Tag Archives: Leren

Het verschil tussen leren en opvoeden

Er is een groot verschil tussen leren en opvoeden, ook al kunnen ze feitelijk niet zonder elkaar.
De verantwoordelijkheid voor het leren ligt primair bij de school en de verantwoordelijkheid voor het opvoeden ligt primair bij de ouders. Het leren op school gebeurt vooral doordat de kinderen luisteren naar wat de juf of meester hen uitlegt. Daarna mogen ze het zélf proberen. Het opvoeden is daarentegen een doorlopend proces, waarin kinderen vooral aanwijzingen krijgen over wat er van hen verwacht mag worden, maar ook steeds feedback op hun werkelijke gedrag. Voor alle duidelijkheid: het leren houdt niet op buiten de poorten van de school en de opvoeding niet buiten het ouderlijk huis. Kinderen kunnen altijd en overal leren, ook van hun ouders, grootouders, oppas, gewoon buurtkinderen of van hun eigen ervaringen, óók de fouten. Daarnaast heeft de school wel degelijk ook een taak bij de opvoeding. Bijvoorbeeld bij het bijbrengen van discipline en goed gedrag naar andere mensen et cetera.
Feitelijk kun je het onderstaande lezen als een voortzetting van dit artikel over discipline bijbrengen, maar voor de leesbaarheid is het maar losgekoppeld. Er zit dus een grote component van discipline en zelfredzaamheid in, maar zeker ook je kind leren positief om te gaan met alledaagse dingen op zijn of haar levenspad.

Kinderen zijn niet gebaat bij ouders die alles voor hen oplossen, als ze het ook zélf zouden kunnen.
Weet je kind nog even niet hoe het een jas moet dichtritsen, overziet het nog even niet hoe het z’n kamer kan opruimen of hoe het een ruzietje met een vriendje moet bijleggen? Laat het eerst eens proberen om het zelf op te lossen. Lukt dat niet dan kun je ze zélf nog even uit de nood helpen. Leg daarbij uit wat je doet en dat ze dat uiteindelijk best zelf kunnen. Zeg niet te gauw “dat kun jij nog niet”. Daarmee kweek je bepaald geen zelfvertrouwen.

Vooral peuters en kleuters vinden het leuk als je ze een beetje betrekt in alledaagse werkjes in het gezin, zoals tafeldekken. Vanaf een bepaalde leeftijd kun je hen ook een concrete taak in het huishouden geven. Hun eigen rol dus, met een heel klein stukje verantwoordelijkheid. En dat hoeft niet per se georganiseerd te verlopen en altijd over dezelfde taken te gaan.

Een heel aardige manier om aandacht aan je kind te schenken is het samen doen van spelletjes. Daarbij is het verleidelijk om je kind gelukkig te maken door het in een spel te laten winnen. Zelf geniet je dan van dat lachende gezichtje en die uitbundigheid bij het behaalde succes. Maar laat het kind ook eens omgaan met verlies. Waarom zou je hier immers een kans laten liggen om je kind ook voor te bereiden op het feit dat het “in het echte leven” ook niet altijd zal winnen? Zorg ervoor dat je kind vertrouwd raakt met beide ervaringen, zowel die van het winnen als die van het verliezen.

Een kind goed opvoeden is niet hetzelfde als een kind voortdurend entertainen. Het is geen enkel probleem als je kind eens even niets om handen heeft. Daardoor kan het zelfstandig de wereld om zich heen ontdekken. Kijk maar eens hoe actief een baby in een box vaak al uit zichzelf is. In zekere zin moedigt het zelfs de creativiteit aan.

Soms kost het kinderen moeite het gedrag van anderen te begrijpen. Bijvoorbeeld wanneer het lang moet wachten bij de kassa, bij de dokter of een pretpark. Leg uit waarom dat is, zodat je kind meer empathie aan de dag zal gaan leggen, en vriendelijker zal reageren, vooral in een moeilijke situatie. Vaak kennen kinderen maar één goede manier om iets te doen, en dat is hun manier! Leer hen dat er voor iets vaak meerdere oplossingen zijn en soms nog creatiever ook. Dat je een omgekeerde emmer bijvoorbeeld óók als stoeltje kunt gebruiken of dat je een fietsje niet van een ander kind moet afpakken, maar het gewoon kunt vragen. Leg uit dat anderen sommige dingen misschien op hún eigen manier aanpakken.

Kinderen die delen met anderen of iets doen voor een ander, leren dat geven loont.  Leer je kind dat iedereen op zijn manier een verschil kan maken: door oud speelgoed en kleren te helpen inzamelen, door de speelplaats te helpen opruimen en dergelijke. Als er een keer een vriendje of vriendinnetje komt spelen vind je kind het misschien nog moeilijk z’n speelgoed te moeten delen. In dat geval kan het handig zijn als het bezoekende kind speelgoed meebrengt, waarmee jouw kind voor deze gelegenheid kan spelen.

