Tag Archives: vriendjes

Spelend leren in de zomervakantie

Spelend leren in de zomervakantie

De zomervakantie is een fijne rustpauze waarin je kind veel nieuwe dingen kan zien en beleven! Hoe maak je als ouders dat het er ook wat van leert? Het schooljaar loopt ten einde en de vakantie lonkt! Maar eerst wordt nog even teruggekeken op  het afgelopen schooljaar. Hebben de kinderen het naar hun zin gehad? Ze zijn groter geworden en zijn toe aan nieuwe uitdagingen! De meeste gezinnen gaan een paar weken in het binnen- of buitenland op vakantie, soms worden nog kleine uitstapjes gemaakt en een deel van de tijd vermaken de kinderen zich ook thuis.

Ideeën voor de vakantie

Het spelend leren gaat in de vakantie gewoon door. Als je op reis bent, maar ook gewoon thuis of tijdens korte uitstapjes.

Vakantie thuis.

Goed weer

Een dag of wat lekker thuis blijven is goed voor je kind. Afhankelijk van het weer kan het binnen of buiten spelen. Bij zonnig weer is het leuk om in een badje te spelen. Geef je kind(eren) wat spulletjes, waarmee ze kunnen ontdekken dat sommige dingen blijven drijven en andere zinken. Laat hen lekker spetteren, spatten of sproeien. Al spelend ontwikkelen ze hun motoriek. Maar ook ontwikkelen ze hun sociale vaardigheden, als je het extra gezellig maakt als ze ook vriendjes of vriendinnetjes mogen uitnodigen.

Naast waterpret zijn er bij redelijk weer voor je kind(eren) natuurlijk nog talloze andere mogelijkheden om zich te vermaken. Bijvoorbeeld door te steppen, fietsen, klauteren in een speeltuintje in de buurt en dergelijke. Soms kun je voor weinig geld iets kopen om de pret te vergroten. Geef bijvoorbeeld eens wat stoepkrijt. Dat is goed voor de creativiteit én de grove motoriek.

Slecht weer

Bij slecht weer kunnen kinderen gezellig binnen spelen. Laat hen zelf verzinnen  of ze met poppen of auto’s willen spelen of bijvoorbeeld kleuren of tekenen etc. Bedenk samen een leuk spel, of nodig een of meer vriend(innet)jes uit. Helemaal apart wordt het als je kind bijvoorbeeld eens mag meehelpen met koekjes bakken (goed voor het rekenvermogen) of als je samen met je kind(eren) naar een leuke kinderfilm kijkt.

Een dagje naar het bos

Laat je kind eens meedenken over het voorbereiden van een uitstapje naar het bos. Wat neem je allemaal mee? Wat te denken van een gezellige picknick? Niet duur, maar enorm gezellig! Laat je kind(eren) eens meehelpen een mand met lekkers voor te breiden.
Het kiezen, het kopen, het inpakken, nadenken over warm of koud houden van de dranken etc. etc.

Eenmaal in het bos kunnen kinderen hun grove motoriek ontwikkelen door te wandelen, te rennen, in bomen te klimmen of zich erachter te verstoppen. Ze kunnen hun fantasie ontwikkelen door bijvoorbeeld materialen te verzamelen om er later thuis iets van te maken.

Takjes bijvoorbeeld, of veertjes en dergelijke. Vertel je kind eens over de natuur. Attendeer het bijvoorbeeld op de verschillende vogelgeluiden, maar ook op de grote verscheidenheid aan bomen, grassen, planten en dergelijke.

Lokale vakantieweek

Op veel plaatsen worden in de zomervakantie één of twee weken speciaal voor kinderen leuke activiteiten georganiseerd. Het kan voor je kind ook heel plezierig en leerzaam zijn om daar aan deel te nemen, vooropgesteld dat er een programma is voor de kleuters.

