Tag Archives: tekenen

Aandacht

Positieve of negatieve aandacht?

Helaas dwingen kleuters soms je aandacht af door negatief gedrag. Je moét wel ingrijpen, anders loopt er iets uit de hand. Je kind dreigt iets te vernielen of een broertje of zusje te schoppen of te slaan etc. Maar heb je, omgekeerd, wel voldoende aandacht voor positief gedrag van je kind? Bijvoorbeeld als het een bijzondere prestatie levert of weer een nieuw stapje zet in zijn of haar ontwikkeling.

Als ouder zie je jezelf soms genoodzaakt onmiddellijk te reageren op negatief gedrag, terwijl dat bij positief gedrag meestal minder het geval is. Zit je kind al een tijdje geconcentreerd te tekenen of te bouwen of speelt het harmonieus met een broertje of zusje, dan beschouw je dat als normaal. Tóch verdient dit soort positief gedrag van tijd tot tijd óók je aandacht. Waarom zou je immers alleen aandacht schenken aan negatief gedrag en nooit eens aan iets positiefs? Feitelijk moedig je daarmee negatief gedrag aan, omdat je kind daarmee gegarandeerd op jouw aandacht kan rekenen!

Complimentje

Net zoals iedere volwassene heeft ook ieder kind op z’n tijd behoefte aan een complimentje of een andere manier van positieve aandacht. Ga daarom nooit achteloos aan positief gedrag van je kleuter voorbij, maar moedig hem of haar af en toe aan. Toon interesse in wat je kind doet en neem af en toe eens de tijd om je er écht in te verdiepen. Speel bijvoorbeeld eens een spelletje mee met je kind of kinderen en leer hen ondertussen hoe ze bijvoorbeeld sportief met winnen en verliezen om kunnen gaan. Doe vooral eens leerzame spelletjes, waarbij ze bijvoorbeeld moeten tellen of oplossingen bedenken. Ga ook eens bij je kind zitten als het thuis tekent of knutselt en help soms eens ’n beetje.

Tekenen en knutselen

In de meeste kleuterklassen hangen tekeningen en er staan knutselwerkjes, vaak afhankelijk van de tijd van het jaar. Spinnetjes van eikels of kastanjes, Sinterklaasjes van Wc-rolletjes, bloemetjes van papier etc. De juf of meester geeft al deze meesterwerkjes een plaatsje in de klas, zodat iedereen ze kan zien. Ze mogen er immers best trots op zijn!

Vanzelfsprekend rennen de kinderen uiteindelijk met al dat moois de poort uit en geven het vol trots aan de ouder die hen komt afhalen. Sommige ouders reageren opgetogen en complimenteren hun kind met hun mooie tekening of knutselwerkje. Ze geven al aan de schoolpoort een positieve reactie en doen dat thuis nog eens dunnetjes over. Ze vragen hun kind bijvoorbeeld om uitleg over wat ze getekend hebben en leggen dat nog eens positief uit als aanmoediging.

Achteloos

Helaas komt het ook voor dat pappa of mamma de tekening aanneemt en achteloos wegstopt, zonder er verder aandacht aan te besteden. Het kind merkt die achteloosheid en de kans is groot dat daarmee iedere prikkel tot presteren wordt weggenomen. Het maakt tóch niets uit.

Soms neemt een kind een tekening niet eens mee naar huis. Bij navraag ontdekt de leerkracht dan soms dat de ouders totaal geen aandacht schenken aan wat hun kind hen met gepaste trots laat zien.
Laat als ouder liever altijd je belangstelling blijken voor dingen die voor jou misschien gewoon zijn, maar waar je kind heel trots op is. Wees nooit onverschillig, maar probeer altijd je kind aan te moedigen bij iedere stap in zijn of haar ontwikkeling.

Niet overdrijven!

Het spreekt overigens voor zich dat je als ouder niet alleen maar complimenten hoeft te geven. Valt het “pronkstuk” van je kind je eigenlijk nogal tegen, aarzel dan niet daarover te praten. “Ik vind het eigenlijk nogal slordig”. “Waarom heb je niet tussen de lijntjes gekleurd?” “Je vorige tekening van een auto was veel beter”.  Alleen maar positivisme is teveel van het goede!

Voor de eerste stappen naar school

Rijp voor de basisschool

Het is een klein wonder dat kinderen zich in hun eerste levensjaren al zo enorm ontwikkelen. Maar hoe wordt je kind rijp voor de basisschool? Naarmate kinderen van 3 jaar al meer vaardigheden beheersen, worden de eerste stappen naar de basisschool gemakkelijker. Lees de volgende tips om die vaardigheden te leren.

