samenzijn in een sfeervol versierde klas, dat beslist een van de hoogtepunten vormt in het schooljaar.

Zelfredzaamheid en sociale vorming

Het samen versieren, luisteren, knutselen, zingen, voorbereiden en vieren draagt bij aan de zelfredzaamheid en sociale vorming van de kleuter. Zo gebruikt de school deze tijd ook om te blijven werken aan het bijvoorbeeld het rekenen, de taalontwikkeling en de ontwikkeling van bijvoorbeeld de fijne en grove motoriek.
Als ouder kun je daar thuis gemakkelijk op inspelen door bijvoorbeeld de lampjes te tellen of de ballen in de boom, de sterren en dergelijke. Maar ook waar zijn er meer of minder van? Ook wordt de woordenschat van je kind verrijkt met nieuwe woorden zoals kun je de woorden zoals piek, kerstbal, kerststukje, engeltje, dennenboom, kerststal, kribbe, herder, versiering, kerstklokje, etc. Dus het leren staat niet stil! Ook kun je je kind vragen te helpen bij het bakken van koekjes; bijvoorbeeld het aantal lepels suiker of meel tellen, het kneden en vormen etc.

Boeken

En vergeet vooral niet je kind in deze tijd eens te verblijven met een prentenboek, passend bij de leeftijd. Overleg eventueel eens met de leerkracht, maar hieronder geven we u alvast een paar suggesties:

– Kerstmis                                         Dick Bruna
– Karel viert Kerstmis                          Liesbeth Sleger
– Kerstmis met muis                           Lucy Cousins
– Het is Kerstmis                                Betty Sluyzer
– Op weg naar kerst                           Susie Poole
– Het vrolijke kerstvoorleesboek          Marianne Busser en Rond Schröder

Allemaal leuke en mooie boeken speciaal geschreven voor kleuters.

Bij deze wensen we u alvast hele fijne kerstdagen toe!

Kringloopwinkel

De kringloopwinkel

Het meeste baby-, peuter- en kleuterspeelgoed wordt maar korte tijd gebruikt, vaak door meerdere kinderen uit het gezin. Jonge ouders geven uiteraard het liefst nieuw, ongebruikt speelgoed, maar dat is niet altijd mogelijk en bovendien niet altijd nodig! Breng eens een bezoekje aan een ruilbeurs voor kinderspeelgoed of -kleding en/of ga eens naar de kringloopwinkel. Dat scheelt vaak veel geld en is bovendien beter voor het milieu.

Sociale functie

Kringloopwinkels zijn niet alleen bedoeld om afgedankte goederen die nog niet versleten zijn een “tweede leven” te geven. Ze bieden meestal ook werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Mensen dus, die moeite hebben om in het reguliere bedrijfsleven een baan te vinden. Kringloopwinkels hebben doorgaans een sociale functie en zijn niet primair gericht op het maken van winst.

Kwaliteit

Soms heb je artikelen die nog best goed bruikbaar zijn, maar om een of andere reden overbodig zijn geworden. Je vervangt je tv door een Smart tv, gaat kleiner wonen of erft een complete inventaris. Als je die goederen naar de kringloopwinkel brengt kunnen zij er anderen er heel vaak een groot plezier mee doen. Speelgoed en kinderkleding raken al gauw overbodig en gelukkig kennen steeds meer ouders de weg naar de kringloopwinkel. Een paar dagen later liggen ze fraai uitgestald te wachten op een koper. Artikelen van goede kwaliteit, die vaak behoorlijk prijzig waren gaan voor een appel en een ei van de hand.  Blijven artikelen te lang in de schappen liggen dan worden ze vaak nog eens extra afgeprijsd en soms houdt zo’n winkel een actie om ruimte te scheppen voor nieuwe aanvoer.

Leren

Wie de tijd neemt om af en toe eens de kringloopwinkel binnen te stappen vindt daar vaak heel leuk en leerzaam speelgoed. Opvallend vaak ook educatief speelgoed, zoals puzzeltjes, memoryspellen, allerlei varianten van domino en ganzenbord, kwartetspellen en soms zelfs specifieke educatieve spellen, zoals mini loco en dergelijke. Deze spelletjes worden vaak ook op school gebruikt om je kind spelenderwijs vertrouwd te maken met tellen, spellen, het herkennen van vormen, woordjes en dergelijke. Kijk maar eens in de klas van je kind rond en je ziet talloze voorbeelden. Of vraag er eens naar bij de leerkracht.

