Rouwverwerking bij kleuters (deel 1)
Ouders zouden hun kind het liefst beschermen tegen iedere vorm van verdriet en pijn, maar soms is dat onmogelijk. Bijvoorbeeld als iemand uit de directe omgeving van het kind overlijdt. Opa of oma, of nog dichterbij een van de ouders of een broertje of zusje. Het zal niet gemakkelijk zijn, maar Je kunt je kind helpen het verlies te aanvaarden en de pijn te verwerken. Ook kun je je kind helpen zich aan te passen aan een leven zonder de overledene, het verlies geleidelijk een plaatsje te geven en de draad van het leven weer op te pakken.
Kleuters hebben maar een beperkt begrip van de dood. Ze beseffen dat dood en verdriet met elkaar te maken hebben, maar bijvoorbeeld niet dat de dood onherroepelijk is en in sommige gevallen hun leven (heel) direct kan raken. Daarom is het belangrijk je kind helder uit te leggen wat er gebeurd is. Vertel de feiten en omstandigheden van het overlijden, ook als die dramatisch zijn. Wees zorgvuldig in de manier waarop je dit doet en probeer zo eerlijk mogelijk antwoord te geven op alle vragen.
Wat kan je kind bevatten?
Houd rekening met wat je kind al kan bevatten. Het begrippenkader van jonge kinderen is vaak nog heel beperkt. Kleuters halen vaak werkelijkheid en fantasie nog sterk door elkaar. Ze hebben nog geen direct besef van wat er feitelijk gebeurt. Zo nemen zij uitspraken bijvoorbeeld vaak letterlijk. Als je bijvoorbeeld zegt “die papa en mama hebben een kind verloren” dan denkt een kleuter misschien “waarom gaan ze dan niet zoeken?”
Kinderen van alle leeftijden, dus ook kleuters, zijn onder de indruk van het verdriet van hun ouders en begeleiders en worden daardoor uiteraard ook beïnvloed. Vertel kinderen daarom zoveel mogelijk over de feiten en omstandigheden van het overlijden, ook als die omstandigheden dramatisch zijn. Houd er daarbij rekening mee dat de fantasie van kinderen veel erger kan zijn dan de werkelijkheid.
Afhankelijk van de situatie is het vaak goed je kind(eren) zoveel mogelijk te betrekken bij alles wat geregeld moet worden. Vooral als je kinderen altijd een nauwe band hadden met de overledene is hun inbreng belangrijk. Om hun betrokkenheid bij het afscheid te vergroten kun je ze bijvoorbeeld taken geven. Ga in ieder geval afscheid nemen van de overledene, ook wanneer je kind(eren) daar tegenop zien. Praat daar met hen over, maar gebruik geen onnodige dwang.
Neem je kind mee naar de condoleance (maar vermijd het bekijken van de overledene). Dit is niet alleen een belangrijke stap om het overlijden een plaatsje te geven, maar het leert ook van verdriet, troosten en getroost worden. Lees ook eens een boek voor over doodgaan. Kleuters identificeren zich altijd met hoofdpersonen uit boeken. En vaak wordt er ook, begrijpelijk voor kinderen, uitleg gegeven. Zie onderaan dit stuk enkele bruikbare (prenten)boeken.
Aangepaste dienst
Neem je kleuter gerust mee naar de uitvaartdienst, zeker als deze is aangepast aan de aanwezigheid van kinderen. Dat geldt met name bij de uitvaart van bijvoorbeeld opa of oma of anderen die een belangrijke rol in het leven van je kind hebben gespeeld.
Vooral wanneer het over een van de ouders gaat of over een broertje of zusje is het raadzaam met degene die de afscheidsdienst leidt te overleggen om deze af te stemmen op de aanwezigheid van kinderen. Dat bijvoorbeeld af en toe het woord rechtstreeks tot de kinderen gericht wordt. Misschien kunnen de kinderen zelfs een kleine taak krijgen in de dienst, zoals het aansteken van de kaarsen of het rond de kist leggen van de bloemen of het loslaten van witte ballonnetjes bij het graf.
Als je als ouder sterk emotioneel bij de overledene betrokken bent is het misschien raadzaam tijdens de afscheidsdienst iemand in de buurt te hebben die mede toezicht op de kinderen houdt.
Na het feitelijke afscheid is de periode van rouw niet afgelopen en de pijn nog niet verwerkt. Daarna zullen ouder(s) en kind(eren) zich moeten aanpassen aan een leven zonder de overledene. Ook is er tijd nodig om de overledene emotioneel een plaats te geven en de draad van het leven weer op te pakken. Vanaf 20 november 2017 meer daarover in een volgend bericht.
Ook is het verstandig de school en juf /meester op de hoogte te brengen . Zij kunnen vaak in de klas meehelpen het rouwproces te verzachten; door er met elkaar over te praten, eventuele boeken over doodgaan aan te bieden, een stiltehoek creëren met kaarsje en/of foto. Om op die manier het kind toch wat meer besef bij te brengen en er mee leren om te gaan.
