Tag Archives: aandacht

Liefde voor je kleuter

Liefde voor je kleuter

Ouders hebben het állerbeste met hun kind voor en willen het liefst tegen iedere negatieve ervaring beschermen. Maar is die houding altijd wel zo goed? Wat is er mis mee als je jonge kind eens wordt teleurgesteld of een beetje pijn ervaart? Je kunt je kleuter geen grotere dienst bewijzen dan door hem of haar weerbaar te maken en hem of haar te leren dat niet altijd alles in het leven van een leien dakje kan gaan.

Vallen en opstaan

Toen je kind voor het eerst leerde lopen hield je beschermend je armen om hem heen om het op te vangen als het mis zou gaan. En soms ging het mis, maar uiteindelijk leerde het lopen, rennen en springen. Je helpende werd overbodig, maar er volgden nieuwe uitdagingen, omdat je kind telkens zijn grenzen verlegt. En opnieuw gaat er weleens iets fout en heeft je kind verdriet en pijn. Feitelijk kun je niet veel meer doen dan de risico’s beperken. Er is niets mis mee als je figuurlijk je armen beschermend om je kleuter legt, maar maak er geen beklemmende houdgreep van.

Baby’s zijn beperkt in hun mogelijkheden om emoties naar buiten te brengen. Ze lachen of ze huilen. Maar zodra ze leren praten kunnen ze hun gevoelens steeds beter uitdrukken. Desondanks vallen ze soms nog terug op hun meest primaire uitdrukkingswijze: het huilen. Zelfs volwassenen doen dat, als emoties hen teveel worden. Kinderen weten dat hun ouders intuïtief reageren als ze gaan huilen. Dan gaan ze helpen en troost bieden. Dan krijgen ze aandacht. Gelukkig maar, als er échte nood is, maar het wordt een probleem als je kind je met huilen gaat manipuleren.

Communicatiemiddel

Sommige peuters en zelf kleuters gebruiken huilen als communicatiemiddel. Ze gaan huilen, telkens als er eens iets tegenzit. En de ouders draven onmiddellijk op om het probleem van hun kind aan te pakken, vooral door hun kind z’n zin te geven. Lukt dat niet, dan zet het kind gewoon een nieuwe huilbui in of grijpt zelfs naar een nóg krachtiger “wapen” het krijsen. Dat laatste vooral als het merkt dat de begeleidende ouder zich geneert voor de omstanders. Zijn kinderen nou echt zo gemeen? Nee, maar ze worden geholpen door hun natuurlijke intuïtie. Ze kennen de onvoorwaardelijke loyaliteit van hun ouders en maken daar gebruik van. Of … misbruik…

Grenzen

Stel duidelijke grenzen. Wanneer het weet dat je niet gevoelig bent voor hun gehuil en gedram houdt het daar al snel mee op. Kijk anders maar eens naar een opvoedprogramma als “nanny” Joe Frost. Maar ook wanneer je je kind geleerd hebt “normaal” te doen en gewoon te praten (net als pappa en mamma) dan nog kun je het niet steeds z’n zin geven.

Weerbaar en zelfstandig maken

Sommige ouders doen er alles voor om hun kind overal en altijd voor tegenslag te behoeden. Knuffel onvindbaar? Mamma zet het hele huis op z’n kop. Ruzie met een vriendjes? Mamma trekt erop uit om het op te lossen. Een standje gekregen op school? Moeder spreekt de juf er op aan. Wanneer je voortdurend ieder probleempje voor je kind oplost wordt het nooit weerbaar en zelfstandig. Sommige ouders houden dit – in een of andere vorm – vol tot hun kinderen volwassen worden. Nouja, eigenlijk worden ze nóóit volwassen. Bij volwassenheid hoort immers dat je gewoon je eigen problemen aanpakt. En daar hebben ze nooit de kans voor gekregen.  Echte liefde voor je kleuter betekent dat je begint met hem of haar weerbaar te maken voor tegenvallers, leert omgaan met ruzietjes, met een geschaafde knie, een val uit de schommel of even op de beurt wachten. Je kind eindeloos aan het armpje meenemen door het leven is kiezen voor korte termijn oplossingen, is als een kusje op de knie als het gevallen is. Zelfredzaamheid daarentegen is een geschenk waar je kind z’n hele verdere leven plezier aan beleeft.

