Tag Archives: spelen

Fröbel: grondlegger kleuterschool

Het Fröbelonderwijs is gebaseerd op de ideeën van de Duitse opvoedkundige Friedrich Fröbel. Hij stelde vast dat kinderen van nature nieuwsgierig en leergierig zijn en dat ze het beste leren door te doen. Hij ontwikkelde allerlei speelgoed en materialen om kinderen te helpen hun vaardigheden en kennis te ontwikkelen. Ook richtte hij rond 1840 een Kindergarten op, een tuin die het ideale milieu was voor het kinderspel. (Dit verklaart o.a. dat de het Engelse woord “Kindergarten” als aanduiding voor de kleuterschool. Het ging Fröbel erom dat kleuters worden opgeleid, voorafgaand aan hun latere arbeid.

Belangrijke kenmerken van het Fröbelonderwijs:

Nadruk op spelen en ontdekken: Kinderen leren het beste door te spelen en te ontdekken. Het Fröbelonderwijs biedt kinderen een veilige en stimulerende omgeving om te spelen en te leren.
Gebruik van speciaal materiaal: Fröbel ontwikkelde een aantal speciale materialen om kinderen uit te dagen en te stimuleren hun vaardigheden en kennis te ontwikkelen.
Nadruk op creativiteit: Het Fröbelonderwijs legt de nadruk op creativiteit. Kinderen worden aangemoedigd om hun eigen ideeën te ontwikkelen en uit te voeren.
Nadruk op zelfstandigheid: Het aanmoedigen van kinderen om zelf te leren en te ontdekken.
Nadruk op samenwerking: Kinderen leren samenwerken om taken te voltooien en van elkaar te leren.

Het Fröbelonderwijs is een effectieve onderwijsmethode die kinderen helpt om zich op een brede manier te ontwikkelen.

Ook in Nederland werden de denkbeelden van Fröbel populair. De eerste kleuterscholen hier werden dan ook aangeduid met fröbelscholen. In 1985 werd de kleuterschool, samen met de lagere school gecombineerd tot wat wij kennen als het basisonderwijs. Hoewel daarmee de naam Fröbel uit het directe zicht verdween, zijn er nog genoeg dingen die ons aan Fröbel herinneren. “Fröbelen” bijvoorbeeld, als aanduiding voor “vrijblijvend creatief bezig zijn”.
Spel was volgens Fröbel een voorwaarde voor de kinderlijke ontwikkeling. Door middel van spel, liedjes, verhalen en lichamelijke activiteit (het liefst in de natuur), spelen met driedimensionale objecten als de bol, de kubus en de cilinder, zou de ontwikkeling van het kind gestimuleerd worden; een idee dat resulteerde in de eerste blokkendozen (afbeelding 2). Andere leermiddelen waren zachte gekleurde ballen, materiaal om mee te tekenen, te vlechten, mozaïeken, weven, vouwen, kleien, plakken, bouwen, enz.

Je kind leren te delen

Samen spelen is samen delen!

Het is belangrijk dat kinderen al vroeg leren met anderen te delen. Het beste kun je daar al op de peuterleeftijd mee beginnen. Rond het tweede of derde jaar dus! Om een kind alvast te leren dat het niet alleen op de wereld is, kan het verstandig zijn zo nu en dan eens een vriendje uit te nodigen. Zo kan je kind onbewust en op een speelse manier leren zijn of haar speelgoed te delen.

Je peuter begint op die leeftijd ook al te ontdekken, dat sommige dingen van hem/haar zijn en andere dingen niet. Zoals bijvoorbeeld “dat is mamma’s tas”,  of “die jas is van pappa”, “dat autootje is van mijn broertje” etc.

Wat leer je aan je kind?

  • Leer je kind om te vragen, als het iets wil hebben. Bijvoorbeeld “mag ik ook eens met je bal spelen?”
  • Prijs je kind als het uit zichzelf het speelgoed afgeeft.
  • Als ouders kun je ook aan je kind vragen “mag je vriendje ook even met je pop spelen?”
  • Laat eventueel je kind eens om de beurt met een ander kind met een bepaald stuk speelgoed spelen.
  • Laat het vriendje of vriendinnetje dat komt spelen, ook eens zijn of haar eigen speelgoed meenemen.

Wat moet je als ouder juist niet doen?

  • Je kind dwingen om iets af te geven. Zo raakt het van streek en zal het een volgende keer ook niet bereid zijn het te delen.
  • Ongeduldig worden. Soms heeft je kind even tijd nodig.
  • Steeds voor je kind uitmaken wie welk speelgoed mag hebben.
  • Je kind de kans ontnemen om het zelf te doen. Als het fout loopt kun je altijd nog ingrijpen.

In de speeltuin

De speeltuin is voor iedereen. Als je kind al een hele tijd op de schommel is geweest, zeg dan dat een ander kind er nu ook op mag. Zeg dat ze om de beurt kunnen schommelen. Maak er een spelletje van door bijvoorbeeld ieder 10 tellen te laten schommelen, of laat eens een belletje (kookwekker) afgaan als de tijd om is. Zo leren ze om de beurt te spelen.

Het delen van ouders

Naast het delen van speelgoed moeten kinderen ook weleens  hun pappa of mamma delen met andere mensen. Je kind moet  begrijpen dat het niet altijd in het middelpunt kan staan.

  • Leg aan je kind uit, dat het even moet wachten als mamma met iemand aan het praten is.
  • Leg uit dat het maar even zelf iets moet / kan doen.
  • Leg uit dat pappa of mamma ook hun eigen dingen moeten doen, zoals huishoudelijk werk, administratie, een boek lezen etc.
  • Leer je kind om zelf te spelen en zich te vermaken. Geef het bijvoorbeeld een kleurplaat om die zelf in te kleuren, terwijl jij met andere dingen bezig bent.
  • Leg uit wanneer je weer wel samen kunt spelen. “Als ik hiermee klaar ben gaan we een puzzeltje doen.”
  • Betrek je kind ook eens in een activiteit. Laat het bijvoorbeeld meehelpen met wasgoed uitzoeken, de berging opruimen, of geef ze een taakje. “Doe jij maar alles in een doos, dan ga ik vegen.”

Speelgoed delen:

Zelfs op de peuterspeelzaal wordt je kind, bij het contact met andere kinderen, begeleid en geleerd om het speelgoed te delen. De kinderen leren van elkaar en ook daar ontdekken ze al spelend dat ze weleens op hun beurt moeten wachten.