BOEKEN VOOR KLEUTERS EN KINDEREN TOT 8 JAAR
– Als je dood bent, word je dan nooit meer beter? / P. Breebaart en J. Breebaart. – Rotterdam : Lemniscaat, 1993
Prentenboek waarin wordt verteld wat het konijntje Fred voelt en meemaakt als zijn kleine broertje Joep onverwacht ziek wordt en dood gaat. Zijn dood, de begrafenis en de zorg van allemaal wordt beschreven. Het verhaal ontstond na de dood van de tweejarige Remi, het zoontje en broertje van Piet en Joerie.
– Lieve oma pluis, Dick Bruna. – Amsterdam : Mercis publishing, z.j.
Oma Pluis is dood en ook opa heeft verdriet. Oma wordt begraven en Nijntje gaat af en toe haar graf mooi maken.
– Doodgaan is geen feest. Over doodgaan, cremeren en rouwen. / Riet Fiddelaers-Jaspers, ill. Jet Willems – Heeze : In de Wolken, 2003
In vrijwel alle kinderboeken over de dood wordt de overledene begraven terwijl de helft van de kinderen met crematie te maken krijgt. In dit prentenboek wordt aan de hand van de dood van een papa ingegaan op wat doodgaan is, op cremeren en op het rouwen van kinderen.
– Gewoon met z’n drieën / Alma Post. – Amsterdam : Sjaloom, 1997
Na het overlijden van de papa van Siem en Tom moeten de twee jongens er zich samen met hun moeder doorheen slaan. De pijn van het gemis is in het boekje af en toe sterk voelbaar. Door eenvoudig, helder taalgebruik met korte zinnen is het boekje geschikt om voor te lezen vanaf vier jaar en zelfstandig te lezen vanaf acht jaar.
– Nooit meer is voor altijd / Tannia Sels, ills. Joke Pype. – Hasselt : Clavis, 2000
De papa van Lotte is dood gegaan. ‘Papa komt nooit meer bij ons terug,’ zegt mama. Maar hoe lang is nooit meer? Prentenboek om met kinderen bespreekbaar te maken wat er verandert thuis en op school na de dood. Vooral de depressie van de moeder wordt goed in kindertaal uitgelegd.
– Derk Das blijft altijd bij ons, Susan Varley. – Rotterdam : Lemniscaat, 1984
Derk Das is een vriend van alle dieren. Hij is al oud en hij weet dat hij niet lang meer kan blijven. Hij droomt dat hij door een tunnel gaat en niets meer van ouderdom voelt. De dood van Derk Das is een schok voor alle dieren, maar het helpt als velen over hun problemen praten en kunnen lachen om de herinneringen.
– Kikker en het vogeltje, Max Velthuijs. – Amsterdam : Leopold, 1991
Kikker vindt een vogeltje aan de kant van de weg. Haas vertelt hem dat de vogel dood is en dan gaan ze met de andere dieren de vogel begraven. Daarna spelen ze samen verder.
Ik mis je, Paul Verrept. – Hasselt : Clavis, 1998
Een prentenboek met prachtige tekeningen. Wat is missen? Mis je je vriendinnetje als dat gaat verhuizen? Mist opa oma die dood is? En is dat hetzelfde? Als je je vriendin mist, ga je gewoon op bezoek. Dus doe je dat ook bij oma? En waarom kan dat niet? Wel naar het kerkhof natuurlijk. En gelukkig zijn er mensen die je vasthouden en troosten als je verdriet hebt. Een boek dat kracht uitstraalt door de eenvoud.
– Dat is heel wat voor een kat, vind je niet? / J. Viorst. – Haarlem : Gottmer, 1992
Als Roetje de poes is gestorven, heeft zijn baasje erg veel verdriet. Door tien dingen te verzinnen waarom hij zijn poes zo lief vond, verwerkt hij zijn verdriet. Hij weet negen dingen te noemen, maar het tiende is moeilijker. Tot dat hij of zij bedenkt dat de dood van Roetje meehelpt om te zorgen voor de bloemen, de bomen en het gras. Dat is het tiende ding, en dat is heel wat voor een kat, vind je niet?
– Een opa om nooit te vergeten, Bette Westera, ills. Harmen van Straaten.- Amsterdam: Hillen, Leuven : Davidsfonds/Infodok, 2000
Een prentenboek voor kinderen vanaf vier jaar. Het boek begint op de dag van de uitvaart van de opa van Joost. Er gebeurt van alles dat Joost nog nooit meegemaakt heeft. Hij heeft veel vragen ‘is het donker in de kist, doet dood gaan pijn?’ maar heeft toch vooral veel herinneringen. En als de tranen komen helpt de zakdoek van opa.