Voorbereidend lezen
Bewustwording
In de klas wordt veel voorgelezen. Daardoor ontdekken kinderen dat er in een boek verhalen zitten, die voorgelezen kunnen worden. Ze begrijpen dat die verhalen heel mooi kunnen beginnen, heel spannend kunnen doorgaan en vaak een goed einde hebben.
Een boek heeft een voor- en een achterkant. Als je de omslag ziet of leest kun je vaak al iets voorspellen van de inhoud van het boek. Ook weten kinderen dat een verhaal vooraan in het boek begint.
Zo wordt een kind bewust gemaakt van wat een tekst is en dat het een voorgelezen verhaal ook kan navertellen als het goed heeft geluisterd. Daarom is het zo belangrijk dat ze goed en kritisch luisteren. Kinderen van 4 jaar kunnen niet zo lang luisteren. Een kort verhaaltje is voor hen beter te begrijpen. Zijn ze ouder dan kunnen ze langer geboeid luisteren.
Verder wordt in de klas ook geoefend met allerlei begrippen. Bijvoorbeeld links/rechts, boven/onder, voor/achter. Er wordt immers geschreven van links naar rechts, van boven naar beneden en ook leren ze welke letter voor- of achteraan moet staan.
Zinnen, woorden en letters
In groep 2 leren de kinderen wat een zin is, een woord en een letter.
Een zin bestaat uit woorden, die iets met elkaar te maken hebben.
Een woord is opgebouwd uit klanken en die klanken komen weer overeen met letters of een combinatie van letters. Met de kleuters wordt geoefend met het herkennen van klanken door spelletjes met een eindrijm:
maan rijmt op kraan, of beginrijm: mus, mier en maan beginnen met een m, of eindklank: mus, vis eindigen op s.
Zonder deze vaardigheden kan het kind in groep 3 geen klanken in woorden leren onderscheiden, die klanken koppelen aan tekens, ze uitspreken en aan elkaar plakken tot één woord. Bijv. b – oo – m, is boom.
Kinderen dienen ook belangstelling te krijgen voor geschreven taal en begrijpen dat je daar iets mee duidelijk kan maken. Bijvoorbeeld dat geheimzinnige schrijfkriebels een boodschap bevatten, ook al is het bijvoorbeeld maar een briefje voor de boodschappen.