Tag Archives: natuur

Vrijeschool onderwijs

Niet alle ouders kiezen zondermeer voor het reguliere basisonderwijs. Soms kiezen ze bewust voor een school met een eigen visie op het onderwijs, zoals de Vrijeschool. Met de aanduiding “vrijeschool” wordt bedoeld dat een leerling zich in vrijheid op elk vlak van zijn of haar persoonlijkheid moet kunnen ontwikkelen. Daarom zijn er naast de gewone leervakken ook standaard veel creatieve en doe-vakken. Dit concept wordt aangeboden in zowel in het basis als voortgezet onderwijs en heeft als uitgangspunt dat onderwijzen ook opvoeden is. Onderwijs gaat verder dan alleen goed leren lezen of rekenen en staat ook in dienst van de persoonlijkheidsvorming, zowel individueel als in relatie tot de sociale gemeenschap.

De vrijeschool kent de volgende klassenindeling:
– de kleuterklas, kinderen van 4 tot 6 jaar
– de onderbouw van klas 1 t/m klas 6
– de middenbouw klas 7 en 8
– de bovenbouw kinderen van 12 tot 18 jaar

Als onderwijsvorm is de vrijeschool gebaseerd op de antroposofische pedagogiek van Rudolf Steiner. De vrijeschoolpedagogiek is gericht op de ontwikkeling van het hele kind, zowel geestelijk, lichamelijk als emotioneel. Het onderwijs gaat ervan uit dat elk kind uniek is en zijn eigen unieke pad van ontwikkeling heeft. De pedagogiek is gericht op het helpen van kinderen om hun volledige potentieel te bereiken en een zinvol leven te leiden. De nadruk ligt op de natuur en natuurlijke materialen zoals wol, steen, hout of bijenwas. Zo is het meubilair ook van natuurlijk materiaal (hout) gemaakt. Op die manier leren kinderen hoe de natuur in elkaar zit en tegelijkertijd wordt de zintuiglijke ontwikkeling gestimuleerd. Ook expressie en fantasie spelen een belangrijke rol. Het kind leert zich uiten en ontwikkelt zich tot een creatief mens. Alles wat het kind doet, is vrije expressie.

Enkele onderscheidende kenmerken van de vrijeschool zijn:

Een vrije leeromgeving: Kinderen op de vrijeschool hebben veel vrijheid om te leren op hun eigen manier en in hun eigen tempo. Er is geen sprake van verplichte lesstof of toetsen.
Een holistische benadering: De vrijeschoolpedagogiek is gericht op de ontwikkeling van het hele kind, zowel geestelijk, lichamelijk als emotioneel. Er wordt aandacht besteed aan alle aspecten van de ontwikkeling van het kind, zoals leren, spelen, bewegen, creatief zijn en sociale contacten leggen.
Een ritmisch jaarritme: De vrijeschool is gebaseerd op een ritmisch jaarritme. Dit betekent dat de lessen en activiteiten worden afgestemd op de seizoenen en de natuur.
Een kunstzinnige benadering: De vrijeschoolpedagogiek is kunstzinnig van aard. Er wordt veel aandacht besteed aan creatieve activiteiten, zoals tekenen, schilderen, muziek maken, dansen en toneelspelen.
Een gemeenschapsgevoel: De vrijeschool is een gemeenschapsschool. Kinderen, ouders en leerkrachten werken samen om een ​​veilige en ondersteunende leeromgeving te creëren.

Op een vrijeschool leren de kinderen met hoofd, hart en handen. Zij streven ernaar dat een kind uitgroeit tot een volwassene die beschikt over:
– het vermogen tot denken en begrijpen vergroten (hoofd)
– het gevoelsleven,  betrokkenheid, inlevingsvermogen (hart)
– het vermogen wilskrachtig te handelen, lichamelijk en motoriek (handen)

In de huidige Westerse samenleving wordt vooral veel aandacht besteed aan het denkvermogen. Op reguliere scholen gaat vaak meer aandacht uit naar cognitieve prestaties, zoals rekenen en taal, en minder naar het gevoelslevenen het wilskrachtige handelen van kinderen. Op een vrijeschool is het de taak van de leerkracht om aan alle drie de dimensies evenveel aandacht te besteden.                                                              

De vrijeschool biedt een breed onderwijspakket aan. Kinderen leren niet alleen lezen en rekenen, maar ook vreemde talen spreken, dansen, toneelspelen, zingen, schilderen. Ze werken in de tuin en vieren feest.  De vrijeschool wil kinderen al die bagage meegeven, zodat zij later van alle markten thuis zijn. 