Gehoorzaam zijn valt te leren

Consequent zijn is de sleutel

Waarom gehoorzaamt mijn kind op school wél en is het thuis soms zo onhandelbaar? Wie is er niet soms jaloers op de juf die wél de baas is? Het geheim van de juf is: consequent zijn! Vooral de vaak overvolle klassen in het tegenwoordige onderwijs vragen om veel discipline van de kinderen en de leerkrachten. Om ieder kind voldoende tot z’n recht te laten komen is een goed leerklimaat nodig, met voldoende rust voor de kinderen en overzicht voor de leerkracht.

Consequent

Kinderen zijn het meest op hun gemak in situaties die zij voldoende kunnen overzien. Bijvoorbeeld een voorspelbaar dagprogramma, maar ook voldoende rust in de klas. Vooral in de kleuterklas wordt daarom veel aandacht besteed aan gedragsregels. Onder andere netjes op je stoeltje zitten, niet door elkaar heen praten, hand opsteken als je het woord wilt, niet schreeuwen en op je beurt wachten. Het handhaven van de rust in de klas is noodzakelijk voor goed onderwijs. Daarom wordt ieder kind vanaf de eerste dag op school telkens herinnerd aan de regeltjes, net zo lang tot het zich voldoende aan de situatie op school heeft aangepast.

Tact

Sommige kinderen hebben even tijd nodig om aan de regeltjes te wennen. Dan is het vaak beter de teugels even wat te laten vieren en niet te veeleisend te zijn. Als een kind bijvoorbeeld nog niet in de kring wil gaan zitten dan mag het best blijven staan of wat buiten de kring gaan zitten. Het merkt dan vanzelf dat de andere kinderen zich wél aanpassen. Meestal volgt het nieuwe kind al snel hun voorbeeld, maar soms vraagt dat wat meer tijd. Teveel aandringen en een te dwingende aanpak werkt vaak averechts en leidt alleen maar tot een onnodige machtsstrijd en onrust in de klas. Een goede leerkracht is een professional die te allen tijde rustig blijft, ook in de zeldzame gevallen dat een kind zich echt problematisch gedraagt.

Thuis

De omstandigheden op school zijn nauwelijks te vergelijken met die in de thuissituatie. De leerkracht is de gehele dag alleen maar met haar groep bezig, terwijl je kind thuis de aandacht van zijn of haar moeder vaak moet delen met huishoudelijke zaken. Daarom is het zo belangrijk dat moeder af en toe wat tijd vrijmaakt om leuke dingen te doen met de kinderen. Bij thuiskomst samen wat drinken bijvoorbeeld en even infomeren hoe het op school was. Feitelijk doet de leerkracht dat ook en vaak kan ze gesprekjes met de kinderen (al dan niet in de kring) aangrijpen om hen iets te leren.
Als bijvoorbeeld een kind gepest wordt kan de juf daarover in de groep praten en hen leren hoe met zulke situaties om te gaan. Jij, als ouder, kunt dat thuis ook doen! Doe eens een spelletje als er tijd voor is. Accepteer daarbij niet dat een van de kinderen het voor de anderen verpest. Zie consequent toe op naleving van de regeltjes die je in je gezin hebt “afgesproken”. Ook thuis is consequent zijn het sleutelwoord.

Hinderlijk gedrag

Gedragen alle kinderen zich altijd volgens de regeltjes van de school? U raadt het al… dat is natuurlijk niet het geval. Er gaat altijd weleens wat mis. Maar dat hoort erbij, net zoals een keertje in de broek plassen of van de schommel vallen… Soms heeft een kind gewoon z’n dag niet en moet de leerkracht weleens wat door de vingers zien. Maar over het algemeen geldt dat je kind veel meer plezier in het leven krijgt als het zich acceptabel gedrag eigen maakt. Veel onnodige stress wordt vermeden als duidelijk is dat hinderlijk gedrag niet wordt geaccepteerd. Op de school geldt “ja = ja” en “nee = nee”. Daar valt niet op af te dingen en het is voor iedereen duidelijk. Trouwens…. niet verder vertellen hoor! Dat is het geheim van de juf!