Logeren

Laat je kind in de vakantietijd eens een paar dagen logeren bij bijvoorbeeld opa/oma, een vriend(innet)je, nichtje of neefje…. Zo’n logeerpartijtje, eventueel samen met broertje/zusje, is natuurlijk een heel avontuur voor je kind. (zie uit logeren) Maak goede afspraken. Leg uit hoeveel nachtjes het mag blijven slapen en overleg welke spulletjes worden meegenomen? Zelf de koffer inpakken.

Naar het pretpark!

Bespreek wat je dan allemaal mee kunt nemen, wat je nodig hebt, hoelang het gaat duren en wat je er allemaal kunt doen. In een pretpark leren kinderen hun sociale vaardigheden ontwikkelen; op je beurt wachten, samen iets doen, goed uitkijken dat je niet kwijt loopt.

Naar het strand!

Laat je kind zijn/haar eigen tas inpakken, wat gaat en moet er allemaal mee? Maak voor op het strand afspraken t.a.v. herkenbaarheid van plaats, bijvoorbeeld door een bekende grote handdoek op te hangen, te zeggen dat ze nooit alleen in het water moeten gaan, laat zien waar ze naar toe moeten als ze toch kwijt lopen. Naar de strandwacht!  Tip:
Doe je kind een polsbandje om met je mobiele telefoonnummer, voor het geval het toch kwijt loopt.

Het strand is bij uitstek de plek waar kinderen zich kunnen vermaken met water en zand.

Met emmertjes, schepjes en vormpjes ontwikkelen zij al spelend hun rekenvermogen, motorische vaardigheden en creativiteit.

Op vakantie in binnen- of buitenland

Maak van de vakantiereis een feest

En dan is er tenslotte de vakantie met het gezin in binnen- of buitenland. Of je nu met het vliegtuig op vakantie gaat of bijvoorbeeld met de auto of de fiets erop uit trekt. Als jet het goed aanpakt wordt het voor de kinderen één groot feest, waar ze óók veel van kunnen leren.

Betrek je kind in de voorpret, bijvoorbeeld door het te laten meedenken over wat er allemaal geregeld moet worden vóór je op vakantie gaat.  Bijvoorbeeld naar een reisbureau gaan, een leuke bestemming uitzoeken, tickets kopen, maar ook zonnebrandolie, een zonnebril, standspulletjes en dergelijke.

 

  • Laat eens op een wereldbol of atlas zien waar je naar toe gaat. Is het ver of dichtbij?
  • Zou je bijvoorbeeld met de Auto naar Amerika kunnen? Zo nee, Waarom niet?
  • Als je met de auto gaat, hoelang duurt een reis? Duurt het lang of kort?
  • Kun je in 1 dag naar je vakantiebestemming rijden of heb je meerdere dagen nodig?
  • Leg uit wat er van je kind wordt verwacht als het zo lang in de auto moet zitten.
  • Gaat de reis naar het buitenland of is het verblijf in Nederland.(woordenschat verruimen)
  • Wordt er gekampeerd: wat heb je dan nodig?
  • Ga je in een hotel slapen? Wat heb je daar voor nodig?
  • Breng je de vakantie in een vakantiehuisje door? Wat gaat er dan allemaal mee?
  • Wat neem je mee als je uit logeren gaat? Welke dingen heb je iedere dag nodig?
  • Hoeveel kun je meenemen en past dat allemaal wel in de koffer?
  • Laat je kind vertellen wat het nodig heeft om te kunnen slapen, eten, spelen……
  • Zijn er dingen, die niet in de koffer kunnen, maar toch mee moeten? Bijvoorbeeld fietsen, bootjes, etc.

Betrek je kind erbij

Wanneer je je kind betrekt bij wat je doet en van plan bent, snapt je kind beter waarom iets gaat zoals het gaat. Als bijvoorbeeld een vliegreis of autorit lang duurt kun je dat uitleggen. Maak samen met je kind een plan wat het al die tijd kan doen: boekjes lezen, tekenen, met klein speelgoed spelen, knuffeltje erbij etc. Als het iets te doen heeft, lijkt de reis minder lang te duren. Ondertussen kun je ook wat van de omgeving zien.
Ben je met de auto laat je kind(eren) eens alle rode, groene, blauwe auto’s tellen of koeien of schapen. hoeveel zijn het er? Waar zijn er meer van of minder?  Ook kun je onderweg met je kind(eren) liedjes zingen, doe raadselspelletjes doen etc.