Ritme en beweging versterken het geheugen, geven houvast, veiligheid en herkenning. Daarom zie je ritme zie je terug in de dagindeling, de weekindeling en de jaarindeling.
De dagindeling verloopt volgens een vast patroon en volgens vaste rituelen: bijvoorbeeld altijd op dezelfde manier samen eten en drinken.
De weekindeling heeft steeds terugkerende activiteiten: de school heeft op maandag een weekbegin en op vrijdag een afsluiting,
De jaarindeling volgt de seizoenen en de jaarfeesten: Sint-Nicolaas, Sint-Maarten, kerstmis, Pasen, driekoningen en Pinksteren worden gevierd.

Kleuters leren vanuit de nabootsing en het spelen. De voornaamste bezigheid van kleuters is dan ook spelen. Daarmee worden de creativiteit en de fantasie geprikkeld. Ook in het leren neemt het vrije spel een belangrijke plaats in. Met het luisteren naar verhalen, het nazeggen en meespelen van rijmpjes, versjes, taalspelletjes en het kijken naar prentenboeken maken de kleuters spelenderwijs kennis met taal. Tijdens deeg kneden, brood bakken, tellen in de kring, meten met lappen en passen met blokken, wordt voorbereidend gerekend.

Fröbel: grondlegger kleuterschool

Het Fröbelonderwijs is gebaseerd op de ideeën van de Duitse opvoedkundige Friedrich Fröbel. Hij stelde vast dat kinderen van nature nieuwsgierig en leergierig zijn en dat ze het beste leren door te doen. Hij ontwikkelde allerlei speelgoed en materialen om kinderen te helpen hun vaardigheden en kennis te ontwikkelen. Ook richtte hij rond 1840 een Kindergarten op, een tuin die het ideale milieu was voor het kinderspel. (Dit verklaart o.a. dat de het Engelse woord “Kindergarten” als aanduiding voor de kleuterschool. Het ging Fröbel erom dat kleuters worden opgeleid, voorafgaand aan hun latere arbeid.

Belangrijke kenmerken van het Fröbelonderwijs:

Nadruk op spelen en ontdekken: Kinderen leren het beste door te spelen en te ontdekken. Het Fröbelonderwijs biedt kinderen een veilige en stimulerende omgeving om te spelen en te leren.
Gebruik van speciaal materiaal: Fröbel ontwikkelde een aantal speciale materialen om kinderen uit te dagen en te stimuleren hun vaardigheden en kennis te ontwikkelen.
Nadruk op creativiteit: Het Fröbelonderwijs legt de nadruk op creativiteit. Kinderen worden aangemoedigd om hun eigen ideeën te ontwikkelen en uit te voeren.
Nadruk op zelfstandigheid: Het aanmoedigen van kinderen om zelf te leren en te ontdekken.
Nadruk op samenwerking: Kinderen leren samenwerken om taken te voltooien en van elkaar te leren.

Het Fröbelonderwijs is een effectieve onderwijsmethode die kinderen helpt om zich op een brede manier te ontwikkelen.

Ook in Nederland werden de denkbeelden van Fröbel populair. De eerste kleuterscholen hier werden dan ook aangeduid met fröbelscholen. In 1985 werd de kleuterschool, samen met de lagere school gecombineerd tot wat wij kennen als het basisonderwijs. Hoewel daarmee de naam Fröbel uit het directe zicht verdween, zijn er nog genoeg dingen die ons aan Fröbel herinneren. “Fröbelen” bijvoorbeeld, als aanduiding voor “vrijblijvend creatief bezig zijn”.
Spel was volgens Fröbel een voorwaarde voor de kinderlijke ontwikkeling. Door middel van spel, liedjes, verhalen en lichamelijke activiteit (het liefst in de natuur), spelen met driedimensionale objecten als de bol, de kubus en de cilinder, zou de ontwikkeling van het kind gestimuleerd worden; een idee dat resulteerde in de eerste blokkendozen (afbeelding 2). Andere leermiddelen waren zachte gekleurde ballen, materiaal om mee te tekenen, te vlechten, mozaïeken, weven, vouwen, kleien, plakken, bouwen, enz.

Montessori onderwijs

Het Montessorionderwijs is een onderwijsmethode die rond 1900 is ontwikkeld door de Italiaanse arts en pedagoge Maria Montessori. Zij ging ervan uit dat de eerste levensjaren van groot belang zijn voor de ontwikkeling van een kind. Zij ontwikkelde haar eigen materiaal en hechtte veel belang aan het betrekken van peuters en kleuters in het huishouden. Tot op vandaag wordt haar methodiek nog als actueel en relevant beschouwd. Het is gebaseerd op het idee dat kinderen van nature nieuwsgierig en leergierig zijn en dat ze het beste leren door te doen.
De Montessorimethode is gericht op het ontwikkelen van de zelfstandigheid, creativiteit en sociale vaardigheden van kinderen.

