Tag Archives: meedenken

Voorlezen

Voorlezen aan je kind

Vaak hoor je dat voorlezen aan je kind heel belangrijk is. Heel terecht, want daarmee kun je de taalontwikkeling stimuleren, de woordenschat vergroten en het luistergedrag verbeteren. Maar bij voorlezen komt meer kijken dan je misschien op het eerste gezicht denkt. De vraag is bijvoorbeeld of je kind het voorleesverhaal wel begrijpt. Kijk daarom op de eerste plaats of het boek dat je gaat voorlezen wel geschikt is voor je kind. Zoek daarom een boek uit, waarvan je mag verwachten dat je je kind zal interesseren. Een boek dat aansluit bij zijn of haar belevingswereld en dat niet te moeilijk is.

Interactief

Het beste kun je interactief voorlezen. Daarmee wordt bedoeld dat je je kind actief bij het voorlezen betrekt.  Je bekijkt samen het boek en tijdens het voorlezen stel je vragen aan je kind. Begrijpt je kind wat je vertelt? Heeft het wel goed geluisterd? Heeft je kind misschien weleens dezelfde ervaringen gehad als in het voorleesverhaal? Wat was toen zijn beleving? Hoe voelde het zich daarbij en wat vond het er zelf van?
Vraag bijvoorbeeld ook eens aan je kind hoe het denkt dat het verhaal zal aflopen. Verloopt het anders dan hij/zij zelf heeft meegemaakt, of juist hetzelfde?

Tijdens het voorlezen kom je vaak ook moeilijke woorden tegen, die je vaak op verschillende manieren kunt uitleggen. Soms kun je de betekenis duidelijk maken met behulp van afbeeldingen of door iets voor te doen, zoals bijvoorbeeld “rillen van de kou”. Ook kun je een ander woord met dezelfde betekenis (synoniem) gebruiken, waardoor je kind het wel zal begrijpen.

Prentenboek versus voorleesboek

Vooral voor kleuters is het prettig als er in een boek veel illustraties staan. Feitelijk spreken we dan van een prentenboek. Tijdens het voorlezen kun je dan de tekeningen aan je kind laten zien, er samen over praten en er misschien vragen over stellen. Een voorleesboek zonder plaatjes doet feitelijk een groter beroep op het voorstellingsvermogen van je kind. Bij volwassenen is dat overigens nauwelijks anders. Een film blijkt vaak heel anders dan je jezelf bij het lezen van het boek voorstelde.

Intonatie

Hoewel een boek vaak op zichzelf al spannend of meeslepend genoeg kan zijn kun je er bij het voorlezen soms nog een schepje bovenop doen, doormiddel van een goede intonatie.
Als je voorleest over de “gemene heks”, de “goedmoedige reus” of de “slimme kabouter” bijvoorbeeld. Probeer soms een beetje “toneel te spelen”.

Meedenken

Eventueel kun je je kind laten voorspellen wat er in het verhaal zal afspelen. Op de kaft van het prentenboek is te zien waar het over zal gaan. Kan je kind uitleggen waar het verhaal over gaat en waar het zich afspeelt, en wie er allemaal in het boek voorkomen? Zo laat je je kind meedenken in het verhaal en help je het beter te begrijpen.

Na het voorlezen kun je samen met je kind nog napraten over het verhaal. En kun je erachter komen of je kind het verhaal echt begrepen heeft.

Overigens vinden kinderen het helemaal niet erg als je voor de tweede keer hetzelfde verhaal voorleest. Vaak is dat juist leerzaam. Bij zo’n tweede keer ontdekt je kind vaak andere dingen dan bij de eerste keer. Daardoor zal je kind het boek, de verhaallijn, en de gebeurtenissen dan nog beter gaan begrijpen.

samen boodschappen doen

Altijd goed voorbereiden

Als je met je kleuter boodschappen gaat doen kun je het beste een tijdstip uitkiezen waarop het in de winkel niet te druk is. Dat is voor jou en je kleuter het prettigst. Bereid hem of haar even goed voor.  Vertel dat jullie samen naar de winkel gaan om wat dingen te kopen, die nodig zijn. Ga vooraf na wat je nodig hebt en probeer je kind daar al bij te betrekken.  Misschien heeft het zélf ook dingen nodig. Maak een boodschappenlijstje en leg je kind uit waarom je alles opschrijft. Zo vergeet je geen dingen. (Tip: Maak eventueel ook voor je kind een boodschappenlijstje, maar dan met plaatjes, zodat je kind kan afstrepen wat al in de kar ligt.) Vertel van te voren dat het bijvoorbeeld koekjes mag uitkiezen of het toetje voor die avond. Voor je kind is het duidelijkst als je jezelf in de winkel ook aan het lijstje houdt. Toch kan het voorkomen dat je in de winkel artikelen ziet die je alsnog wilt kopen. Leg dan even uit waarom je dat doet.

Meedenken

Samen boodschappen doen betekent ook dat je je kind laat meedenken. Wat heb je nodig om boodschappen te doen? Natuurlijk een tas om de boodschappen in te doen en ook geld of een pasje om te betalen.  Misschien een speciale tas voor de diepvriesspulletjes? Je gaat samen naar de winkel. Maar vertel al vooraf dat als je in de winkel bent je je ook netjes moet gedragen. Alle mensen lopen, praten, en doen er de boodschappen gewoon! (zonder te schreeuwen, rennen en gillen).

Geef je kind ook een taakje en verantwoordelijkheid.  Je kind leert zo de winkel kennen en  boodschappen te doen.

– Geef het een eigen boodschappenwagentje

– Misschien kan het ook wat spulletjes gaan zoeken, zoals het brood, de melk, de hagelslag, etc.

– Laat het de groenten afwegen.

– Vertel dat je dingen koopt, die je op je boodschappenbriefje hebt geschreven. En dus niets anders.

– Laat je kind bij de kassa meehelpen de boodschappen op de band te zetten.

– Vergeet je kind niet te complimenteren als het goed gegaan is.

Wat als je kind toch gaat zeuren?

Mocht je kind tóch gaan zeuren maak het dan duidelijk dat het zich rustig dient te gedragen. In het  uiterste geval dat het eventueel gillend en schreeuwend zijn zin wil hebben,  neem je het zo gauw mogelijk mee naar buiten en worden er geen boodschappen meer gedaan. Ook de “leuke” dingen van het lijstje blijven in de winkel.  Jammer, dan. Kinderen leren dat als ze zich gedragen er meer mogelijk is dan wanneer ze zich misdragen.

Commercie

Vooral als je zélf artikelen koopt die niet op je lijstje staan kan je kind daarin een vrijbrief zien om bij ongeveer alles wat het in de winkel graag wil hebben te gaan zeuren om het in het karretje te leggen. Doorgaans doet de commercie er alles aan om je kind te “verleiden” met mooie logo’s, met kleurtjes en figuurtjes die ze bijvoorbeeld kennen van de TV of tablet. Misschien kun je eens een enkele keer een verrassingsaankoop doen om je kind te belonen als het zich goed heeft gedragen. Maar… maak daar liever geen gewoonte van!