Misschien is het een leuk idee om samen met je kinderen een boekje te maken van de reis. Laat ze daarin tekenen, voor iedere dag 1 bladzijde. Zijn ze thuis dan kunnen ze nog eens op hun vakantiereis terugkijken.

Loop bij een vliegreis eens met je kind door het vliegtuig en leg uit wat het allemaal ziet. Vertel bijvoorbeeld over de piloot en de stewardessen. Wat doen zij eigenlijk? Waar zit de piloot. Je kind ervan en zal de reis nog intenser beleven.

Na de vakantie

Je kind maakt veel mee in zo’n vakantie en steekt daar veel van op! En na de vakantie zet een deel van de kleuters de lang verwachte stap naar groep 3. Maar ook voor de andere kleuters gaan er dingen veranderen. De jongsten blijven nog een jaartje in groep 1, maar een deel van de kinderen gaat naar groep 2.

Als ouders gaan scheiden

Als ouders gaan scheiden…. 

Het is voor een kleuter  moeilijk te begrijpen wanneer ouders besluiten uit elkaar te gaan. Daarom is het belangrijk om als ouders verstandig met zo’n situatie om te gaan. Probeer de situatie samen op een  juiste en vooral rustige manier aan je kind uit te leggen. Probeer het daarbij niet teveel met je eigen emoties te belasten. Vertel wat de consequenties zijn voor je kind en wat er voor hem of haar gaat veranderen. Wat komt er allemaal bij kijken? Hoe zal alles voortaan gaan…..?

Rouwproces

Je kind begrijpt bij een scheiding doorgaans niet goed wat er feitelijk aan de hand is. Wél merkt het de spanningen thuis op en het blijft ook zélf niet onbewogen onder de veranderingen die het gevolg zijn. Voor je  kind is de scheiding een soort rouwproces, waar het op geheel eigen wijze mee omgaat. Ieder kind uit zijn gevoelens op zijn eigen manier. Het ene kind wat agressief en het andere relatief rustig. Ook het moment waarop verschilt per kind. Ze zijn niet op ieder moment droevig, maar laten dat af en toe zien. Soms zijn ze ineens heel droevig en even later alweer vrolijk. Dit gedrag is typisch voor kleuters.

Fantasie en werkelijkheid lopen voor kleuters nog wat door elkaar. Het dringt nog niet echt door dat een scheiding definitief is. Ze hebben nog geen besef van de ernst van dingen. Zo kan een kleuter een keer opmerken dat “papa toch wel weer thuis moet komen, hij heeft nu al zolang in dat andere huisje gewoond.”

Zekerheid

Kinderen houden van zekerheid en voorspelbaarheid, maar door een scheiding verliest het gezin z’n normale structuur. Alles wat vertrouwd was gaat plotseling anders. Zo’n scheiding is daardoor voor kinderen best ingrijpend. Als de ouders daar onverstandig mee omgaan kan dat heel traumatisch zijn.

  • Je kind kan de schuld bij zichzelf leggen.
  • Je kind kan het interpreteren als een afwijzing.
  • Je kind gaat zich anders gedragen; heeft vaak wisselende stemmingen, vertoont soms agressief gedrag, huilt om het minste en geringste, etc.
  • Je kind is vaak bang om de andere ouder ook te verliezen,
  • Je kind kan zich niet identificeren met beide ouders.
  • Je kind wordt beïnvloed  door de angsten van de ouder.
  • Je kind krijgt vaak minder aandacht, warmte en emotionele steun, omdat de ouder op dat moment minder emotioneel beschikbaar is.
  • Je kind verliest bij eventuele verhuizing de vaste vriendjes.
    Je kind kan wat achter raken in zijn of haar ontwikkeling.