Enkele kenmerken van het Montessorionderwijs zijn:

Zelfstandig leren: Kinderen kiezen zelf hun werk en bepalen zelf hoe lang ze eraan werken.
Praktische activiteiten: Er wordt gebruik gemaakt van activiteiten die zijn gericht op het ontwikkelen van de zintuigen, de motoriek en de cognitieve vaardigheden van kinderen.
Orde en structuur: Om kinderen te helpen zich gefocust en gemotiveerd te voelen zijn Montessorischolen zeer ordelijk en gestructureerd.
Natuur: In het onderwijs wordt relatief veel aandacht besteed aan de natuur.
Samenwerking: Ook wordt kinderen geleerd om samen te werken en elkaar te helpen.
Het Montessorionderwijs is een populaire onderwijsmethode die wordt gebruikt over de hele wereld.

Het montessorionderwijs gaat ervan uit dat een kind een natuurlijke en noodzakelijke drang tot zelfontwikkeling heeft. De leerkracht volgt deze ontwikkeling biedt daarvoor de juiste omgeving en materialen aan. Zo leert een kind zo veel mogelijk in zijn eigen tempo.
De kinderen werken veel zelfstandig en in kleine groepjes, maar krijgen ook af en toe klassikaal les. Ook werken ze vaak met planners waarin ze bijhouden welke werkjes ze hebben gemaakt en wat ze nog moeten doen. Dit bevordert hun zelfstandigheid en geeft hen inzicht in hun eigen leerproces. Kinderen worden op een montessorischool altijd in een klas gezet met leerlingen van drie leeftijdsgroepen, wat als belangrijk wordt beschouwd voor hun harmonische ontwikkeling. Zo krijgt een kind immers de ervaring eerst de jongste, dan de middelste, en de oudste te zijn.
De Montessorimethode maakt gebruik van speciaal ontwikkelde leermaterialen, afgestemd op verschillende leeftijden en ontwikkelingsfasen. Eigenschappen van deze materialen zijn ondermeer:

Controle van de fout: het lesmateriaal maakt direct duidelijk wanneer een kind iets fout heeft gedaan. Daardoor krijgt het kind zelf inzicht in wat het fout heeft gedaan en hoe het dit kan verbeteren.
Centraal stellen van één vaardigheid: Bijvoorbeeld ordenen van klein naar groot met de roze toren.
Het gebruik van natuurlijke lesmaterialen: Bijvoorbeeld hout en stof.

De meeste montessorischolen hebben (in de kleutergroep) de volgende montessorimaterialen:

Zintuigelijk materiaal, zoals o.a. gehoorkokers, de bruine trap, roze toren en kleurspoelen;
Taalmateriaal, zoals o.a. schuurpapieren letters en taalsymbolen;
Rekenmateriaal, zoals o.a. het gouden materiaal (telkraaltjes), de honderdketting en rekenstokken;
Kosmisch materiaal, zoals o.a. insteekkaarten landen en vlaggenstandaard.(voor bovenbouw)

Je kind en de seizoenen

Spelen en ontwikkelen tijdens de seizoenen

Het wisselen van de seizoenen mag dan voor volwassenen normaal en overzichtelijk zijn, voor kleuters ligt dat anders. Ze overzien nog niet helemaal wanneer er telkens wel wat verandert en waarom dat gebeurt.  De ene keer regent het, dan weer valt er sneeuw. Opeens komen er bloemetjes uit de grond en een andere keer is het erg warm. Soms is het koud en moeten ze een dikke jas aan en dan weer is het een hele tijd zo warm dat er helemaal geen jas nodig is. Het hoe en waarom van die veranderingen is voor een kleuter erg leerzaam. Daarom besteden de scholen ook veel aandacht aan de gebeurtenissen rondom de seizoenen. Thuis kun je op allerlei manieren daarop inspelen. Daarom enkele tips wat je met je kind kunt doen.

 

In de lente

De winter is voorbij, er komen weer blaadjes aan de bomen. De eerste bloemen beginnen te groeien en te bloeien. De dagen worden langer en ook de dieren in het bos ontwaken uit hun winterslaap. Vogeltjes bouwen hun nestje, om straks hun eitjes uit te broeden.