Taal en luisteren 

  • Zorg ervoor dat je kind niet wordt afgeleid als je met hem of haar praat. Kijk elkaar daarom aan.
  • Laat je kind aandachtig luisteren naar verhalen. Zorg voor een rustige vertel- of voorleesomgeving.
    (Zet zo nodig de radio of TV zachter of helemaal uit).
  • Speel leuke spelletjes om je kind te leren luisteren. “Pak eens een boek”, “zoek je rode autootje”
  • Doe samen een eenvoudig memory spel en laat je kind vertellen wat het zoekt.
  • Ondertussen vergroot je de woordenschat van je kind. Eventuele lastige woorden kun je even uitleggen.
  • Leer je kind dat het ook weleens moet wachten. Bijvoorbeeld als jij met iemand anders praat.

Zintuigen

  • Leer je kind alvast de namen van de belangrijkste kleuren.
  • Ga samen puzzelen en laat je kind ook af en toe zelf puzzelen.
  • Leer je kind het verschil tussen groot en klein.
  • Laat je kind dingen van dezelfde kleur bij elkaar leggen.
  • Leer het ook al een beetje namen van vormen (rond, vierkant, driehoek)
  • Laat zien hoe je een bladzijde van een boek omslaat.

Visuele vaardigheden

  • Bekijk de plaatjes in een boek en vraag hoe die heten.
  • Laat je kind eens iets natekenen. Bijvoorbeeld een rondje of een kruis.
  • Probeer eens uit of je kind met één oog bedekt iets kleins kan oppakken.
  • Laat je kind plaatjes inkleuren en/of tekenen.
  • Een spelletje ballen: een rollende bal op het juiste moment oppakken.
  • Ziet je kind verschillen tussen dingen (bijvoorbeeld een appel en een peer)

Het denken

  • Als je kind veel vragen stelt is dat prima. Geef daarom zoveel mogelijk gewoon antwoord.
  • Verbeter het geheugen van je kind. Kan het nog dingen herinneren uit eerdere ervaringen?
  • Kan je kind zijn/haar eigen naam (en achternaam) noemen?
  • Kent je kind zijn/haar eigen geslacht?
  • Leg eenvoudige dingen aan je kind uit. Wat je wilt en ook waarom je dat wilt. Bijvoorbeeld “ik wil dat je je poppenwagen opruimt. Die staat in de weg. Zo kan er niemand langs.”
  • Maak op z’n tijd eens een grapje. Snapt je kind dat of moet het er nog over nadenken?
  • Noem eens getallen en tel voorwerpen bij allerlei activiteiten, zoals boodschappen doen, eten, aankleden.
  • Praat met je kind over voorvallen en ervaringen, zodat het een gebeurtenis kan navertellen. “Weet je nog toen je moest huilen…?”
  • Stel vragen als “wat als…” of “hoe…”. Zo help je je kind te leren nadenken over vragen. “Wat als je nou niet op de schommel kan?” Of “Hoe weet je dat eigenlijk?”

Spel

Buiten: om de spieren te oefenen

  • Geef de mogelijkheid om te rennen.
  • Laat je kind veel oefenen met een (loop)fietsje.
  • Laat je kind spelen met zand en water.

Binnen: sociaal, maar ook zelf bezig kunnen zijn

  • Laat je kind zelf vormgeven aan het tekenen, knutselen, verven.
  • Laat je kind experimenteren met blokken, vormpjes.
  • Het spelen met poppen of knuffelbeesten is een goede oefening voor het latere rollenspel.
  • Eenvoudige gezelschapsspelletjes leren je kind om zich te richten naar anderen en rekening met hen te houden.

Emotie

Sommige kinderen vinden het moeilijk om van de ouders gescheiden te worden. Maar ook dat moeten ze leren.

  • Laat eens een keer een goede bekende thuis oppassen als je bijvoorbeeld een avondje uit gaat.
  • Laat je kind eens uit logeren gaan bij bijvoorbeeld opa en oma. Het is dan in een vertrouwde omgeving, maar nu eens zonder de ouders.
  • Voor je kind wordt de stap naar de peuterspeelzaal of basisschool al een stuk gemakkelijker als het merkt dat andere volwassenen voor hem/haar kunnen zorgen.
  • Nodig af en toe eens andere kinderen uit om te komen spelen, maar laat je kind ook bij een ander spelen.
  • Soms heeft je kind een humeurige periode. Ga hier rustig mee om, blijf positief en moedig het aan om iets leuks te doen.
  • Praat vrijblijvend met je kind over wat het heeft meegemaakt. Door vragen te stellen kun je meestal goed achterhalen wat je graag weten wilt.
  • Zorg voor rust en regelmaat in het leven van je kind. Dat kan onder andere door het bieden van voldoende vermaak, voldoende aandacht, op tijd eten en drinken en een goede slaapgewoonte.