Tag Archives: christelijk

Een school kiezen voor je kind

Welke school je voor je kind kiest hangt sterk af van je persoonlijke situatie en voorkeuren.  Er is niet één standaard antwoord welke keuze de beste is. Daarom hieronder een aantal overwegingen die een rol kunnen spelen:

Voordat hun kind naar de basisschool gaat kiezen ouders meestal voor een kinderopvang of een peuterspeelzaal. Als je op zoek bent naar een fulltime opvang met een gevarieerd programma, dan is een kinderdagverblijf een goede keuze. Als je op zoek bent naar een parttime opvang die zich vooral richt op de sociale en emotionele ontwikkeling van je kind, dan is een peuterspeelzaal doorgaans een goede keuze.

De meeste ouders kiezen voor een kinderopvang of peuterspeelzaal in de buurt. Steeds vaker is dit een Integraal Kind Centrum (IKC) voor kinderen van nul tot dertien jaar, waar onderwijs, opvang en welzijnsactiviteiten zijn samengevoegd. School en kinderopvang vallen vaak onder één directie of bestuur en werken vanuit één pedagogische visie. Kinderen van de kinderopvang bij een IKC zijn doorgaans meteen verzekerd van een plek op de basisschool.

Het voorgaande komt er dus vaak op neer dat de keuze voor een kinderopvang of peuterspeelzaal tevens een keuze is voor de basisschool. Maar vaak zijn het praktische keuzes, ingegeven door bijvoorbeeld het gemak van de ouders of wat de meeste kinderen in de buurt doen. Meestal een veilige en praktische keuze dus, waar weinig nadelen aan kleven. Tóch zijn er veel ouders die zich zorgvuldig oriënteren, voordat ze een school voor hun kind kiezen.
Bijvoorbeeld door eerst eens een paar basisscholen in de buurt te bezoeken om een beetje een indruk op te doen over de sfeer daar. Het personeel, de omgang met de kinderen, het gebouw en eventueel zaken zoals de voor- en naschoolse opvang en dergelijke. Allemaal praktische zaken dus, die feitelijk nog niets te maken hebben met de onderwijskundige visie. Ga je deze aanpak volgen, bedenk dan wel dat je bezoek maar een momentopname is en je waarschijnlijk geen onderwijsdeskundige bent.

De hiervoor genoemde oriëntatie is feitelijk nog vrij oppervlakkig, maar kan wél goede informatie opleveren voor verder onderzoek. Iedere basisschool is verplicht een schoolgids op te stellen. Naast allerlei praktische zaken, zoals de schooltijden en vakanties staat daarin ook informatie over de inhoud en de aanpak van het onderwijs. Verder komen ook zaken aan de orde zoals kwaliteitszorg, passend onderwijs en dergelijke. Als ouders moet je er overigens maar op vertrouwen dat dit geen “dode letters” zijn, die niet door de feiten worden ondersteund.

Wil je meer weten over de onderwijsinhoudelijke kant van de school, dan kun je ook online bronnen raadplegen, met objectieve informatie over de school, zoals:
Onderwijsinspectie: Algemeen: https://www.onderwijsinspectie.nl/zoek-scholen
Onderwijsinspectie: Scholen op de kaart: https://scholenopdekaart.nl/
Onderwijsinspectie: Toezichtresultaten: https://toezichtresultaten.onderwijsinspectie.nl/
Alle cijfers:  https://allecijfers.nl/basisscholen-overzicht/

Elders op mijn weblog vind je meer informatie over de verschillende soorten basisscholen en hun specifieke betekenis. Bijvoorbeeld de verschillende “denominaties”, zoals katholieke, christelijke of openbare scholen, visies op het onderwijs, zoals Daltonschool, Jenaplanschool en dergelijke. De Vrijeschool en het Montessori onderwijs worden daarnaast nog wat uitgebreider beschreven.

Halloween

Halloween

Omdat de media er steeds meer aandacht aan besteden dringt de viering van Halloween ook tot sommige scholen door. Maar wat is nou eigenlijk Halloween? Met welke tradities is het omgeven? Hoe “vier” je Halloween en wat voor invloed heeft zo’n griezelfeest op kleuters?

Tradities

Nederland kent nog allerlei feesten en gebruiken die voortkomen uit soms erg oude tradities. Een goed voorbeeld is uiteraard het typisch Hollandse Sinterklaasfeest. Ook zijn er veel nogal lokale en regionale gebruiken en tradities, zoals Luilak, Sint Maarten en Driekoningen. Soms nemen we ook gebruiken over uit andere culturen. Halloween bijvoorbeeld en misschien op den duur het Islamitische Suikerfeest.

Allerzielen

Halloween komt feitelijk voort uit de Christelijke traditie. Het is de Angelsaksische variant op Allerzielen op 2 november. Dat is de dag waarop de doden worden herdacht, onder andere door een bezoek aan het kerkhof. Op de graven worden dan bloemetjes en lichtjes geplaatst et cetera.

Allerzielen is in de traditie nauw verbonden met het feest van Allerheiligen op 1 november. Dat geldt ook voor Halloween, dat op 31 oktober wordt gevierd, dus juist aan de vóóravond van Allerheiligen. Deze traditie ontstond in de 16e eeuw in Schotland en is eigenlijk een verbastering van “All Hallows Even” wat “de avond voor Allerheiligen” betekent.