Je tweede kind

Veranderde rol voor ouders

De geboorte van je eerste kind is heel bijzonder. Je wereld ziet er opeens heel anders uit.  Alles is nieuw voor je! De ene ouder leeft op een roze wolk en voor de ander kan het juist beklemmend zijn. Gun jezelf daarom de tijd om aan je nieuwe rol als ouder te wennen.

Bij de geboorte van je tweede kindje is de nieuwigheid er al een beetje af. Je weet hoe je je kunt voelen en wat je te wachten staat. Feitelijk heeft je eerste kind al een beetje de weg gebaand voor het tweede. Het is overigens helemaal niet zeker dat het daardoor voor jou wat gemakkelijker wordt. Ieder kind is immers verschillend!

Bij je eerste kind bouw je ervaring op met o.a. de peuterspeelzaal, de basisschool en eventueel de dagopvang. Bij je tweede kind weet je dat allemaal al. Misschien ging je tweede kind al mee om je oudste naar school te brengen. Zo wende het al een beetje aan de school en de klas, waardoor de eerste dag op school misschien wat minder emoties oproept, zowel voor je kind als voor jou.

Maar houd er wel rekening mee, dat je tweede kindje qua karakter en gedrag niet een kopie is van je oudste. Gelukkig heeft ieder kind een eigen karakter, een eigen willetje, een eigen “persoonlijkheid”.

De plaats in het gezin

De plaats in het gezin kan ongemerkt van invloed zijn op de opvoeding en zelfs de persoonsvorming van een kind.
De komst van een broertje of zusje kan bij het oudste kind tot enige jaloezie leiden, doordat het de aandacht van de ouders en anderen voortaan moet delen. Ouders gaan vaak overdreven bezorgd om met hun eerste kind, terwijl ze hun tweede kind al gauw wat meer vertrouwen geven. Het eerste kind heeft voornamelijk de ouders als “rolmodel”, terwijl het tweede kind zich meer spiegelt aan de oudste. Wat het oudste kind vaak zélf moet ontdekken kijkt het tweede kind van zijn of haar broertje of zusje af.

De komst van een tweede kind vraagt opnieuw een andere organisatie van jouw leven als ouder. Als bijvoorbeeld je jongste kind ’s middags gaat slapen kun je wat meer aandacht schenken aan je oudste kind. Onderschat overigens nooit het verschil in karakter en aanleg van je kinderen. Dat blijkt vaak al bij het leren praten, kruipen of lopen. Ook later zal blijken dat ieder kind zich op geheel eigen wijze ontwikkelt.

Tweeling

Sommige ouders worden verrast door de komst van een tweeling. Tweelingen hebben het voordeel dat ze al vanaf hun geboorte aan elkaar kunnen wennen. Soms neemt daarbij al gauw een van de twee ‘n beetje de leiding op zich.

Voor ouders is het vaak vanzelfsprekend dat ze op school bij elkaar in de klas komen.
Maar veel scholen denken daar anders over en plaatsen tweelingen zo mogelijk in verschillende groepen. Ieder kind maakt daar eigen vriendjes en thuis aan tafel kunnen ze ieder hun eigen ervaringen vertellen. Ze leren ook wat meer onafhankelijk van elkaar te denken en handelen en hun eigen aanleg en voorkeuren te volgen. Bovendien treedt het meest volgzame kind van de tweeling een beetje uit de schaduw van het wat meer dominante broertje of zusje.

Enig kind

Kinderen zonder broertjes of zusjes zijn een beetje vergelijkbaar met een eerstgeborene. Van jongs af aan praten ze vooral met volwassenen. Net als een eerste kind kunnen ze niet vergeleken worden met broertjes of zusjes en behoeven ze ook niet met hen te wedijveren. Ze staan soms wat minder open voor nieuwe ervaringen. Die verschillen behoren tot de dynamiek in een gezin en het ontbreken daarvan behoeft geen probleem te vormen.