Ook kleding

Door af en toe een kringloopwinkel binnen te lopen kun je vaak aantrekkelijke koopjes “scoren” en je kind(eren) een boel leerzaam plezier bieden. Denk niet dat de kringloopwinkel alleen bedoeld is voor mensen met een minimuminkomen. Het is een uitstekende plek om kwalitatief prima artikelen te kopen, die in heel goede staat verkeren en nog heel lang mee kunnen gaan. Niets om je voor te generen dus! Naast speelgoed wordt ook kinderkleding vaak overbodig als die nog lang niet versleten is. Heel goede, eigentijdse kleding vaak waar je kind veel plezier aan kan beleven.

Ruilbeurs en Speel-o-theek

Overigens zijn er naast de kringloopwinkel nog wel meer manieren om goedkoop aan zaken zoals speelgoed en kleding te komen. Bijvoorbeeld bij kleding ruilbeurzen. Maar ook bijvoorbeeld bij de speel-o-theek, waar je speelgoed voor een gering bedrag een tijdje kunt huren. De mogelijkheden variëren per regio en per seizoen. En is er niets te vinden in uw buurt? Kijk dan eens op Marktplaats of organiseer eens met een paar mensen zélf een ruilbeurs voor speelgoed of kleding. Bijvoorbeeld, samen met de school van je kinderen.

Sinterklaasfeest

Sinterklaasfeest

Ouders vinden het heerlijk om van het Sinterklaasfeest voor hun kinderen een heuse belevenis te maken. Begin liever niet te vroeg met de spanning op te bouwen, zodat het ook écht een feest is. Gun kinderen hun fantasie, bijvoorbeeld door Sint en Piet na te spelen. Maar gebruik Sint en Piet niet om je kind te straffen. Dat is beslist niet meer van deze tijd!

Reclame

De vroege reclames op tv, in kranten, folders en in de winkels geven kinderen de indruk dat het niet lang meer zal duren voor het feest er is. Eigenlijk duurt die tijd van spanning voor de kinderen veel te lang. Het is daarom verstandig om er nog niet te vroeg al veel over te vertellen. Dat kan eigenlijk pas vanaf de aankomst van de Sint met de stoomboot. Vanwege de spannende sinterklaastijd kunnen kinderen banger zijn dan anders. Zo kunnen zij bijvoorbeeld weer bang zijn in het donker, bang zijn om naar de wc te gaan, bang van de regen op het raam, etc.  Maar ook kunnen zij bang zijn van Sint en Piet. En dat is beslist niet nodig!

Bang

Er zijn verschillende manieren om ervoor te zorgen dat je kind niet bang hoeft te zijn voor de Sint. Op de eerst plaats kun je je kind geruststellen en het gezellig maken, bijvoorbeeld door liedjes te zingen en leuke verhaaltjes voor te lezen. Ook kun je je kind verkleedkleren geven, waarin het Sint en Piet kan naspelen. Die zijn voor weinig geld al te koop. En komt de Sint een keer thuis op bezoek, dwing je kind dan niet op z’n schoot te gaan zitten of om Piet persé een hand te geven. Blijf altijd bij je kind wanneer Sint of Piet er zijn en vertel je kind dat zij er zijn om cadeautjes geven. Dreig nooit met Sint die alles ziet en slechte dingen onthoudt. Nee, soms komt hij stiekem ‘s nachts iets lekkers, een briefje of een cadeautje in de schoen doen.
Vertel dat je een afspraak met Sint en Pieten maakt wanneer ze op bezoek kunnen komen. Sint weet zoveel van je kind, omdat jij dat hebt verteld. En dat alle goede dingen over je kind in het grote boek staan. Gebruik Sint nooit als boeman om je kind te corrigeren. En die zak…. gebruikt de Sint alleen voor de cadeautjes.

Sinterklaas bestaat (niet) ?

Het kan voorkomen dat kinderen “op straat” horen dat sinterklaas niet bestaat en dat ze  aan jou vragen of dat waar is. Kleuters maken nog geen onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid. Bij zoiets spannends als Sinterklaas, wint de beleving het vaak van de werkelijkheid. Als je kind erg bang blijft, of blijft vragen of sinterklaas bestaat, dan kun je hem/haar vertellen dat sinterklaas vroeger echt heeft bestaan en dat hij een goede man was, die veel om andere mensen heeft gegeven.