  1. Ga erop uit!
    – Maak een wandeling en kijk naar de veranderingen in de natuur:
    – Er komen weer knopjes aan de takken van de bomen. Leg uit hoe dat komt.
    – Bloemen beginnen weer te bloeien; krokus, narcis, hyacint, tulp, etc.
    Benoem vooral de namen van de bloemen. Dat is goed voor hun woordenschat.
    – Maak samen met je kind een mooi boeketje bloemen voor in een vaasje.
    – Op de boerderij zijn er weer lammetjes, biggen, veulens, kuikentjes, etc.
    Benoem vooral de namen van de dieren. Wie is de moeder? Hoe heet het kindje?
    Maak er een spelletje van: hoe heet de moeder van een lammetje?
    – Vogels leggen weer eitjes. Leg uit dat vogels in de lente nestjes gaan bouwen.
    Hoe, waar en waarom doen ze dat?
  1. Geef uitleg
    – Praat met je kind over zaadjes en bolletjes;
    – zaai eens een zaadje en kijk samen hoe het plantje groeit.
    Of pak een bloembol, plant die in een pot of bak, leg het verschil uit tussen zaadje en een bol.
    – doe in een potje/bakje watten en maak die nat, strooi er wat tuinkers op.
    Na enkele dagen zie je al resultaat! Leuk is om van ‘t potje een gezicht te maken, de tuinkers worden dan de
    haren.
  1. Interessant en leuk:
    – Ga eens naar een sloot!
    – Vertel over de ontwikkeling van een kikkervisje tot een kikker.
    Laat een kikkervisje zien als dat mogelijk is.
    (Een mooi boek over dit onderwerp is: “Het kleine kikkervisje” van Sheridan Cain en Jack Tickle.)
  1. Knutselen om de lente in huis te halen!
    – Maak leuke bloemen van (crêpe) papier.
    – Maak een nestkastje voor de vogels voor in de tuin.
    – Verf van grote stenen grappige dieren/insecten-.
    – Eventuele kleurplaten. (zie onderaan deze pagina)
    – Geef bloempotjes een leuke kleur.
  1. Pasen is ook lente:
    – Maak samen mooie paastakken, laat je kind die versieren met eitjes/figuurtjes.
    – Maak een paasmandje/-bakje voor de eitjes.
    – Ga echte eieren verven ( zie onderaan deze pagina).
    – Maak zelf eierdopjes van wc-rolletjes, eierdozen, karton, etc.
    – Laat je kind meehelpen met het maken van een broodhaantje (recept onderaan deze pagina).
    (eventueel voor op de palmpaasstok: Palmpasen is één week voor Pasen)
  1. Lekkere lente hapjes maken met je kind:
    gevulde eitjes:
    Pel de gekookte eieren, snijd ze doormidden. Eigeel eruit en doe ze in een kom.
    Roer mayonaise erdoorheen en zout en peper en meng alles goed door.
    Schep het mengsel terug in de halve eieren en strooi er peterselie over.
    lente spiesjes:
     Snij fruit in plakjes/blokjes en rijg ze aan een stokje. Alles in lente kleuren.
    meer leuke lente hapjes: Zoek via Google “lente hapjes voor kinderen”!
  2. Lees leuke boekjes voor over de lente, en praat erover met je kind: (kopen/lenen bij bieb)

 

Interessante links:

Kleurplaten:

http://www.kleurprentjes.be/69/Seizoen/Kleurplaten-Lente.html#


Leuke oefeningen taal /rekenen:

https://leukleren.squla.nl/demo/groep-1/dem-missions

https://leukleren.squla.nl/demo/g-2/spelletjes

Knutselvoorbeelden:

http://members.ho.nl/knutsel2/lente.html

Recept broodhaantje:
Benodigdheden: Een pak broodmix, deegkom, water bakplaat en bakpapier.
– Maak het deeg volgens recept
– Laat het rijzen en verdeel het in 8 stukken ( 8 haantjes)
– Maak van elk stuk deeg een rol (± 18 cm) niet te dik deeg gaat nog rijzen
– Leg de rol in een gebogen vorm op de bakplaat
– Kneed een snavel , hanenkam en staart
– Stop in de kop een krent voor het oog
– Bak het haantje in de oven. (lees hiervoor de aanwijzingen op de verpakking.

Gekookte eieren kleuren:

Benodigdheden:  witte eieren, pan, azijn en natuurlijke verfstoffen.
Kook de eieren tien minuten in heet water.
Laat ze afkoelen in gekleurd (met natuurlijke verfstoffen) water met azijn:
– voor een geel ei: 6 lepels uienschillen.
– Voor een groen ei: 250 gr spinazie
– Voor een blauw ei: rode kool
– Voor een rood ei: bietje
– Voor een geel ei: kurkuma
– Voor een oranje ei: wortelen

Smeer de eieren eventueel daarna in met warme olie om ze te laten glimmen.