ontwikkelingsmaterialen
Gebruikte materialen
Voor hun ontwikkeling werken de kinderen in de klas met de ontwikkelingsmaterialen. Dat kan individueel of in een klein groepje. Hieronder enkele voorbeelden van deze, in de kleuterklas onmisbare, ontwikkelingsmaterialen:
Constructiemateriaal:
Met materialen, zoals grote en kleine blokken, Lego, Duplo, Lokon, Verifix, K’nex, kunnen de kinderen allerlei dingen (na)bouwen. Met Clixy kunnen zij zelf een knikkerbaan bouwen om een knikker door te laten rollen. De kinderen leren zoveel mogelijk omgaan met de techniek van het bouwen, waarbij ook weer verschillende ontwikkelingsaspecten aan de orde komen:
- De sociale ontwikkeling (samen spelen, overleggen en delen).
- De ontwikkeling van spel en fantasie.
- Ruimtelijk inzicht.
- Taalontwikkeling (het leren verwoorden van de handelingen).
- Rekenen.
Verder is er bijvoorbeeld het wereldspelmateriaal (poppetjes, dieren, auto’s enz.), dat de kinderen uitdaagt tot sorteren, ordenen en classificeren.
Logical blocs:
Dit materiaal bestaat uit ronde, vierkante, rechthoekige en driehoekige plastic blokken. Deze blokken zijn verschillend van kleur, vorm, grootte en dikte. Van iedere vorm zijn er drie kleuren, grote, kleine, dikke en dunne blokken. Het werken met Logiblokken bevordert het wiskundig denken van de kinderen.
De leerkracht kan verschillende opdrachten geven, zoals “zoek eens alle vierkanten”, “zoek alle dikke cirkels”, “zoek alle gele driehoeken”, “zoek alle dikke, rode of kleine rechthoeken”.
Het kralenplankje:
Dit is een van de materialen die een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van de fijne motoriek. De kinderen moeten de kleine kraaltjes tussen duim en wijsvinger houden en ze vervolgens op de spijkertjes van het plankje plaatsen. Zo ontstaat er een afbeelding op het plankje.
Kinderen die voor het eerst met het kralenplankje gaan werken hoeven nog geen vaste patronen te leggen. Ze mogen er eerst naar eigen fantasie mee experimenteren. Hebben ze het gebruik van het kralenplankje eenmaal door, dan krijgen ze een opdracht van de juf, zoals:
- Randjes maken. Het kind moet dan een randje maken van één kleur en het daarna opvullen met weer een andere kleur.
- Een kruis of rijtjes maken in één bepaalde kleur.
In groep 2 worden de opdrachten moeilijker. De kinderen moeten dan een figuur/motief na leggen. Hierbij wordt er van het kind verwacht dat hij/zij kijkt en telt hoeveel kralen er van een bepaalde kleur gelegd moeten worden om het motief precies na te maken.
Puzzels:
Puzzels behoren tot de meest belangrijkste ontwikkelingsmaterialen. Er zijn verschillende soorten puzzels, en het eerste puzzeltje waar een kind meestal mee begint is de insteekpuzzel. Dat bestaat uit stukjes, waar een knopje op zit als greepje voor de kinderen.
Er zijn puzzeltjes van 4 stukjes, van zes en zo telkens oplopend tot wel 100 of 1000.
Op school zijn er puzzeltjes van 4 stukjes tot 64 stukjes. Kinderen die net op school komen, beginnen met de gemakkelijkste puzzels. Kunnen ze die goed leggen, dan mogen ze met steeds meer stukjes puzzelen.
Puzzelen is belangrijk voor kinderen:
- Het bevordert hun ruimtelijk inzicht. (Visuele waarneming)
- Het bevordert het logisch nadenken, wat belangrijk is voor het leren rekenen.
- Het bevordert de concentratie en doorzettingsvermogen.
Toch zijn er kinderen die niet graag puzzelen. Het is dan aan de leerkracht om deze kinderen ook aan het puzzelen te krijgen. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een spelletje, zoals:
- 1 rij eruit halen en weer laten inleggen. Daarbij letten op de voorstelling.
- Alle stukjes eruit laten halen. De leerkracht legt een of meer stukjes in het raam. Kind doet de rest.
- De leerkracht haalt enkele stukjes uit de puzzel, en legt die op afstand. Kind haalt de stukjes terug.
- Twee puzzels door elkaar.
- Tweetallen: de stukjes van 2 puzzels liggen door elkaar. Ieder maakt zijn eigen puzzel.
- Puzzelstukjes omgekeerd. Kind maakt de puzzel.
- Puzzel omgekeerd leggen.
- Tweetallen: kind 1 heeft de losse stukjes voor zich. Kind 2 maakt de puzzel door vragen te stellen: “ik moet het stukje hebben met een stukje van de zon en …”.
- Enkele stukjes liggen verspreid op tafel onder een doek. Kind betast de opening in de puzzel en zoekt op de tast het juiste stukje.
Dit is maar een greep uit de verschillende speelse manieren om een kind enthousiast te maken voor het puzzelen.
Begrippentaal:
Bij dit spel wordt gebruik gemaakt van 10 verschillende grondplaten, waarop verschillende voorstellingen te zien zijn en een aantal insteekpennen.
Spelenderwijs komen de volgende begrippen aan de orde:
- ruimtelijke begrippen: voor, achter, in, op, tussen, etc.
- hoeveelheidsbegrippen: 1, 5, vol, leeg, etc.
- ordeningsbegrippen: eerste, tweede, middelste, etc.
- handelen met hoeveelheden: 3 erbij 2, 2 erbij 2, etc.
- kleur en vorm: rode driehoek, groene cirkel, etc.
Kinderen spelen in twee tallen. Ze moeten overleggen en samenwerken. Een kind vertelt waar het andere kind de pen in moet steken: Het eerste kind vraagt bijvoorbeeld “steek de pen bij het kind, dat tussen de twee honden staat”. Het andere kind zoekt dat plaatje en steekt de pen in het gaatje bij dat plaatje. Aan de kleur van het gaatje kan het eerste kind zien of het andere kind het goed doet.
“Begrippentaal” biedt de mogelijkheid tot actief taalgebruik. Met behulp van de spreektaal moet het eerste kind het andere kind duidelijk maken welke situatie hij of zij voor ogen heeft. Bij deze beschrijving spelen vooral de taalrekenbegrippen een zeer belangrijke rol.
Tel tot 20:
Met dit spel leren kinderen hoeveelheden tot 20 op verschillende manieren verkennen en tellen. Heel wat kinderen in groep 2 kunnen al goed tellen en weten het juiste getal te koppelen aan een hoeveelheid. Dit spel komt tegemoet aan de behoefte om daarin verder te gaan. De kinderen kunnen hun werk controleren met de zelfcontrole kaarten.
Het spel kent 3 niveaus:
- Hoeveelheden tellen tot 10, koppelen aan een dobbelsteenstructuur en er een getal aan toekennen.
- Hoeveelheden samenvoegen en koppelen aan het getal symbool.
- Verkort tellen, dopjes stapelen in hoeveelheden van 5.
Dit spel is bedoeld voor 2 tot 4 kinderen vanaf 5 jaar.