Overigens kunnen enige kinderen soms wat minder zelfredzaam zijn, omdat ze, meer dan andere kinderen, gewend zijn wat vaker voor hulp bij hun ouders aan te kloppen. Allemaal bepaald geen onomkeerbare verschillen, zodat ze ook geen nadeel behoeven te vormen in de verdere ontwikkeling van het kind.

Kringactiviteiten

Samen luisteren, praten, spelen

Tijdens een schooldag zitten de kinderen regelmatig in een kring, samen met de leerkracht. Zij luisteren, praten, doen spelletjes, denken na, krijgen en geven aandacht etc. Kringactiviteiten zijn een vast onderdeel van iedere schooldag in de kleutergroep. De manier waarop ze worden ingevuld kan per school en zelfs per juf of meester verschillen.

Op de meeste scholen wordt begonnen in de kring. De dag wordt geopend met een liedje. Iedereen wordt weer welkom geheten in de klas. Soms begroeten de kinderen elkaar door een hand te geven en elkaar goede morgen te wensen.
Dan wordt vaak iedere dag hetzelfde ritueel gedaan: Welke dag is het vandaag? Wie weet welke datum het is en welke maand? Wat voor weer is het? Voor de meeste onderwerpen is er wel een liedje, zoals een dagen-van-de-weekliedje” of een “weerliedje”.

Allerlei doeleinden

Waarom is de kring zo belangrijk? Daarvoor zijn allerlei praktische redenen:

  • Voor de taalontwikkeling wordt een verhaal verteld of voorgelezen. De kinderen leren om te luisteren, om te concentreren, om te denken (als de juf vragen stelt over het verhaaltje), om hun fantasie te stimuleren. Ze leren ook om naar elkaar te luisteren.
  • Om begrippen te oefenen krijgen de kinderen eenvoudige opdrachten. “steek je handen in de lucht”, “ga eens op je stoel staan, ga eens naast, achter of voor een kind staan” etc.
  • Om kleuren te oefenen worden spelletjes gedaan, zoals “Ik zie, ik zie”……iets roods.
    Kinderen zoeken in de klas iets roods en zetten dat dan in het midden van de kring.
  • Om het geheugen te trainen met behulp van geheugenspelletjes. Daarbij worden bijvoorbeeld voorwerpen op een tafel gelegd in het midden van de kring. Nadat de kinderen goed gekeken hebben, gaat er een doek over. “Wie kan opnoemen wat er onder het doek ligt?” Of telkens een voorwerp weghalen: “Wat is er weg?”
  • Om de waarneming te testen zijn er spelletjes zoals “Ik zie, ik zie”, iets vierkant, iets ronds, etc.
  • Om tijdsbesef bij te brengen  wordt een tijdwijzer gebruikt en wordt aan de kinderen gevraagd “Welke dag is het? “Is het nu morgen of middag?” “Wat doe je ‘s avonds?” “Over hoeveel nachtjes slapen is het feest?” “Noem eens de dagen van de week op” of “Welk seizoen is het nu?”
  • Voor een beetje inzicht in rekenen worden o.a. rekenspelletjes gedaan. Bijvoorbeeld: “Er liggen 4 kastanjes op de tafel, ik haal er eentje weg. Hoeveel liggen er nu nog?” Of “Ik doe er 2 bij hoeveel liggen er dan?”

Aan het einde van de schooldag zitten de kinderen weer in de kring en wordt soms geëvalueerd:

– Wat vond je fijn vandaag en waarom?
– Wat ging er mis en waardoor? Hoe kan het de volgende keer anders?
– Wat heb je vandaag geleerd?
– Wat vond je moeilijk?
– Wat vond je gemakkelijk?
Dan wordt afscheid genomen met een liedje en wenst iedereen elkaar een fijne thuiskomst toe.

Iedere leerkracht pakt kringactiviteiten wel een beetje anders aan, zodat ik heb volstaan met een aantal praktische voorbeelden. Juist dit soort activiteiten doen een groot beroep op de ervaring en het improvisatievermogen van de leerkracht.