Verwachtingen per groep

Wat wordt er van je kind verwacht in groep 1?

Kinderen van vier jaar zijn toe aan een nieuwe uitdaging. Zij zijn leergierig en willen graag veel ontdekken. Op school krijgen zij die kansen. Spelenderwijs leren ze vaardigheden aan, die de basis vormen voor bijvoorbeeld het lezen en rekenen.
Ieder kind is uniek en ontwikkelt zich op zijn/haar eigen manier. Het ene kind kan bijvoorbeeld eerder praten en het andere kan eerder lopen. De kinderen die op vierjarige leeftijd naar school komen hebben dan ook ieder hun eigen, unieke ontwikkelingsniveau.

Groep 1

Wat kan een kind doorgaans aan het begin van groep 1?
Wat betreft:

  • Spelgedrag: Kijkt vaak nog even de boel af en speelt nog vaak alleen.
  • Taal: Durft nog niet goed te vertellen/praten. Luistert kort (± 5 min) naar een verhaal. Snapt al eenvoudige opdrachten.
  • Rekenen: Kan vormen wel aanwijzen, maar nog niet benoemen.
  • Fijne motoriek: Houdt een schaar vaak nog niet goed vast, maar kan wel knippen. Ook maakt het nog krabbeltekeningen.
  • Grove motoriek: Kan nog niet hard rennen of een bal opvangen. 

Wat kan een kind halverwege groep 1?
Wat betreft:

  • Begrippen: Kent groot-klein, dik-dun, onder-boven, in-op etc.
  • Taal- en denkoefeningen: Heeft nog moeite om op bepaalde, eenvoudige vragen antwoord te geven.
  • Luisteroefeningen: Vindt het nog moeilijk om bijvoorbeeld bij het voorlezen of vertellen van een verhaal, aandachtig te luisteren. Het is nog snel afgeleid.
  • Spelgedrag: Zoekt al wat meer contact met andere kinderen, maar komt nog niet tot een echt samenspel.
  • Werkhouding: Is nog snel afgeleid.
  • Fijne motoriek: Tekent zogenaamde “koppoters”. (poppetjes met een hoofdje, met direct daaronder de beentjes.)
  • Grove motoriek: Durft iets meer te klimmen en te klauteren

Wat kan een kind eind groep 1?
Wat betreft:

  • Begripsoefeningen: Begint erin te slagen verschillende voorwerpen te benoemen en ordenen op grootte, kleur, vorm, eigenschappen etc.
  • Taal- en denkoefeningen: Kan al redelijk verwoorden van wat hij/zij heeft meegemaakt.
  • Luisteroefeningen: Kan al beter aandachtig luisteren en vragen beantwoorden over een voorgelezen verhaal. Ook kan het al eenvoudige opdrachtjes uitvoeren.
  • Spelgedrag: Speelt al meer met andere kinderen.
  • Werkhouding: Kan al redelijk goed doorwerken, maar is nog snel afgeleid.
  • Fijne motoriek: Houdt schaar goed vast en kan beter knippen. Tekent figuren.
  • Grove motoriek: Wordt soepeler, kan al goed rennen, bal met 2 handen vangen.

Groep 2

Als kinderen groep 1 met goed gevolg doorgelopen hebben gaan ze naar groep 2. Daar gaat de ontwikkeling op allerlei gebieden steeds verder door. Net als in het eerste jaar houdt de leerkracht de ontwikkeling van het kind bij en legt deze in een systeem vast. Dit systeem kan per school verschillen, maar is tegenwoordig voornamelijk digitaal.

Wat kan een kind begin groep 2?
Wat betreft:

  • Begripsoefeningen: Het kunnen benoemen van de verschillende vormen, het ordenen van verschillende voorwerpen op grootte, kleur, vorm, en eigenschappen etc. En ook het herkennen en benoemen van de figuren.
  • Taal- en denkoefeningen: Vragen kunnen beantwoorden. Opdrachten begrijpen en kunnen uitvoeren. Kunnen verwoorden wat hij/zij heeft meegemaakt. Kunnen werken met diverse ontwikkelingsmaterialen.
  • Luisteropdrachtjes: Twee verschillende opdrachtjes tegelijk kunnen uitvoeren. (“Pak je tekening en leg die op de kast.”) Dat wordt geoefend d.m.v. luisterspelletjes en ontwikkelingsmateriaal.
  • Spelgedrag: Zoekt contact en speelt al met andere kinderen samen.
  • Werkhouding: Kan al redelijk geconcentreerd bezig zijn.
  • Fijne motoriek: Kan al redelijk knippen en tekent al meer duidelijke figuren.
  • Grove motoriek: Kan al goed rennen en met twee handen een bal opvangen. Kan klimmen en klauteren.

 

Wat kan een kind eind groep 2?
wat betreft:

  • Luister- en denkoefeningen: Meerdere vragen over een verhaal kunnen beantwoorden.
  • Schrijfoefeningen: Voorbereidende schrijfoefeningen maken.
  • Herkenning van letters: Bijvoorbeeld woorden na stempelen, na leggen (met Letterlego), eventueel naschrijven. Mede ook d.m.v. ontwikkelingsmaterialen
  • Spreekbeeld: Doormiddel van gebaren de letters leren (her)kennen en benoemen.
  • Gezelschapsspelen: Bijvoorbeeld kwartetspel of spelen met dobbelstenen en pionnen.
  • Spelgedrag: Kan al goed met anderen spelen en maakt afspraakjes over het spel.
  • Werkhouding: Kan al redelijk geconcentreerd doorwerken.
  • Fijne motoriek: Tekent voldoende gedetailleerd.
  • Grove motoriek: Voelt zich goed thuis in de gymzaal. Kan rennen, springen, etc.