Tag Archives: logopedie

slecht horen of zien

Als je kind slecht kan horen of zien

Sommige kinderen kunnen niet goed horen of zien. Meestal is dit niet ernstig en goed te verhelpen. Wel is het erg belangrijk dat eventuele problemen tijdig worden ontdekt, vooral om de gevolgen voor de ontwikkeling van je kleuter te beperken.

Slechthorend

Slechthorendheid kan een negatief effect hebben op de taal- en spraakontwikkeling, doordat je kind zichzelf en anderen niet kan verstaan. Dat beperkt hem of haar bij het zelf vormen van klanken of het nabootsen van de klanken van anderen. Dit zijn heel belangrijke voorwaarden voor de ontwikkeling van een goed spraakvermogen, ook al bij het brabbelen in de baby- en peuterfase. In de kleuterfase kan slechthorendheid ook gevolgen hebben voor de leerprestaties en de levenskwaliteit van je kind. Vaak wordt slechthorendheid ontdekt doordat een kind bijvoorbeeld niet goed articuleert. De school biedt dan de hulp van een logopedist aan, waarna vaak het gehoorprobleem pas aan het licht komt. Laat je kind zo spoedig mogelijk door een huisarts of specialist onderzoeken als je de indruk hebt dat het slecht hoort. Vaak zijn gehoorproblemen van voorbijgaande aard, bijvoorbeeld bij verkoudheid of een oorontsteking. Soms zijn ze ernstiger en kunnen ze op den duur verergeren, waarna ze lastiger te behandelen zijn. Naast de hiervoor bedoelde fysieke problemen kan tijdig ingrijpen ook de eerder beschreven gevolgen voor de spraakontwikkeling beperken.

Leerprestaties

Kinderen die niet goed horen kunnen daardoor druk of prikkelbaar worden en hebben vaak moeite om zich te concentreren. Op school is dat doorgaans, naast de leerprestaties, ook te merken in de dagelijkse omgang met het kind. Vooral in een lawaaiige omgeving heeft een slechthorende moeite om anderen te verstaan en reageert niet als er iets zacht tegen hem of haar gezegd wordt.
Thuis zal je kind het geluid van bijvoorbeeld de tv steeds hard zetten. Maar ook kan het last hebben van vermoeidheid en hoofdpijn.

Buisjes

Bij kinderen tussen de 2 en 6 jaar komt het veelvuldig voor dat slecht horen wordt veroorzaakt door vochtafscheiding in het middenoor. Dit kan dit leiden een drukkend gevoel in het oor en soms tot een pijnlijke oorontsteking. Ook treedt gehoorverlies op, omdat de geluidstrillingen door het aanwezige vocht gedempt worden. De afwijking treedt bijna altijd bij beide oren op.

Vaak verdwijnt dit probleem binnen enkele weken tot maanden vanzelf en zonder blijvende schade. Maar als de afwijking langer blijft bestaan of vaak leidt tot oorontstekingen, hinderlijk gehoorverlies en dergelijke dan bieden trommelvliesbuisjes vaak een oplossing. Meestal verdwijnen de problemen daarmee direct.

Slecht ziend

Het spreekt voor zich dat ook slecht zien tot problemen kan leiden bij het leren, maar ook bij de lichamelijke en emotionele ontwikkeling van je kleuter. Iedereen begrijpt wat de gevolgen kunnen zijn als je kind niet goed het schoolbord kan zien, maar daardoor kan het ook wat geïsoleerd raken en zich onzeker gaan voelen. Bijvoorbeeld doordat het spelen met andere kinderen lastiger wordt als je kind een bal niet ziet aankomen of vriendjes en vriendinnetjes op een afstandje niet kan herkennen. Dit kan bijvoorbeeld tot faalangst en leerachterstand leiden, die voorkomen kan worden als slechtziendheid tijdig wordt ontdekt.

Ontdekken en hulp zoeken

Sommige afwijkingen, zoals scheel zien of een zogenaamd “lui oog” zijn direct waarneembaar. Andere problemen worden vaak al door het consultatiebureau ontdekt. Ouders en leerkrachten kunnen slecht zien ook ontdekken aan de hand van de gevolgen. Als een kind bijvoorbeeld de letters p en q of b en d door elkaar haalt of het hoofd meebeweegt tijdens het lezen. Of als een kind veel met de ogen knippert, gevoelig is voor fel licht, de ogen geregeld dicht knijpt en/of veel last van hoofd- of rugpijn.

Ook hier geldt dat het verstandig is om bij een vermoeden van slechtziendheid  je kind zo snel mogelijk daarop te laten onderzoeken door de huisarts. Zo nodig zal deze je doorverwijzen naar een specialist. Door tijdig te reageren kunnen ook de gevolgen van slechtziendheid over het algemeen gelukkig heel goed worden beperkt.