Gezien het bovenstaand is het dus belangrijk dat je als ouders goed omgaat met de gevolgen die de scheiding voor je kind(eren) heeft. Vergeet zo nodig even je eigen zorgen en verdriet en help iedereen er het beste van te maken.

 

Je kind leren te delen

Samen spelen is samen delen!

Het is belangrijk dat kinderen al vroeg leren met anderen te delen. Het beste kun je daar al op de peuterleeftijd mee beginnen. Rond het tweede of derde jaar dus! Om een kind alvast te leren dat het niet alleen op de wereld is, kan het verstandig zijn zo nu en dan eens een vriendje uit te nodigen. Zo kan je kind onbewust en op een speelse manier leren zijn of haar speelgoed te delen.

Je peuter begint op die leeftijd ook al te ontdekken, dat sommige dingen van hem/haar zijn en andere dingen niet. Zoals bijvoorbeeld “dat is mamma’s tas”,  of “die jas is van pappa”, “dat autootje is van mijn broertje” etc.

Wat leer je aan je kind?

  • Leer je kind om te vragen, als het iets wil hebben. Bijvoorbeeld “mag ik ook eens met je bal spelen?”
  • Prijs je kind als het uit zichzelf het speelgoed afgeeft.
  • Als ouders kun je ook aan je kind vragen “mag je vriendje ook even met je pop spelen?”
  • Laat eventueel je kind eens om de beurt met een ander kind met een bepaald stuk speelgoed spelen.
  • Laat het vriendje of vriendinnetje dat komt spelen, ook eens zijn of haar eigen speelgoed meenemen.

Wat moet je als ouder juist niet doen?

  • Je kind dwingen om iets af te geven. Zo raakt het van streek en zal het een volgende keer ook niet bereid zijn het te delen.
  • Ongeduldig worden. Soms heeft je kind even tijd nodig.
  • Steeds voor je kind uitmaken wie welk speelgoed mag hebben.
  • Je kind de kans ontnemen om het zelf te doen. Als het fout loopt kun je altijd nog ingrijpen.

In de speeltuin

De speeltuin is voor iedereen. Als je kind al een hele tijd op de schommel is geweest, zeg dan dat een ander kind er nu ook op mag. Zeg dat ze om de beurt kunnen schommelen. Maak er een spelletje van door bijvoorbeeld ieder 10 tellen te laten schommelen, of laat eens een belletje (kookwekker) afgaan als de tijd om is. Zo leren ze om de beurt te spelen.

Het delen van ouders

Naast het delen van speelgoed moeten kinderen ook weleens  hun pappa of mamma delen met andere mensen. Je kind moet  begrijpen dat het niet altijd in het middelpunt kan staan.

  • Leg aan je kind uit, dat het even moet wachten als mamma met iemand aan het praten is.
  • Leg uit dat het maar even zelf iets moet / kan doen.
  • Leg uit dat pappa of mamma ook hun eigen dingen moeten doen, zoals huishoudelijk werk, administratie, een boek lezen etc.
  • Leer je kind om zelf te spelen en zich te vermaken. Geef het bijvoorbeeld een kleurplaat om die zelf in te kleuren, terwijl jij met andere dingen bezig bent.
  • Leg uit wanneer je weer wel samen kunt spelen. “Als ik hiermee klaar ben gaan we een puzzeltje doen.”
  • Betrek je kind ook eens in een activiteit. Laat het bijvoorbeeld meehelpen met wasgoed uitzoeken, de berging opruimen, of geef ze een taakje. “Doe jij maar alles in een doos, dan ga ik vegen.”

Speelgoed delen:

Zelfs op de peuterspeelzaal wordt je kind, bij het contact met andere kinderen, begeleid en geleerd om het speelgoed te delen. De kinderen leren van elkaar en ook daar ontdekken ze al spelend dat ze weleens op hun beurt moeten wachten.