Cadeaus

Kinderen hebben voor hun ontwikkeling na verloop van tijd ander speelgoed nodig. Het is daarom verstandig om te kiezen welk speelgoed voor de leeftijd van jouw kind het beste is. Daardoor bereik je dat er ook mee gespeeld wordt. Vaak is een klein cadeautje ook goed. Cadeautjes behoeven niet altijd groot en duur te zijn. Tussendoor een lief briefje van de Sint in de schoen is al voldoende. Belangrijk is dat het sinterklaasfeest voor jou en je kind een heel fijn feest wordt!!

Halloween

Halloween

Omdat de media er steeds meer aandacht aan besteden dringt de viering van Halloween ook tot sommige scholen door. Maar wat is nou eigenlijk Halloween? Met welke tradities is het omgeven? Hoe “vier” je Halloween en wat voor invloed heeft zo’n griezelfeest op kleuters?

Tradities

Nederland kent nog allerlei feesten en gebruiken die voortkomen uit soms erg oude tradities. Een goed voorbeeld is uiteraard het typisch Hollandse Sinterklaasfeest. Ook zijn er veel nogal lokale en regionale gebruiken en tradities, zoals Luilak, Sint Maarten en Driekoningen. Soms nemen we ook gebruiken over uit andere culturen. Halloween bijvoorbeeld en misschien op den duur het Islamitische Suikerfeest.

Allerzielen

Halloween komt feitelijk voort uit de Christelijke traditie. Het is de Angelsaksische variant op Allerzielen op 2 november. Dat is de dag waarop de doden worden herdacht, onder andere door een bezoek aan het kerkhof. Op de graven worden dan bloemetjes en lichtjes geplaatst et cetera.

Allerzielen is in de traditie nauw verbonden met het feest van Allerheiligen op 1 november. Dat geldt ook voor Halloween, dat op 31 oktober wordt gevierd, dus juist aan de vóóravond van Allerheiligen. Deze traditie ontstond in de 16e eeuw in Schotland en is eigenlijk een verbastering van “All Hallows Even” wat “de avond voor Allerheiligen” betekent.

Halloween

Halloween is een feest waarbij kinderen zich verkleden als griezelfiguren en ’s avonds bij de huizen aanbellen. Ze roepen dan “Trick or treat” wat betekent: “Als je mij geen snoepjes geeft, haal ik een grap met je uit”. Daarom krijgen ze vaak snoepjes. Ook zijn de huizen dikwijls versierd met lichtjes, uitgeholde pompoenen als gezichten en griezelige attributen. Soms worden ook enge hapjes en drankjes gemaakt, zoals bloederige milkshake. De bij Halloween gebruikte pompoenen vormen feitelijk het Amerikaanse alternatief voor koolrabi. Vroeger beschermden de mensen hun huizen tegen het kwaad door uit koolrabi’s lantaarns met afschrikwekkende gezichten te snijden. Omdat die koolrabi’s in Amerika niet voldoende in voorraad waren, werden ze vervangen door pompoenen, die er juist wel in overvloed waren en zijn.

Griezelen

Kleuters beleven het “griezelen” als iets magisch, zoals een sprookje of een verhaal over heksen, monsters, of andere fantasiewezens. Volgens onderzoekers is griezelen feitelijk experimenteren met het beleven van verschillende angstgevoelens. Op die manier ontdekken kinderen hoeveel spanning zij eigenlijk aan kunnen en hoe ze daar het beste mee om kunnen gaan. Kinderen die te bang zijn en angst vermijden, leren niet hun angsten te verdragen en te overwinnen. Angst of sensatie kan ook een prettig gevoel zijn. Bovendien is het weleens goed om nieuwe, prikkelende dingen, zoals griezelen, mee te maken.

Griezelboeken

Om alvast een beetje aan het griezelen te wennen zijn hier een paar “griezelboeken” voor kleuters:

  • Max en de Maximonsters
  • De Gruffalo
  • Bang mannetje
  • Donker is de nacht
  • (G)een spook onder mijn bed
  • Hennie de heks
  • Een dik vet monster
  • Het spook Nijntje, en nog veel meer…..
« Oudere berichten Recent Entries »