Logopedie

Goed en verstaanbaar spreken 

Logopedie is een Grieks woord: “logos” betekent woord/taal, en “pedie” betekent “onderwijs”. Dus letterlijk: onderwijs in “woord” en “taal”. Een logopedist is dus iemand, die zich bezighoudt met alles wat te maken heeft met de taal; dus datgene wat nodig is om goed en verstaanbaar te spreken.

Sommige kinderen spreken de letters niet goed uit, gebruiken hun stem verkeerd en/of kunnen geen goede zinnen maken. Vaak doordat ze hun tong of mond verkeerd gebruiken. Soms hebben ze ook niet goed gehoord hoe een woord uitgesproken moet worden. Dus kan de oorzaak van slecht spreken ook liggen in slecht horen. Als kinderen op zeer jonge leeftijd niet zo goed kunnen horen (bijvoorbeeld door een oorontsteking, of vocht achter het trommelvlies) missen ze soms een groot deel van de taalontwikkeling. Tussen het eerste en tweede levensjaar wordt vaak begonnen met het praten, waardoor ze al wat kunnen gaan achterlopen in de spraak.

De mondelinge communicatie is dus heel belangrijk voor kinderen. Ze moeten kunnen begrijpen wat een ander zegt en bedoelt. Ze moeten hun gedachten kunnen omzetten in woorden en zinnen en die duidelijk kunnen uitspreken, zodat de ander hen ook verstaat en begrijpt.

Logopedist

De logopedist helpt kinderen, die moeite hebben met het taalgebruik. Daarom worden bij kinderen die 5 jaar worden op school logopedische screenings gehouden. Hierbij wordt onderzocht of kinderen stoornissen en/of afwijkingen vertonen in het spreken en het luisteren.

De logopedist let er onder andere op of kinderen slissen, of ze hun tong/mond verkeerd gebruiken (vaak door het duimen), of ze stotteren, moeite hebben met letters uitspreken of het maken van zinnen.
Ook kijken ze naar eventuele problemen bij het slikken van eten en drinken en gaan na of ze hun naam al kunnen schrijven.

Zo nodig kan de logopedist behandeling adviseren. Bij kleine problemen wordt vaak na 3 maanden gecontroleerd of er veranderingen zijn van eerder gesignaleerde feiten. Uiteraard worden de ouders en de leerkrach(ten) steeds van de stand van zaken op de hoogte gehouden.

Duimzuigen

Gevoel van veiligheid en genot 

Veel baby’s duimen of zuigen op een speentje. Dat geeft hen een gevoel van veiligheid en genot. Ze worden er rustig door. Hoe langer kinderen aan die zuiggewoontes vasthouden, hoe moeilijker deze zijn af te leren. Vanwege de nadelige gevolgen is het verstandig het duimzuigen of het gebruik van een speentje tijdig te stoppen.

Nadelen voor de kinderen:

– Ze krijgen een open mondgedrag: de mond blijft openstaan als de duim eruit gaat.
Er wordt dan door de mond geademd, waardoor de mondspieren verslappen.

– Er ontstaat een verkeerde tongligging: de tong blijft vaak onder in de mond liggen
en perst tussen de tanden. Dit veroorzaakt slissen.
– Er ontstaat een verkeerde uitspraak: voornamelijk de s, t, z, d, l, n.
– Ze krijgen een afwijkende gebitstand: de boventanden gaan naar voren staan,
waardoor de mond niet goed kan sluiten.

Al deze nadelen staan een goede taal-/ spraakontwikkeling in de weg.

Wat kun je als ouders aan duimzuigen doen? 

Het is raadzaam om al vanaf het 3e jaar de zuiggewoontes af te leren. In ieder geval vóór het wisselen van de tanden. Bespreek samen met je kind hoe je dat doet.

Bijvoorbeeld:

  1. Praat samen over de gevolgen van het duimen.Bijvoorbeeld “Door het duimen, duw je je tanden naar voren”.
  2. Plak een pleister op de duim.Nog beter: laat je kind dat zelf doen.
  3. Maakof koop een vingerpopje voor de duim.
  4. Beloonje kind als het een paar uur niet heeft geduimd.
  5. Laat je kind iets met beide handen vasthouden als jij aan het voorlezen bent: een knuffeltje, het boekje.
  6. Spreek een woord of gebaar af om het te helpen herinneren aan de afspraak.
  7. Zoek samen een leuke afbeelding uit, om boven het bed of bij de tv op te hangen als herinnering.
  8. Laatje kind een knuffel uitzoeken als het wil gaan duimen.
  9. Vertel dat kinderen die naar de basisschool gaan niet meer (of op een speen zuigen)
  10. Haal ’s avonds als je kind slaapt, de duim uit de mond en doe de open mond dicht.
  11. Geef je kind een complimentje, als het probeert het zuigen af te leren.

Vraag eventueel advies aan de logopedist.