Halloween

Halloween is een feest waarbij kinderen zich verkleden als griezelfiguren en ’s avonds bij de huizen aanbellen. Ze roepen dan “Trick or treat” wat betekent: “Als je mij geen snoepjes geeft, haal ik een grap met je uit”. Daarom krijgen ze vaak snoepjes. Ook zijn de huizen dikwijls versierd met lichtjes, uitgeholde pompoenen als gezichten en griezelige attributen. Soms worden ook enge hapjes en drankjes gemaakt, zoals bloederige milkshake. De bij Halloween gebruikte pompoenen vormen feitelijk het Amerikaanse alternatief voor koolrabi. Vroeger beschermden de mensen hun huizen tegen het kwaad door uit koolrabi’s lantaarns met afschrikwekkende gezichten te snijden. Omdat die koolrabi’s in Amerika niet voldoende in voorraad waren, werden ze vervangen door pompoenen, die er juist wel in overvloed waren en zijn.

Griezelen

Kleuters beleven het “griezelen” als iets magisch, zoals een sprookje of een verhaal over heksen, monsters, of andere fantasiewezens. Volgens onderzoekers is griezelen feitelijk experimenteren met het beleven van verschillende angstgevoelens. Op die manier ontdekken kinderen hoeveel spanning zij eigenlijk aan kunnen en hoe ze daar het beste mee om kunnen gaan. Kinderen die te bang zijn en angst vermijden, leren niet hun angsten te verdragen en te overwinnen. Angst of sensatie kan ook een prettig gevoel zijn. Bovendien is het weleens goed om nieuwe, prikkelende dingen, zoals griezelen, mee te maken.

Griezelboeken

Om alvast een beetje aan het griezelen te wennen zijn hier een paar “griezelboeken” voor kleuters:

  • Max en de Maximonsters
  • De Gruffalo
  • Bang mannetje
  • Donker is de nacht
  • (G)een spook onder mijn bed
  • Hennie de heks
  • Een dik vet monster
  • Het spook Nijntje, en nog veel meer…..

Bijzonder onderwijs

Even toegankelijk als het openbaar onderwijs

Afhankelijk van de streek waar zij wonen kunnen ouders voor hun kinderen een school kiezen die zo veel mogelijk aansluit bij hun levensbeschouwing, bijvoorbeeld op grond van hun religie. We spreken dan van “bijzonder onderwijs”. Wat betekent dat voor jou en je kind?

Sinds ruim 100 jaar kent Nederland “bijzonder onderwijs”, dat in financiële zin gelijk is gesteld met het openbare onderwijs. Ook andere instituties, zoals verenigingen, politieke partijen, vakbonden, omroepen, kranten en ziekenhuizen werden op basis van levensbeschouwing georganiseerd. Deze “verzuiling” is weliswaar over haar hoogtepunt heen, maar is nog steeds zichtbaar door het bestaan van katholieke, protestantschristelijke, joodse, islamitische scholen etc.

Denominaties

Vooral in de steden kunnen de ouders vaak kiezen uit meerdere “denominaties”. Daarmee wordt de levensbeschouwelijke of religieuze visie van de school bedoeld, maar ook de visie op het onderwijs en de opvoeding. Bijvoorbeeld Montessori- en Jenaplanscholen. (Laten we hier buiten beschouwing)

De mate waarin vooral aan de religieuze identiteit van de school inhoud wordt gegeven kan per school, per religie en per regio vrij sterk verschillen. Sommige scholen doen nauwelijks nog iets aan religie en op andere scholen wordt bijvoorbeeld dagelijks uit de Bijbel of de Koran gelezen. Net als openbare scholen staan ook scholen voor bijzonder onderwijs doorgaans open voor alle kinderen, ongeacht de levensbeschouwelijke achtergrond van hun ouders. Weliswaar is de school bijvoorbeeld katholiek of christelijk, maar dat is geen voorwaarde voor toelating van de kinderen. Tegenwoordig zijn ook veel leerkrachten geen serieus belijdend gelovigen meer.

De vrees van sommige ouders, dat de school misschien pogingen zal doen om hun kinderen tot een bepaalde religie te “bekeren” is volkomen ongegrond. Hoogstens leren de kinderen wat meer over de gebruiken en de “cultuur” van een bepaalde religie. Maar de kinderen worden niet, zoals héél vroeger, met hun hele klas naar de kerk afgemarcheerd, om daar samen hun eerste communie te ontvangen of hun belijdenis te doen. Wél leren alle kinderen o.a. de betekenis van typisch christelijke feesten, zoals Kerstmis en Pasen. Maar dat geldt ook voor het religieus neutrale openbaar onderwijs.

Normen en waarden

Mocht binnen het bijzonder onderwijs de opvatting leven dat men een soort patent heeft op het onderwijs in bijvoorbeeld naastenliefde, barmhartigheid en dergelijke dan is dat onterecht. Onze westerse normen en waarden zijn weliswaar geïnspireerd door de Joods- christelijke traditie, maar zijn feitelijk door de gehele samenleving omarmd. Bovendien leren kinderen feitelijk in elke cultuur bijvoorbeeld het verschil tussen goed en kwaad.

Als het ene kind het andere kind lastig valt is er geen katholieke of islamitische oplossing om hun gedrag te verbeteren. Pestgedrag bijvoorbeeld komt op iedere school voor. Het is aan de alertheid en de betrokkenheid van de leerkracht hoe er vervolgens mee wordt omgegaan.

Orthodox

Het voorgaande is een algemeen beeld, waarop uiteraard uitzonderingen mogelijk zijn. Zo zal een school in bijvoorbeeld een conservatief christelijk dorp de religie wat nadrukkelijker uitdragen dan in de meer geseculariseerde grote stad. Maar hoe dat zit bij de school in jouw woonplaats ontdek je gauw genoeg als je eens met andere ouders praat. Typisch orthodoxe scholen bestaan niet of nauwelijks meer. En anders…. herken je ze onmiddellijk.