Als je wilt dat je kind respect heeft voor anderen, dan zul jij dat in de eerste plaats zelf ook moeten hebben. Vertoon je respectvol gedrag naar je omgeving. Wacht je zélf soms fatsoenlijk op je beurt, houd je jezelf aan de (verkeers)regels en laat je in het bos of op het strand geen vuilnis achter.  Kinderen kopiëren je gedrag. Wat jij belangrijk vindt, zullen zij ook belangrijk vinden.

Het is belangrijk dat je kind het gezin als een prioriteit ervaart. Een probleem van werkende ouders is vaak dat ze weinig tijd hebben voor hun kinderen. Maar het is belangrijk om als gezin voldoende tijd samen door te brengen in dezelfde ruimte. In gezinnen waar het gezinsgevoel of het samen zijn een prioriteit is, zijn kinderen gemiddeld minder angstig en staan ze blijer in het leven. Voldoende ruimte scheppen voor echt samenzijn met het gezin kan een hele uitdaging zijn, vooral in deze tijd waar de afleiding door social media altijd op de loer ligt.

overgang naar groep 3

Is je kleuter wel toe aan groep 3 (en omgekeerd)?

Sinds 1985 zijn de kleuterschool en de lagere school in Nederland samengevoegd  tot basisschool. De stap van groep 2 naar groep 3 lijkt daardoor kleiner. Maar is dat wel zo? Kleuters leren spelenderwijs en ervaringsgericht. Vooral de jongste kleuters zijn nog weinig zelfredzaam en erg op zichzelf gericht. Geleidelijk worden ze zelfstandiger en stellen zich meer open voor anderen. Ze leren nog spontaan, omdat ze nieuwsgierig zijn, net zoals voordat ze op school kwamen.

Geleidelijk wennen ze aan de dagelijkse discipline op de school en ontwikkelen ze hun kennis. Vooral dat laatste gebeurt vaak sprongsgewijs. Opeens gaan ze vooruit en even later beleven ze een kleine terugval. In de groep 1-2 staat alles in het teken van de specifieke manier waarop kleuters zich nog ontwikkelen. De oudste kleuters spelen vaak nog met de jongste kleuters. Alles nog spontaan en meer gericht op het verleiden tot spelenderwijs leren dan op het klassikaal bijbrengen van kennis, zoals dat gebeurt vanaf groep 3.

Geleidelijk bereiden de leerkrachten van groep 1-2 de oudste kinderen voor op het serieuzere, meer gestructureerde onderwijs in groep 3. Ze volgen de ontwikkelingen van de kinderen en sturen deze bij om hen goed daarop voor te bereiden.

Groep 3

Omdat je de ontwikkeling nu eenmaal niet aan de hand van de kalender kunt meten is het ene kind al ruim voor de zomer klaar voor groep 3 en is het andere kind er aan het einde van het schooljaar nog niet helemaal aan toe. Maar… hoe strak is de grens tussen groep 2 en groep 3? Hoe scherp is de “knip” tussen het spontane leren van kleuters en het meer gestructureerde leren van de oudere kinderen?

In plaats van zich af te vragen “is de kleuter wel toe aan groep 3?” mag men zich afvragen “Is groep 3 wel toe aan de kleuter?” Is de leerkracht flexibel en begripvol naar kleuters of streeft deze al te rigoureus leerdoelen na? Een goede leerkracht beseft dat kinderen niet van de ene op de andere dag hun kleuterperiode achter zich laten. Soms gebeurt dat al in de loop van groep 2, maar soms ook pas in de loop van groep 3. Die scheidslijn is nooit exact te trekken.

Leermethoden

Leerkrachten in het basisonderwijs maken steeds meer gebruik van vaste leermethoden. Deze zijn gebaseerd op de “gemiddelde” leerling en worden in de loop van het leerjaar stap voor stap doorgewerkt.

Mocht de “gemiddelde” leerling bestaan, dan zou dat betekenen dat de meerderheid van “niet gemiddelde” leerlingen in de groep tekort wordt gedaan. Kinderen die vóór lopen kunnen immers wel wat extra uitdagingen en verdieping gebruiken en kinderen die áchter lopen vragen wat extra uitleg en coaching. Het stelt hoge eisen aan de leerkracht om daar goed mee om te gaan.

Maar het grootste gevaar van vaste leermethoden schuilt in het ontbreken van de flexibiliteit en tijd om spontane, speelse dingen te doen als de leerkracht zich al te krampachtig aan de leermethode vastklampt.

Voor leerkrachten die zijn opgeleid voor het volledige basisonderwijs van de groepen 1 t/m. 8 is het soms best lastig te beseffen dat kleuters totaal anders leren dan de oudere kinderen. Vandaar de vraag “Is de kleuter toe aan groep 3, of is groep 3 toe aan de kleuter?”